Die vragen stonden centraal tijdens het lustrumsymposium van de Nederlandse Zoötechnische Vereniging. “Om het gesprek met andersdenkenden goed te voeren is het in elk geval belangrijk om je bewust te zijn van je eigen ‘ethische bril’ en die van je opponent”, legt filosoof Bas Haring uit.

Ethiek
Volksfilosoof en hoogleraar Publiek Begrip van Wetenschap Bas Haring verzorgde de openingspresentatie en vertelde over de drie basisvormen van ethiek, aan de hand van enige aansprekende voorbeelden. In de Verenigde Staten kun je voor veel geld het recht kopen om een olifant in Afrika dood te schieten, met als ‘beloning’ een foto van de jager met de dode olifant. Het geld van de jager wordt gebruikt om de olifanten in Afrika te beschermen.

In de gevolgenethiek wordt een handeling beoordeeld op basis van de meetbare gevolgen en is dit een goed verdedigbaar systeem. Zonder het geld van de rijke Amerikaan is het niet mogelijk om de Afrikaanse olifant effectief te beschermen. Mensen die redeneren vanuit plichtethiek kunnen hier anders over denken. Zij redeneren vanuit principes, bijvoorbeeld vanuit het principe dat je je nooit mag verheffen boven een ander wezen; in dat geval zullen zij het bovenstaande systeem afwijzen. Redenerende vanuit het principe dat de mens de baas is over de natuur kan het olifantenjachtmodel wel acceptabel zijn. Een derde vorm van ethiek is de deugdethiek: “Daarbij verplaats je je in de persoon die de handeling verricht: Wat is zijn oogmerk, deugt hij, is hij integer of ‘goed’?”, legt Haring uit.

Het verbaast Haring dat de veehouderijsector niet vanuit een ander uitgangspunt de stikstofdiscussie is aangegaan
Toen Shell jaren geleden de overbodig geworden Brent Spar wilde afzinken, was dat gebaseerd op berekeningen van ingenieurs, die met data aantoonden dat afzinken de beste oplossing was, zowel uit economisch als uit milieuoogpunt. Greenpeace kwam echter – met succes – in het geweer tegen dit voornemen. Zij dwongen Shell om de Brent Spar weg te slepen en te ontmantelen, met grotere milieuschade tot gevolg. Haring legt uit dat Shell en Greenpeace verschillende ethische brillen op hebben: “Shell redeneert vanuit de gevolgenethiek, terwijl Greenpeace vanuit deugdethiek spreekt. Volgens Greenpeace deugt Shell niet en zijn de voornemens van Shell dus ‘per definitie’ ‘fout’.”

Ethiek in de veehouderij
De meeste dierwetenschappers kijken naar de wereld vanuit gevolgenethiek, en dat maakt het zo lastig om te communiceren met andersdenkenden met een andere ethische bril: Een beta-wetenschapper of ingenieur is geneigd om zijn opponent te bestoken met data, grafieken en tabellen en beoordeelt de argumenten van zijn tegenstander vaak als ‘overdreven emotioneel’. Gevoel en ratio zijn echter geen tegenpolen, benadrukt Haring: Ieder mens baseert zich op beide bij het bepalen van zijn visie.

Voor iemand met een deugdethische bril is de gevolgenethiek helemaal niet relevant: de veehouderij deugt niet, punt. “Als aanhanger van de gevolgenethiek zul je dus aan moeten tonen dat je wel deugt, als je je opponent wilt overtuigen; je kunt een debat nooit winnen door je eigen bril op te houden”, zegt Haring.

De volksfilosoof geeft ook zijn kijk op de stikstofcrisis: “Daarbij staat de veehouderij lijnrecht tegenover de natuurbeschermers. De laatsten vinden dat de natuur in Nederland koste wat kost beschermd moet worden en dat de stikstofuitstoot uit de veehouderij een bedreiging vormt voor kwetsbare natuurgebieden. Veehouders ontkennen het probleem, wijzen op het belang van de voedselproductie of dragen technische oplossingen aan.”

Het is de vraag wat – vanuit het dier bezien – te prefereren is: een kort leven, waarin goed voor je gezorgd wordt, of helemaal geen leven
Geheel volgens de verwachting springen de dierwetenschappers in de zaal, met hun gevolgenethiekbril, hier onmiddellijk op in, met opmerkingen als ‘De stikstofcrisis is alleen maar een politieke kwestie’, ‘We hebben in Nederland alleen maar een stikstofprobleem omdat we andere rekenmodellen hanteren dan de ons omringende landen’, ‘Ammoniak is iets anders dan stikstofoxides’ en ‘Uitstoot is niet hetzelfde als depositie’. Argumenten die volledig de plank misslaan als je tegenover partijen met een deugd- of plichtethische bril staat.

Het verbaast Haring dat de veehouderijsector niet vanuit een ander uitgangspunt de stikstofdiscussie is aangegaan: “Als je eerst gezamenlijk probeert om ‘natuur in Nederland’ te definiëren en daaraan doelen koppelt, dan kom je verder”, verwacht hij: “Natuurlijk zullen er plant- en diersoorten verdwijnen als de stikstofdepositie toeneemt, maar daar komen andere soorten voor terug. Je kunt dus ook inzetten op een meer ‘stikstoftolerante natuur’ in Nederland, die helemaal niet minder mooi of divers hoeft te zijn dan de stikstofgevoelige natuur die nu onder druk staat.” Alle ‘natuur’ in Nederland is in feite ontstaan door menselijk handelen, zoals ontginning, grondbewerking, bemesting, grondwateronttrekking enzovoorts.

Doden van dieren
Bas Haring is ook lid van de Raad voor Dierenaangelegenheden. De RDA heeft, op verzoek van demissionair minister Schouten, een adviesrapport uitgebracht over het doden van dieren. In dat advies wordt beschreven wat het probleem is met het doden van dieren: “Het gaat niet om lijden, want als je een dier op een diervriendelijke manier doodt, dan lijdt het niet”, zegt Haring: “Wel geldt dat je door een dier te doden het dier minder waard maakt (de ‘verdinging’ van het dier) en dat doden onherroepelijk is.” Voor de veehouderij geldt, dat als je geen dieren zou mogen doden, dat dan landbouwhuisdieren op termijn niet meer zullen bestaan. Het is dan de vraag wat – vanuit het dier bezien – te prefereren is: een kort leven, waarin goed voor je gezorgd wordt, of helemaal geen leven.

Deze tekst is een verkorte weergave van een artikel dat op 17 december is verschenen in het eindejaarsnummer van de Molenaar.
Dit artikel afdrukken