1 min
Ongezond eten zet tieners aan tot meer ongezond eten. Dat ontdekte een tiener die wetenschappelijk onderzoek doet naar de eetgewoonten van haar leeftijdsgenoten.
Wie snoept, gebak en saucijzenbroodjes eet, eet over het algemeen ook meer ander ultrabewerkt eten. Het tegenovergestelde bleek ook op te gaan.
Tieners die minder snoep, gebak en worstenbroodjes eten, blijken ook minder ander ongezond voedsel te eten.
Volgens de jonge onderzoeker Maria Balhara zouden tieners de consumptie van het zogenoemde 'gateway-voedsel' moeten vermijden. Het goede nieuws is, volgens Balhara, "dat zelfs kleine veranderingen, zoals minder vaak een paar gateway-voedingsmiddelen eten, de algehele consumptie van ongezond voedsel vermindert en een grote impact heeft op je algehele gezondheid."
Het punt is natuurlijk dat het vast wel waar is, maar dat jonge mensen niet zomaar van gewoonte veranderen. Hoe dat moet, vertelt Maria dan ook niet.
Mogelijk begint het bij goede voorbeelden en gewoontes en het vermijden van foute. Helaas is het zo dat goede en foute voorbeelden en gewoontes niet de keuze van kinderen en tieners zijn, maar door hun omgeving en ouders worden bepaald. Een kind eet zoals het dat van zijn omgeving leert. En dat gold ook al voor hun ouders - en hun ouders - en de omgeving waarin zij opgroeiden.
Wie snoept, gebak en saucijzenbroodjes eet, eet over het algemeen ook meer ander ultrabewerkt eten. Het tegenovergestelde bleek ook op te gaan.
Tieners die minder snoep, gebak en worstenbroodjes eten, blijken ook minder ander ongezond voedsel te eten.
Volgens de jonge onderzoeker Maria Balhara zouden tieners de consumptie van het zogenoemde 'gateway-voedsel' moeten vermijden. Het goede nieuws is, volgens Balhara, "dat zelfs kleine veranderingen, zoals minder vaak een paar gateway-voedingsmiddelen eten, de algehele consumptie van ongezond voedsel vermindert en een grote impact heeft op je algehele gezondheid."
Het punt is natuurlijk dat het vast wel waar is, maar dat jonge mensen niet zomaar van gewoonte veranderen. Hoe dat moet, vertelt Maria dan ook niet.
Mogelijk begint het bij goede voorbeelden en gewoontes en het vermijden van foute. Helaas is het zo dat goede en foute voorbeelden en gewoontes niet de keuze van kinderen en tieners zijn, maar door hun omgeving en ouders worden bepaald. Een kind eet zoals het dat van zijn omgeving leert. En dat gold ook al voor hun ouders - en hun ouders - en de omgeving waarin zij opgroeiden.
#2 Laten we vooral wel moeilijk doen over frikandelbroodjes en frisdrank!
Zoals ik ook al schreef, is het voor kinderen die uit de gezinnen komen die een grote consumptie van fruit en groente laten zien, wellicht een fase. Een lange fase van rond de 10-15 jaar, afhankelijk van hun studie-carrière. Het klopt ook dat jongens van rond de 17 heel veel energie nodig hebben.
Toch worden heel veel jongeren te dik vanaf hun dertiende omdat ze gemiddeld bijvoorbeeld minder bewegen dan ouderen. Maar ook omdat deze doelgroep heel veel ultra processed foods eet op onregelmatige tijden. (op school weinig en in de avond inhalen)
In 2021 had 15,9 procent van de 12- tot 16-jarigen overgewicht. (4-12 jaar 15,5 %. Bron NJI) Een kwart van de 18-25 jarigen is te zwaar (CBS). En om wat anders te noemen, gebitten van jongeren, vooral van tieners, zijn in de afgelopen jaren verder verslechterd.
Overgewicht is niet alleen maar slecht voor het lichaam. Het maakt onzeker en veel jongeren worden geconfronteerd met pestgedrag of een sociaal isolement. Waardoor vaak weer troost wordt gezocht in eten, alcohol, blowen of in je eentje gamen.
Er vallen nog veel meer negatieve trends te noemen. Maar het verhaal lijkt me duidelijk. We worden met zijn allen alleen maar dikker en dikker en stopt dat helaas niet na de pubertijd. Of je nu wel of niet weer groente gaat eten.
Het stuk hierboven bevestigt wat veel professionals zien: dat omgeving x peers een hele grote negatieve invloed kan hebben op de gezondheid van jongeren. Die peers blijven. En je moet wel een hele stoere jongen/meisje zijn om die invloed te negeren. Wel kunnen we als ouders en professionals, trachten de omgeving pubervriendelijker te maken. Niet door betutteling maar wel met duidelijke regels. Thuis, op school en in de omgeving van de school.
#2 Carolien, ????
Laten we niet te moeilijk doen over de frikandelbroodjes- en frisdrankconsumptie van pubers. Is gewoon een fase, gaat wel weer over. Op die leeftijd hebben ze gewoon altijd honger en behoefte aan vet en suiker.
Kinderen groeien op in gezinnen en tot hun twaalfde hebben ouders de grootste invloed op het eetpatroon van kinderen. Dat kan gunstig werken: kinderen van ouders die veel groente en fruit eten, worden kinderen die veel groente en fruit eten. En andersom, het kan ook leiden tot een minder goed eetpatroon.
Het 'probleem' is echter dat kinderen na hun twaalfde vooral beïnvloedt worden door hun zogenaamde 'peers' en de omgeving buiten het gezin. Dit heeft bijvoorbeeld als gevolg dat kinderen hun beetje zakgeld gaan besteden aan frikandelbroodjes of de 4-croissantjes-voor-1-euro in de supermarkt die het dichtst bij school staat. In dit geval zorgen peers plus omgeving voor een niet te vermijden verleiding.
Dat betekent vooral dat het aanpakken van de omgeving invloed heeft bij tieners. Wellicht moeten scholen en supermarkten beter gaan samenwerken en de interventies die ze verzinnen langer volhouden. Zo stopte een school na een week met gratis appels omdat ze gebruikt werden als ballen.
Het goede nieuws: kinderen die opgroeien in gezinnen die veel groente en fruit eten, lijken die gewoonte na de pubertijd toch weer op te pakken en door te zetten.