Achter ieder tasje zit een persoon, een stel, een gezin of een vriendengroep. Ik heb de vraag, of oordeel, wel eens gehoord dat het natuurlijk alleen maar yuppen zijn die van deze dienst gebruik maken. Ik moest hier wel om lachen, want dat is niet mijn beleving. Nou in ieder geval niet in Amsterdam-Oost, een wijk die erg in opkomst is en waar (maar waar niet?) woningprijzen stijgen. Maar ook een wijk waar stadsvernieuwing in de jaren ‘70 het oude Amsterdam omgetoverd heeft tot functionele, grijsachtige sociale woningen, appartementen en studio’s.

In alle typen gebouwen kom ik. Ik bel aan, de deur gaat open en dan begint de zoektocht naar de juiste voordeur. Bij nieuwe gebouwen vaak een lift, een galerij en meerdere deuren. Bij de oudere gebouwen, stap ik eerst over een stapel ongewenste post, pakjes en huis-aan-huisbladen om vervolgens net iets te vaak
naar vier hoog via de bekende Amsterdamse steile trappenhuizen te moeten klimmen. Bijna hijgend kom ik dan boven.

Als de deur van de woning opengaat krijgt het verhaal in het tasje kleur. Wat mij opvalt is dat afgezien van de leeftijd, consistent variërend van 20 tot 35 jaar, de bestellers niet allemaal yuppen zijn - wel young, urban maar professionals (? - twijfelachtig). Bij yuppen heb ik het beeld van design meubels, gekleed zijn om door een ringetje te halen, mooie woningen, etc. Die zie ik nooit. Diep in Oost kom ik wel veel studenten, niet-westerse Nederlanders en/of expats tegen. In het Oostelijk Handelsgebied wonen de gezinnen met kleine kinderen, thuiswerkers en Corona-lijders. Velen doen ongegeneerd in pyjama overdag de deur open.

De jongen uit de wijk met oprijlanen vertelde dat zij op deze manier de rij voor de Albert Heijn mijden en sneller aan hun zout, suiker en vet-intake kwamen dan hun klasgenootjes
Er is een groot verschil tussen overdag en 's avonds. In de avond bel ik aan bij studenten, feestvierders en gezinnen. Al twee keer leverde ik een tasje aan bij een mannelijke klant in een wat groezelig gebouw in de wijk Oostenburg. De eerste keer viel mij al op dat hij, ondanks de zon, ietwat grote pupillen had. De tweede keer werd ik zelf bijna high (of low) van de walm hash die uit de deuropening ontsnapte. Hij had blijkbaar wat anders te doen dan de deur uit te gaan om zijn boodschappen 200 meter verder op te halen. Tijdens de avond shift viel het mij op dat naarmate de avond vorderde, de tasjes zich vulden met suiker; cola, snoep, ijs, chocolade. Ik beeldde mij een (zwangere) vrouw op de bank in die haar vriend vroeg om haar craving te stillen. Toen ik bij de dark store vroeg of dit hen ook was opgevallen, werd ik uitgelachen. Het bleek zo te zijn dat je na drugsgebruik heel erg naar suiker verlangt om de harde landing na afloop wat te verzachten. Tja, je woont in Amsterdam of niet! Weer wat geleerd.

Ik fietste een keer in Zuid. Een bestelling van chips, snacks en Red Bull moest afgeleverd worden in een straat met villa’s en oprijlanen. Luisterend naar een podcast fietste ik de straat in en ontweek een groep jongens van een jaar of 13/14 die midden op straat stonden. Ik fietste de oprijlaan op. Podcast uit. Ik stapte af en deed mijn rugzak af om het tasje te pakken. Een van de jongens liep naar mij toe met zijn telefoon in zijn hand. “Die bestelling is voor mij” zei hij vriendelijk. Ik keek hem verbaasd aan maar begreep het meteen. “Hebben jullie tussenuur?” Dat klopte. Hij vertelde dat zij op deze manier de rij voor de Albert Heijn mijden en sneller aan hun zout, suiker en vet-intake kwamen dan hun klasgenootjes. “Ja en dan stuur ik ze een tikkie”. Ik fietste terug naar de dark store in Zuid en kwam langs de AH. Er stonden inderdaad nog zeker 20 scholieren voor de ingang die 2 aan 2 binnen werden gelaten.

Achter elk tasje schuilen verhalen, behoeftes en oplossingen. Voor allerlei mensen.

Lees haar vorige artikelen hier en hier.
Dit artikel afdrukken