Ellen Kampman, hoogleraar Voeding en Ziekte aan de WUR, vertelt over de gezondheidseffecten van een veganistisch eetpatroon. “Uit epidemiologisch onderzoek blijkt dat veganisme zeker geen nadelige gevolgen heeft voor de gezondheid. Verschillende onderzoeken tonen aan dat veganisten een lager BMI hebben, een lager risico op diabetes, hypertensie, totaalkanker en een lager voortijdig sterfterisico.”

“Maar er zijn veel confounding factors, en je kunt deze effecten niet met zekerheid toeschrijven aan het veganisme op zichzelf”, gaat Kampman verder. “Eigenlijk wil je de effecten van een veganistisch eetpatroon aantonen met interventie-studies, maar dat is in de praktijk heel lastig. Het is bijvoorbeeld onmogelijk om zo’n studie dubbelblind uit te voeren, en daarnaast is de trial-periode gewoon te kort om zulke gezondheidseffecten aan te tonen. Ook meten we niet het daadwerkelijke effect, maar intermediate eindpunten zoals bijvoorbeeld de vetzuren in het plasma.”

Het nieuwe normaal
Diëtiste Saraï Pannekoek merkt dat het veganisme wint aan populariteit. “Ik merk in mijn praktijk dat de ideologie van het veganisme steeds meer gezien wordt als ‘het nieuwe normaal’. Het is niet moeilijk, maar je moet weten wat je doet. Als je alleen maar gaat voor veganistische alternatieven voor je dagelijkse kost, kom je voedingswaarden tekort. Het belangrijkste is om te blijven variëren, want alleen dan kom je tot een volwaardig eetpatroon. Het is een soort trial and error.”

Voor een compleet en gezond voedingspatroon moet je van alle voedingsstoffen genoeg binnenkrijgen. “Veganistisch eten is helemaal niet moeilijk, maar je moet leren hoe je een volwaardig voedingspatroon samenstelt. Vooral op eiwitten moet je extra waakzaam zijn, want je hebt wel 30% meer plantaardig eiwit nodig ten opzichte van dierlijk eiwit.”

Duurzaam voedingspatroon
Een veganistisch voedingspatroon is niet per definitie goed voor de planeet, zegt Roline Broekema. Zij is senior-consultant bij Blonk Consultants, en heeft gerekend aan de duurzaamheid van verschillende diëten. “We hebben software ontwikkeld waarmee we analyses kunnen doen aan de complexiteit van gezonde en duurzame voedingspatronen. Door de nutritionele en milieukundige eigenschappen van voedingsmiddelen in te vullen, kunnen we berekenen wat het meest optimale eetpatroon is binnen de grenzen voor gezondheid en duurzaamheid.”

“Deze optimalisatie maakt in eerste instantie een gezond dieet dat voldoet aan de richtlijnen van de gezondheidsraad of de EFSA. Vervolgens puzzelt het programma net zo lang tot de carbon footprint op z’n laagst is, terwijl het dieet nog steeds voldoet aan gezonde nutritionele waarden.”

Zo kun je in principe alle diëten met elkaar vergelijken. Broekema vergeleek het typisch Nederlandse dieet (volgens de voedselconsumptiepeiling) met een flexitarisch, pescotarisch, vegetarisch en veganistisch dieet. “Het opvallende aan deze cijfers is dat je ziet dat je met een gezond veganistisch dieet niet de carbon footprint-target kunt halen zoals die in het klimaatakkoord van Parijs is afgesproken.” Als je volgens veganistische-standaarden eet wat het beste is voor de planeet, kom je dus voedingsstoffen tekort.

Het opvallende aan deze cijfers is dat je ziet dat je met een gezond veganistisch dieet niet de carbon footprint-target kunt halen zoals die in het klimaatakkoord van Parijs is afgesproken
Broekema ging verder: “Melk en yoghurt leveren een hoge nutritionele waarde vergeleken met hun milieu-impact. Verder lijkt de consumptie van vis een sleutel in de minimalisatie van de carbon footprint. Als je veganist bent, en geen zuivel wil eten, moet je de nutriënten toch ergens vandaan halen om tot een gezond voedingspatroon te komen. De optimalisatie pakt daar dan een aantal producten voor, en de klimaatimpact van dat pakketje producten is groter dan die van zuivel.”

Efficiëntie
Broekema zegt hierbij wel dat de software gebruik maakt van de producten zoals deze op dit moment in de winkels liggen. “We weten niet wat de toekomst ons brengt.” Daar kon Fred van de Velde meer over vertellen. Hij is lector eiwittransitie bij de HAS en principal scientist bij NIZO. Hij vertelt: “Ik denk niet dat we in 2050 nog vleesvervangers eten. Ik denk dat we dan hebben geaccepteerd dat je een klein stukje vlees mag eten, met daarnaast nog wat andere eiwitproducten.”

“We moeten eiwitten uit planten flink bewerken om tot een veganistisch product te komen. Daar komt intensieve landbouw bij kijken, en het is ook weinig efficiënt. Voordat we de eiwitten kunnen verwerken in producten moeten we ze extraheren uit planten en veelal ontkleuren. Uiteindelijk hou je maar 1 tot 2 kilo plantaardig (wit) eiwit over uit een ton grondstof. Eiwit is een hartstikke mooi product. Je kunt er hele mooie dingen mee doen, maar je moet wel een efficiënte bron hebben, en het op een efficiënte manier verwerken zodat het economisch gunstig is.”

Militante veganisten waren tijdens het symposium niet aanwezig. Ondanks dat een deel van de bezoekers zelf veganistisch bleek te eten, bleef het gesprek open en objectief. De conclusie? Efficiëntie is key. Door minder dierlijke producten te consumeren verlagen we onze carbon footprint, maar daarin moeten we niet doorslaan naar het veganisme. Als je kijkt naar de verhouding tussen milieu-impact en nutritionele waarde, is een veganistisch eetpatroon niet optimaal. Een gezond en milieuvriendelijk dieet bestaat uit een beetje zuivel en vlees, en een beetje vette vis voor de goede vetzuren.

We schreven op Foodlog al eerder over de Optimeal® software en de conclusies die we kunnen trekken uit deze berekeningen. Het gehele rapport van Blonk Consultants (Menu van Morgen) is hier te lezen.
Dit artikel afdrukken