Hoe leg je consumenten uit waarom chips mogen claimen bij te dragen aan de volksgezondheid, terwijl onschuldig water niet mag zeggen dat het probaat werkt tegen uitdroging als je dorst hebt?Onbegrijpelijk
Vertegenwoordiger Léon Jansen van de stichting Ik Kies Bewust lichtte op Foodlog toe waarom de chips toch een ‘bewuste keuze’ Vinkje (blauw) waard zijn. De aanvraag voor het Vinkje bleek al in 2015 ingediend toen de vorige versie van de criteria nog geldig was.
Misschien is het fair naar de aanvrager, maar voor het publiek is het volstrekt onbegrijpelijk.
In juli 2015 werden de criteria aangepast. Vanaf dat moment voldeed het product dus al niet meer aan de geldende criteria. Sterker nog, volgens Jansen mogen de chips tot 2017 een 'Bewuste Keuze' heten, terwijl ze dat niet zijn.
Verkeerde weg: vervanging door koolhydraten
Er valt nog meer merkwaardigs te noteren. Eén van de criteria voor bewust gekozen chips is de absolute hoeveelheid verzadigd vet. Een snack mag niet meer dan 6 gram per 100 gram bevatten. Bij de betreffende chips is dit gerealiseerd door de totale hoeveelheid vet te verminderen, zodat de 138 kcal per portie voornamelijk uit koolhydraten komen. Dat is verbazingwekkend omdat er sterke wetenschappelijke aanwijzingen zijn – waarover zelfs consensus bestaat – dat het vervangen van verzadigd vet door koolhydraten voedingskundig de verkeerde weg is. Dat inzicht is niet nieuw en zeker niet in Nederland. Al in 2003 kwam de Nederlandse vetzurenspecialist Ronald Mensink tot die conclusie. Mensink is lid van de wetenschappelijke commissie van de Stichting. Het publiek mag dus verwachten dat die kennis daar bekend is. Daar is zo’n commissie voor.
Na alle kritiek die het Vinkje in de loop van zijn bestaan al ontving, dringt zich de vraag op hoe dit allemaal heeft kunnen gebeuren.
De criteria van het Vinkje voldoen noch aan de geest, noch aan de letter van de wetDuidelijk niet in lijn met de Richtlijnen
Léon Jansen schreef dat het Vinkje een nationale voedingsclaim is volgens de warenwet. Het blijkt te gaan om artikel 11 en daar staan enkele opmerkelijke dingen in. Zo moeten de regels voor gebruik van het logo “in lijn zijn met de richtlijnen Goede Voeding van de Gezondheidsraad”. Maar ook moeten de regels zijn “tot stand gekomen met inachtneming van de laatste wetenschappelijke inzichten ter zake”. Het feit wil dat de richtlijnen Goede Voeding in november vernieuwd zijn. De wetenschappelijke inzichten die daaraan ten grondslag liggen zijn dat uiteraard al veel langer. De jongste richtlijnen stellen geen absolute eis aan verzadigd vet, maar adviseren slechts om harde vetten en boter door plantaardige oliën te vervangen.
Sterker nog, de gezondheid van een voedingsmiddel afmeten aan enkele 'stofjes' – zoals verzadigd vet – is niet in lijn met de laatste wetenschappelijke inzichten. Verzadigd vet uit zuivel is bijvoorbeeld geassocieerd met een lager risico op hart- en vaatziekten. Maar ook voor zuivelproducten houden de Vinkje-criteria vast aan een laag percentage verzadigd vet, terwijl de richtlijnen met geen woord meer reppen over verzadigd vet uit zuivel. De richtlijnen hebben, in lijn met de laatste wetenschappelijke stand van zaken, het 'stofjes-denken' grotendeels losgelaten en kijken naar voedingsmiddelen en -patronen.
De criteria voor het Vinkje zijn dan ook duidelijk niet in lijn met de richtlijnen, maar al evenmin met de geldende wetenschappelijke consensus. Daarmee voldoen de criteria van het Vinkje noch aan de geest, noch aan de letter van de wet.
Kennelijk is de stichting dus voornemens om de komende vier jaar niet meer in lijn te zijn met de richtlijnen. Waarom vindt de Minister dit goed?Nog vreemder
Met de wettelijke positie van het Vinkje is het nog vreemder gesteld. De wet schrijft voor dat de Minister van VWS het keuzelogo moet goedkeuren en goedkeuring mag intrekken. Afgelopen vrijdag verstuurde minister Edith Schippers een brief waarin zij aangeeft dat ze de goedkeuring voor Het Vinkje met 1 jaar wil verlengen tot 1 mei 2017. De brief legt uit dat het in lijn brengen met de nieuwe Richtlijnen van de Gezondheidsraad tijd kost en dat middels verlenging voorkomen wordt dat de goedkeuring van het Vinkje komt te vervallen. Dat is gek, want de stichting schreef al 9 dagen na het verschijnen van de nieuwe richtlijnen dat de in 2015 herziene criteria prima aansluiten bij de nieuwe Richtlijnen en dat de volgende aanpassingen daarvan pas over vier jaar zal volgen.
Kennelijk is de stichting dus voornemens om de komende vier jaar niet meer in lijn te zijn met de richtlijnen. Waarom vindt de Minister dit goed? Die moet toch ambtenaren hebben die haar waarschuwen voor de onwettelijkheid en onwetenschappelijkheid van de criteria van het Vinkje? Van de Stichting Ik Kies Bewust die het Vinkje uitgeeft en door een wetenschappelijke commissie laat bewaken, mag immers verwacht worden dat die zelf tijdig voorsorteert op de veranderde inzichten.
Warenwet
De indruk die hierdoor makkelijk kan ontstaan, is dat de Minister het Vinkje een uitzonderingspositie gunt en daarom niet zo streng is. Merkwaardig genoeg biedt de Warenwet daadwerkelijk een uitzonderingspositie aan het logo. Die zegt: “Onverminderd verordening (EG) 1924/2006 mag bij de verhandeling van een levensmiddel een door representatieve organisaties van producenten en verhandelaren ontwikkeld voedselkeuzelogo worden gebezigd.” Dat betekent dat de wet toestaat dat producenten een (goedgekeurd) logo mogen gebruiken dat door producenten en verkopers is ontwikkeld. Niet door het Voedingscentrum, niet door wetenschappers, noch door diëtisten, maar door producenten en verkopers. Waarom krijgen zij dat privilege? Hoe kan het dat de wetgever zo’n mogelijkheid biedt en door de verlenging blijft bieden ondanks het feit dat de criteria in strijd met de wet en de intenties van de wetgever zijn?
Ik kan alleen maar concluderen dat iedereen al jaren kon zien aankomen dat het Vinkje niet in lijn met de laatste wetenschappelijke inzichten isSnapt u het nog?
Kan het nog gekker? De bepaling in de Warenwet waar ik zojuist naar verwees, refereert aan een onder kenners beruchte Europese verordening die strenge eisen stelt aan gezondheids- en voedingsclaims. De EU stelt regels die zo streng zijn dat zelfs van water niet geclaimd mag worden dat het helpt uitdroging te voorkomen. Hoe kan het dat het Vinkje wel van alles en nog wat een bewuste keuze mag noemen? En met criteria die toch echt niet voorkomen op de beperkte lijst toegestane gezondheidsclaims van die Europese verordening? En betekent 'onverminderd' niet dat de Europese verordening geldig blijft? Hoe kan het dan dat de Vinkje-criteria niet in lijn zijn met de EFSA lijst? Hoe leg je consumenten uit waarom chips mogen claimen bij te dragen aan de volksgezondheid, terwijl onschuldig water niet mag zeggen dat het probaat werkt tegen uitdroging als je dorst hebt?
Ik kan alleen maar concluderen dat iedereen al jaren kon zien aankomen dat het Vinkje niet in lijn met de laatste wetenschappelijke inzichten is. Dat het inmiddels ook niet meer in lijn is met de richtlijnen Goede Voeding. Dat het daarmee niet in lijn is met de Warenwet. Dat het in sterk contrast staat met de Europese verordening, die bedoeld is om de burger te beschermen tegen onzinnige claims. Maar dat het Vinkje ondanks dat alles van de Minister ruim de tijd krijgt om daar mee door te gaan. Snapt u het nog?
Fotocredits: Stichting Ik Kies Bewust
Op 8 oktober krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
De Consumentenbond is dat Vinkje nu ook zat: "Weg met het Vinkje!".
Annet Roodenburg #116 Twee zaken:
1. die nutrient profiles leiden nu soms tot 'innovaties' door voedselproducenten om een Vinkje te bemachtigen, zoals het vervangen van vetten door koolhydraten, die volgens de recente wetenschappelijke inzichten averechts werken. Zoals al vaak hier genoemd, door Dennis en anderen. Dat kan toch nooit de bedoeling zijn?
2. het 'makkelijk maken van de gezonde keuze' is op zich natuurlijk een goed streven, maar waarom dan een systeem als de Vinkjes, dat zo ingewikkeld is dat het overgrote deel van de consumenten het niet snapt? Waarom dan niet bijvoorbeeld het 'stoplicht-logo'?
Annet,
Dank voor je verdere uitleg. Ik vind het wel jammer dat je niet verder in gaat op mijn punten in #106 :
- Wat nu als er een proces zou worden gestart?
- Wat nu als de criteria averechts werken?
- Waarom vasthouden aan de gedachte dat een product gezond(er) kan zijn, terwijl ook de Gezondheidsraad dat heeft losgelaten?
M.b.t. validatie, dat lijkt me een goed idee. Maar, met alle respect, sinds wanneer kan een model een concept valideren? Zou je het prettig vinden om in een vliegtuig te stappen waarvan het ontwerp van de vleugels enkel met een model zou zijn gevalideerd?
Je schrijft dat er veel over validatie is gepubliceerd. Dat sluit mooi aan op enkele hieronder gestelde vragen. Zou je ons verder kunnen helpen met wat linkjes? Zitten daar validaties bij waaruit blijkt dat de gezondheid in de praktijk ook verbeterd is? Of die laten zien dat de er tegenover de tonnen suiker die minder uit vla zijn opgegeten niet tonnen meer gegeten zetmeel e.d. staan (als vervanging in de 'bewuste keuzes' of simpelweg uit andere producten)? Blijkt ergens uit dat het totaal aan eetpatroon in de praktijk verbeterd?
Ik twijfel er niet aan dat geprobeerd is om het zo wetenschappelijk mogelijk te onderbouwen en dat de intentie ook oprecht goed was. Ik heb ook zeker niets tegen een wetenschappelijke onderbouwing in het algemeen. Maar nu ben ik advocaat van de duivel: begrijpen jullie nu echt niet dat de gemiddelde Nederlander hier niets van begrijpt en daardoor concludeert 'wetenschap is onzin?'. Ik vind dat niet, maar ik ben er wel een voorstander van wetenschap toetsen aan algemeen gezond verstand. Kan iemand, Annet Roodenburg (?) of iemand anders van de betrokkenen een antwoord geven op mijn vraag #115 ?
Toch nog even een stukje om de wetenschappelijkheid van het Vinkje verder toe te lichten. In #70 noemde ik al “Nutrient Profiling”, ofwel categoriseren van voedingsmiddelen op basis van hun samenstelling. Er zijn veel verschillende voedingsprofiel-systemen of “nutrient profiles”, sommigen bestaan al sinds 1989. De “nutrient profiles” zijn gebaseerd op criteria (bv hoeveel zout mag er in een soep zitten, of hoeveel verzadigd vet in margarine voordat je deze "gezonder" mag noemen). De vraag is: hoe goed onderbouwd zijn die criteria eigenlijk? Voor het Vinkje zijn de criteria afgeleid van de wetenschappelijk onderbouwde aanbevelingen uit rapport van de FAO/WHO uit 2003 en de daaruit volgende Global Strategy on Diet Physical Activity and Health (2004) waarin de levensmiddelenindustrie werd opgeroepen de gezonde keuze de gemakkelijke keuze te laten zijn via communicatie en product verbetering. Die afleiding is in het eerder genoemdeEJCN artikel te lezen. Sinds de introductie in 2006 zijn de criteria voor het Vinkje aangepast op nieuwe inzichten, en sommigen ook strenger geworden, om gestaag een gezonder aanbod te stimuleren. Over het valideren van al die verschillende voedingsprofielen (evalueren of de criteria kloppen) is ook veel gepubliceerd. Valideren kan op verschillende manieren worden gedaan. Voor het Vinkje is o.a. gekeken naar het potentiele effect op inname van diverse nutriënten. Dat o.a. te lezen in deze publicatie in PLOSone.
Nutrient profiling is geen ultiem middel om alle problemen rond gezond eten en obesitas uit de wereld te helpen, zoals al eerder gezegd. Ter illustratie: deze week nog kwam het rapport van de WHO commissie on “Ending Childhood Obesity” uit. Waarin 36 aanbevelingen worden gedaan, 2 daarvan gaan over “Nutrient profiles” (1.4) en Front-of Pack labelling (1.7).