“Maar er zijn veel confounding factors, en je kunt deze effecten niet met zekerheid toeschrijven aan het veganisme op zichzelf”, gaat Kampman verder. “Eigenlijk wil je de effecten van een veganistisch eetpatroon aantonen met interventie-studies, maar dat is in de praktijk heel lastig. Het is bijvoorbeeld onmogelijk om zo’n studie dubbelblind uit te voeren, en daarnaast is de trial-periode gewoon te kort om zulke gezondheidseffecten aan te tonen. Ook meten we niet het daadwerkelijke effect, maar intermediate eindpunten zoals bijvoorbeeld de vetzuren in het plasma.”
Het nieuwe normaal
Diëtiste Saraï Pannekoek merkt dat het veganisme wint aan populariteit. “Ik merk in mijn praktijk dat de ideologie van het veganisme steeds meer gezien wordt als ‘het nieuwe normaal’. Het is niet moeilijk, maar je moet weten wat je doet. Als je alleen maar gaat voor veganistische alternatieven voor je dagelijkse kost, kom je voedingswaarden tekort. Het belangrijkste is om te blijven variëren, want alleen dan kom je tot een volwaardig eetpatroon. Het is een soort trial and error.”
Voor een compleet en gezond voedingspatroon moet je van alle voedingsstoffen genoeg binnenkrijgen. “Veganistisch eten is helemaal niet moeilijk, maar je moet leren hoe je een volwaardig voedingspatroon samenstelt. Vooral op eiwitten moet je extra waakzaam zijn, want je hebt wel 30% meer plantaardig eiwit nodig ten opzichte van dierlijk eiwit.”
Duurzaam voedingspatroon
Een veganistisch voedingspatroon is niet per definitie goed voor de planeet, zegt Roline Broekema. Zij is senior-consultant bij Blonk Consultants, en heeft gerekend aan de duurzaamheid van verschillende diëten. “We hebben software ontwikkeld waarmee we analyses kunnen doen aan de complexiteit van gezonde en duurzame voedingspatronen. Door de nutritionele en milieukundige eigenschappen van voedingsmiddelen in te vullen, kunnen we berekenen wat het meest optimale eetpatroon is binnen de grenzen voor gezondheid en duurzaamheid.”
“Deze optimalisatie maakt in eerste instantie een gezond dieet dat voldoet aan de richtlijnen van de gezondheidsraad of de EFSA. Vervolgens puzzelt het programma net zo lang tot de carbon footprint op z’n laagst is, terwijl het dieet nog steeds voldoet aan gezonde nutritionele waarden.”
Zo kun je in principe alle diëten met elkaar vergelijken. Broekema vergeleek het typisch Nederlandse dieet (volgens de voedselconsumptiepeiling) met een flexitarisch, pescotarisch, vegetarisch en veganistisch dieet. “Het opvallende aan deze cijfers is dat je ziet dat je met een gezond veganistisch dieet niet de carbon footprint-target kunt halen zoals die in het klimaatakkoord van Parijs is afgesproken.” Als je volgens veganistische-standaarden eet wat het beste is voor de planeet, kom je dus voedingsstoffen tekort.
Het opvallende aan deze cijfers is dat je ziet dat je met een gezond veganistisch dieet niet de carbon footprint-target kunt halen zoals die in het klimaatakkoord van Parijs is afgesprokenBroekema ging verder: “Melk en yoghurt leveren een hoge nutritionele waarde vergeleken met hun milieu-impact. Verder lijkt de consumptie van vis een sleutel in de minimalisatie van de carbon footprint. Als je veganist bent, en geen zuivel wil eten, moet je de nutriënten toch ergens vandaan halen om tot een gezond voedingspatroon te komen. De optimalisatie pakt daar dan een aantal producten voor, en de klimaatimpact van dat pakketje producten is groter dan die van zuivel.”
Efficiëntie
Broekema zegt hierbij wel dat de software gebruik maakt van de producten zoals deze op dit moment in de winkels liggen. “We weten niet wat de toekomst ons brengt.” Daar kon Fred van de Velde meer over vertellen. Hij is lector eiwittransitie bij de HAS en principal scientist bij NIZO. Hij vertelt: “Ik denk niet dat we in 2050 nog vleesvervangers eten. Ik denk dat we dan hebben geaccepteerd dat je een klein stukje vlees mag eten, met daarnaast nog wat andere eiwitproducten.”
“We moeten eiwitten uit planten flink bewerken om tot een veganistisch product te komen. Daar komt intensieve landbouw bij kijken, en het is ook weinig efficiënt. Voordat we de eiwitten kunnen verwerken in producten moeten we ze extraheren uit planten en veelal ontkleuren. Uiteindelijk hou je maar 1 tot 2 kilo plantaardig (wit) eiwit over uit een ton grondstof. Eiwit is een hartstikke mooi product. Je kunt er hele mooie dingen mee doen, maar je moet wel een efficiënte bron hebben, en het op een efficiënte manier verwerken zodat het economisch gunstig is.”
Militante veganisten waren tijdens het symposium niet aanwezig. Ondanks dat een deel van de bezoekers zelf veganistisch bleek te eten, bleef het gesprek open en objectief. De conclusie? Efficiëntie is key. Door minder dierlijke producten te consumeren verlagen we onze carbon footprint, maar daarin moeten we niet doorslaan naar het veganisme. Als je kijkt naar de verhouding tussen milieu-impact en nutritionele waarde, is een veganistisch eetpatroon niet optimaal. Een gezond en milieuvriendelijk dieet bestaat uit een beetje zuivel en vlees, en een beetje vette vis voor de goede vetzuren.
We schreven op Foodlog al eerder over de Optimeal® software en de conclusies die we kunnen trekken uit deze berekeningen. Het gehele rapport van Blonk Consultants (Menu van Morgen) is hier te lezen.
Op 30 december krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
#35 Goed geheugen Harry, de Vries heeft eind 70er-begin 80er jaren een langlopend onderzoek gedaan naar indirecte selectie. Veldbonen bleken moeilijk te veredelen op de belangrijke eigenschappen, dus werd gezocht naar combinaties van eigenschappen, die een goede voorspeller zouden zijn voor het echte doel. Dat werd toen door de ontwikkeling van computers (nog met ponskaarten) mogelijk. Het heeft geen baanbrekende resultaten opgeleverd bij mijn weten. intussen zijn we zowel qua rekenkracht als wat betreft DNA analyses een stuk verder dus ik denk niet dat dat onderzoek van toen nog belangrijk is voor de veredeling van veldbonen, dat inderdaad door enkele bedrijven een aantal jaren geleden is opgepakt.
PS als je toch vergelijkingen wilt maken: hoeveel ton eiwit (droog gewicht) per hectare is een parameter en de prijs per ton plantaardig eiwit. Ik kan me niet voorstellen dat melk dan positief uit de vergelijking gaat komen. En wat voor de insiders leuk is : de kwaliteit van het eiwit (functioneel en mbt gezondheid). Dit laatste punt is helemaal iets voor de ‘insiders’.
Ikzelf en mijn team weten niet zoveel van teelt af, en ik wil dat zo houden. We weten al wat meer van scheidingen en opzuiveren. In Nederland staat gewoon -op aardappel en biet na- geen zuiveringscapaciteit voor bonen, lupinen of andere eiwithoudende gewassen. Daarnaast is -zie ook Jos #41 - kunnen we mbt kostprijs daar niet tegenop. De combinatie is natuurlijk vervelend, we zouden een prima positie kunnen opbouwen in de verwerking van peulvruchten en bonen tot halffabrikaten.
In Nederland zitten nu de beste spelers rondom vleesvervangers-technologie. Spijtig genoeg moeten de agri-grondstoffen vooral dus uit het buitenland komen. Rondom de verwerking van plantaardige-eiwitingredienten : dit is een wereld opzichzelf. De smaak, de gezondheidswaarschuwingen, de schuimende de texturerende en bakkende eigenschappen verschillen van eiwit tot eiwit.
Ikzelf heb de overtuiging dat vleesvervangers alla Ojah en Vegetarische slager en Meatless en Valless, doorgroeien in de markt. En kennis rondom souring en technische eigenschappen spelen daarbij een doorslaggevende rol. Naast markt en consumentenkennis natuurlijk. De nederlandse boer en haar organisaties (o.a. LTO) spelen daarin vrijwel geen rol. Ik denk ook dat ze geen rol zullen gaan spelen in het grote geweld van de Cargills en ADM-en van deze wereld. Ik geef wel credits aan AVEBE (met solanic) en de ei-verwerkers (wel vega, niet vegan) en natuurlijk RFC.
De agri-sector slaapt en met haar de NL infrastructuur. Een verloren kans voor de NL boeren.
En dan nog een dingetje over prijzen Bennie. In dit land ben je altijd te duur, je moet het vergeten om te denken dat je kunt concurreren op een wereldmarkt. Dat kun je met hectarevergoedingen en een ongeevenaarde verwerkende industrie. In Australie haal je 1700 kg lupine van een hectare, in NL 4500 kg. Toch is lupine uit Australie, inclusief vervoer, veel goedkoper. Veldbonen haal je in Duitsland voor een 30% lagere prijs dan een Nederlandse boer ook maar wil overwegen. En als je in Brazilie naar sojateelt gaat kijken, dan zie je 15 New Holland combines op een rijtje naast elkaar. Voor de lunch naar het oosten, keren en na de lunch naar het westen. Je moet met zulke producties niet willen concurreren op zo'n beetje de duurste grond van Europa, dat gaat niet.
Bennie #34 Er zitten geen adders zoals jij die vermoedt. Veldbonen zijn overwegend voor veevoer verbouwd, Jopie heeft uitstekend aangegeven waarom dat hier niet (meer) kan. We gaan er daardoor gemakshalve maar vanuit dat het "moeilijk" is. Dat valt wel mee, je zult, als je wat wilt met veldbonen, een meerwaarde moeten creeren boven buitenlandse veldbonen.
Voor wat betreft vega productie is de sojateelt wereldwijd zo groot en intensief geworden dat er honderden concentraten, isolaten en texturaten beschikbaar zijn die allemaal bijzondere functionaliteit hebben in vegaproducten. De firma's Cargill en ADM hebben enorm veel technische ontwikkeling in de sojaboon zitten. De eiwitkwaliteit van soja en veldboon verschilt niet zoveel. Het gaat erom dat de veldboon als product nooit technisch is ontwikkeld zoals de sojaboon, een veel massalere teelt.
Je kunt dat vergelijken met de ontwikkeling in erwt. Toen Roquette begin deze eeuw met scheidingstechnieken voor erwteneiwit op de markt kwam, was erwt een goedkope commodity. Inmiddels hebben ADM en Roquette in Canada een paar van de grootste scheidingsfabrieken ter wereld gezet en is de gele spliterwtproductie in Saskatchewan enorm toegenomen. Erwteneiwit is nu een factor van belang geworden, de Beyond Meat burger is ervan gemaakt bijvoorbeeld. Dat was tien jaar geleden niet denkbaar geweest, ook erwt is technisch in de afgelopen vijftien jaar enorm ontwikkeld.
Veldbonen hebben een teelthistorie in Nederland, als je de juiste verwerkende industrie er omheen bouwt is veldboon een optie om een eiwitgewas te ontwikkelen dat bruikbaar is voor humane consumptie. Het is ook een gewas dat je volledig regionaal kunt verwerken tot humane voeding, in tegenstelling tot soja, waarvan het teelstrisico in NL hoger is. Bovendien is soja een belangrijker allergeen dan veldboon.
De belangrijkste oorzaak waarom de veldboon nog niet mainstream is? Onbekend maakt onbemind. Het is een vergeten boon. We denken dat het niet kan, want we denken veevoer. Met de voortschrijdende kennis op het gebied van textureren van plantaardig materiaal kunnen we vandaag prima smakende producten maken op basis van veldbonen. Net nog een demo gedaan tijdens de bijeenkomst op de Rusthoeve met CZAV/Limagrain/ZLTO, de meeste aanwezige bezoekers (hoofdzakelijk landbouwers) vonden het gepresenteerde veldboonhamburgertje prima. Je gaat daar in de komende jaren meer van horen, maar het duurt even voordat je dat technisch hebt ontwikkeld en voordat er in voedselstromen iets verandert.
Je moet bereid zijn kleinschaliger te denken dan in veevoer, maar moeilijk is het niet (meer), technisch althans. Wij zijn voor 2019 begonnen met proefvelden voor winter/zomervarianten en kijken voor 2020 en 2021 naar (bescheiden) productie. We stoppen in de komende jaren behoorlijk wat onderzoeksgeld in de ontwikkeling van vegaconcepten op basis van veldbonen voor onze klanten.