Er zijn vast heel wat mensen die After Eight met oma associëren, maar het komt na de nodige diners nog steeds op tafel bij de koffie. Gedachteloos zuigt of knabbelt iedereen het weg.

Ik maak er een gewoonte van om bij zulke gelegenheden te vragen hoe ze denken dat een product gemaakt is. Bij After Eight gokken ze steevast dat er stroperige mint in een chocoladehuls wordt gegoten.

Mis. De chocolade wordt niet gevuld met de zoete pepermuntstroop. De vulling wordt bedekt met chocolade.

Maar hoe krijgt de fabriek die chocolaatjes dan toch zo’n nette vorm krijgen? Dat kun je al een beetje lezen in de ingrediëntenlijst. Die vermeldt naast suiker ook ‘invertase’. (Tafel)suiker is een disacharide: een suiker die bestaat uit 2 suikermoleculen die aan elkaar gekoppeld zijn met een glycosidebinding. Tafelsuiker bestaat uit een glucosemolecuul en een fructosemolecuul. Invertase is een enzym dat de glycosidebinding tussen deze 2 moleculen verbreekt. Je houdt dan losse glucose- en fructosemoleculen over. Hoewel tafelsuiker een droge stof is, is het mengsel van de losse moleculen een stuk vloeibaarder.

En daar zit dus het geheim. Die zachte vulling van After Eight begint zijn leven als een stevige laag van suiker, water en invertase. Die laag wordt vervolgens omhuld met chocolade. Als dat gebeurd is, doet vervolgens de invertase zijn werk door de glycosidebindingen te breken. Daardoor verandert de stevige kern in de welbekende stroperige consistentie. Daar heeft het enzym ongeveer 3 dagen voor nodig. Nu snap je waarom je nooit verse After Eight moet willen eten. Dat is niet zo lekker. Het snoepje is bedacht vanuit de techniek die de vulling pas na productie zacht laat worden.
Dit artikel afdrukken