Wetenschappers van het Zwitserse Agroscope en het Bee Health instituut onderzochten samen met Thaise en Chinese partners hoe het kan dat de oosterse honingbij beter bestand is tegen de varroamijt dan de westerse honingbij.

Vatbaarheid blijkt voordeel
Het verschil blijkt te zitten in de vatbaarheid van de larven voor de varroamijt. Oosterse larven blijken vatbaarder dan westerse. Hoe tegenstrijdig het ook lijkt, een verhoogde vatbaarheid voor een parasiet blijkt een voordeel.

Het voordeel ontstaat wanneer door de varroamijt geïnfecteerde bijenlarven dit vaker niet overleven. 'Opruim'-bijen verwijderen vervolgens de dode larven en daarmee de varroamijten uit het volk waardoor de mijten zich minder goed kunnen verspreiden en vermeerderen. Het hele bijenvolk heeft daardoor gemiddeld minder last van varroamijten. Bijenvolken met vatbare larven hebben dus een grotere overlevingskans dan bijenvolken zonder vatbare larven.

De westerse bijenteelt doet al jaren pogingen om via veredeling de weerstand van de Europese honingbij te verbeteren. Dit leverde vooralsnog geen bevredigende oplossing op tegen de varroamijt. Mede-auteur Peter Neuman besluit dat "het meenemen van deze vatbaarheid in veredeling van bijen de gezondheid van het bijenvolk kan bevorderen."

Dit artikel afdrukken