Kint wil niet lang stilstaan bij "de slechte periode". In 2012 stond Vion Food Group "aan de rand van de afgrond" en besloot het bedrijf zich te concentreren op de productie en verwerking van vers vlees in Duitsland en Nederland. Het bedrijf stootte zijn Britse tak en de slachtafvalverwerking af. Het investeerde fors (€350 miljoen) in de modernisering van zijn fabrieken. Het bedrijf wil een wereldleider zijn in de verkoop van veilige vleesproducten.

Belangrijk in onze sector is niet zozeer wat je levert, maar hoe je het produceert. Klanten en consumenten willen absoluut zeker zijn van voedselveiligheid. We gaan voor de volledige traceerbaarheid
"Het aantal fabrieken is gekrompen van 35 naar 23, maar zonder volumeverlies. Het volume is zelfs licht gestegen, naar 2,2 miljoen ton vleesverwerking. We investeerden vooral in meer efficiëntie, hogere voedselveiligheid en dierenwelzijn. Vlees blijft nu eenmaal een grondstofproduct. Je hebt wel wat merken, maar dat is beperkt. Belangrijk in onze sector is niet zozeer wat je levert, maar hoe je het produceert. Klanten en consumenten willen absoluut zeker zijn van voedselveiligheid. We gaan voor de volledige traceerbaarheid," aldus Kint in Knack. De investeringen bleven niet zonder resultaat: "In Nederland zijn we met ongeveer 50 procent marktleider en we hebben een sterke positie bij de winkelketens. We zijn met stip de marktleider in de export van varkensvlees. We staan ook sterk in Zuid-Duitsland, een gebied met 40 miljoen inwoners. En Duitsers eten veel varkensvlees. In heel Duitsland zijn we bovendien marktleider in rundvlees."

Kint is van mening dat "de woeligste jaren voor Vion Food Group achter de rug zijn." Toch kan hij bepaald niet op zijn lauweren rusten. In West-Europa loopt de vleesconsumptie zoetjes aan terug. De boer heeft weliswaar een "grote aaibaarheidsfactor", maar publiek en overheid kijken kritisch naar dierenwelzijn en de intensieve dierhouderij. Ze willen duurzaam vlees en geen risico's voor de gezondheid.

Voor Vion is de export naar Azië de groeimotor. In Azië draaide Vion Food Group vorig jaar ruim een half miljard euro omzet, waarvan €200 miljoen in China. Chinezen willen de poten en koppen, Japanners de haasjes, Zuid-Korea de buiken. "Nederland produceert twee keer meer varkensvlees dan het zelf verbruikt", aldus Kint. "Vion Food Group heeft nog eens 80 procent marktaandeel in die export. We zijn de brug naar de export voor de Nederlandse varkenshouders. We hebben zestien verkoopkantoren wereldwijd. Al die markten kunnen we continu bevoorraden. Bijna elk land heeft smaakverschillen. Daarom is het belangrijk dat we continu de wereldwijde marktvraag kunnen volgen. We kijken welke delen van het varken we in welk land voor de beste prijs kunnen verkopen. Dat is bijna een mathematische oefening."

"2017 wordt nog een overgangsjaar", zegt Kint. "Maar vanaf 2018 haalt de onderneming opnieuw positieve vrije kasstromen. Ons bedrijfsresultaat zal de volgende jaren verdubbelen. Dat biedt mogelijkheden."
Dit artikel afdrukken