Eind vorig jaar toonde een controle door de Franse Direction générale de la concurrence, de la consommation et de la répression des fraudes (DGCCRF), de Franse Autoriteit Consument en Markt, de aanwezigheid binnen Europa aan van niet toegestane genetisch gemodificeerde organismen (ggo's) in veevoer. Binnen Europa zijn een kleine 60 ggo-gewassen toegestaan voor mensen- en dierenvoeding. De overgrote meerderheid daarvan wordt geïmporteerd; binnen Europa telen slechts 4 landen gmo-maïs.

De DGCCRF heeft de ontdekking toegegeven nadat Le Monde de zaak op het spoor gekomen was en bij de Europese Commissie nadere toelichting had gevraagd.

Na de signalering door Frankrijk - eind september 2017 - blijken de andere EU-lidstaten verwittigd te zijn. In Frankrijk, België, Italië, Hongarije, Bulgarije en Roemenië vonden nadere onderzoeken plaats. Het betreffende veevoer bleek via Estland in Roemenië, Litouwen, Letland, Hongarije en Italië te zijn geleverd. Op 19 januari heeft de Europese Commissie 'uitermate discreet' de betroffen landen laten weten dat er van verboden toevoegingen sprake was. Daarna was het aan de landen zelf actie te nemen. "Omdat deze producten niet toegestaan zijn, zijn ze verboden en dus moeten ze van de markt gehaald worden", legt een EU-woordvoerder in Le Monde uit.

Desgevraagd heeft de EFSA, de Europese voedselveiligheidsautoriteit, Le Monde laten weten dat de onveiligheid voor consumenten "niet vast te stellen" is. Het gaat om genetisch gemodificeerde - dode - bacteriën, die gebruikt zijn om aminozuren te produceren voor veevoer bestemd voor runderen, varkens en zalm. Door een 'administratieve fout' zou de resterende biomassa in het veevoer terecht gekomen zijn, laat het Japanse Ajinomoto, moederbedrijf van de 2 betrokken Franse fabrieken, weten.

Suzanne Dalle, woordvoerder van de Franse tak van Greenpeace, spreekt in Le Figaro van een schandaal. "Ondanks de gekkekoeienziekte, paardenvleesschandalen en vogelgriep blijven multinationals, met de EU als medeplichtige, voor tovenaarsleerling spelen, in strijd met het voorzorgsbeginsel en respect voor de consument."
Dit artikel afdrukken