Maar we 'leven' nu juist steeds vaker van geld dat voortkomt uit de uitputting van onze natuurlijke hulpbronnen. En we worden als 'consumenten' voortdurend aangespoord om hiermee door te gaan.

Zo leven we in een illusie waar we elkaar in gevangen houden. En sommige - in financiële zin - rijk geworden uitbaters van natuurlijke hulpbronnen gaan dan in zo'n kunstmatig woestijnoord wonen. Zij hebben geld om - voor zo lang het nog duurt - alles te laten invliegen. Maar ondertussen verliezen talloze 'kleine' boeren - waaronder veel inheemse volkeren die de beste beschermers van biodiversiteit blijken te zijn - hun natuurlijke habitat door mijnbouw of industriële landbouw. Omdat het leven van hun natuurlijke omgeving hierdoor onmogelijk is gemaakt, raken ze op drift en worden ze vaak in nieuwe vorm van slavernij medeplichtig gemaakt aan dit systeem om toch maar wat geld te kunnen verdienen.

'Verdienmodellen’ staan centraal. Maar moeten we niet eerst kijken wat er nodig is om de aarde simpelweg leefbaar te houden?
Onlangs was een Nederlandse ondernemer in het nieuws die een melkveehouderij in Qatar was begonnen. 25.000 (!) koeien –aanvankelijk ingevlogen - staan daar in de airco in de woestijn. De verslaggever gaf blijk van kritiekloze bewondering. Nu was Qatar dankzij deze ondernemer bijna zelfvoorzienend in z’n zuivelproductie. Wie neem je dan in de maling? Waar groeit het voedsel voor de koeien? Hoeveel energie kost dit? Qua ondernemerschap en verdienmodel een 10 met een griffel, ecologisch en sociaal gezien een drama.

Voor biodynamische boeren is de boerderij een miniwereld die als levend organisme wordt beschouwd. Bedrijfsindividualisme is daarbij belangrijk. Wat vraagt de plek op aarde waar jij voedsel verbouwt? Wat is de ecologische draagkracht, wat zijn de mogelijkheden in interactie met de omgeving? Dat is de manier waarop we naar het leven moeten kijken. Geen verdienmodellen vanuit een wereldbeeld waarbij alles uitsluitend om geld lijkt te draaien, maar werken aan herstel van verbindingen waar het leven wordt ondersteund. Daar hebben we onze denkkracht, creativiteit en inzet voor nodig om dit op veel meer plekken mogelijk te maken.

Inmiddels neemt in ons land het aantal community supported-achtige bedrijven snel toe. Ze wrikken zich dankzij participerende burgers los uit onze ziekmakende agro-industrie. Ze zijn een lichtend voorbeeld, maar ook voor de grotere groep boeren zullen snel stappen moeten worden gezet om te verduurzamen.

Minister Adema van LNV heeft het initiatief genomen om te komen tot een landbouwakkoord. Hier en daar mogen we als biologische en biodynamische sector aanschuiven aan het groeiend aantal tafels. Maar ‘verdienmodellen’ staan centraal. Maar moeten we niet eerst kijken wat er nodig is om de aarde simpelweg leefbaar te houden? Is dat niet het enige uiteindelijke ‘dienmodel’. Alles wat onze biodiversiteit verder vermindert hoort in de categorie plundering. Goede omgang met onze bodems is van levensbelang. En daarvoor hebben we onze overheid nodig die als marktmeester durft om pesticiden uit te bannen, de veestapel grondgebonden te maken en te zorgen dat duurzaamheid loont.

Bert van Ruitenbeek is directeur Stichting Demeter Nederland, het kwaliteitskeurmerk voor biodynamische landbouw en voeding
Deze column is ook verschenen in De Krant van de Aarde.
Dit artikel afdrukken