De onderzoekers van de Universiteit van Maryland kwantificeerden de impact van de parasitaire mijt Varroa destructor en acht bijenziekten op basis van data van imkers tussen 2009 en 2014 in 41 staten van de VS.

Varroa-mijt
Uit het onderzoek blijkt dat de varroa-mijt een groter probleem is dan gedacht. Co-auteur Dennis vanEngelsdorp, entomoloog, zegt: "De grootste verrassing waren de hoge aantallen varroa in goed verzorgde bijenvolken van imkers die verschillende maatregelen treffen tegen de mijten. Varroapopulaties bleken te variëren over de jaren en iedere herfst een piek te bereiken, precies wanneer de bijen zich moeten voorbereiden op de koude wintermaanden. De schimmel Nosema, die het verteringssysteem van bijen ontregelt, bleek tussen januari en april een hoogtepunt te bereiken. Een opmerkelijk bevinding was dat imkers die met hun bijen rondreizen als bestuivingsservice minder last hadden van varroa maar juist meer van Nosema.

De onderzoekers ontdekten een sterk verband tussen het voorkomen van varroa en andere bijenziekten. In eerdere laboratoriumstudies werd al gesuggereerd dat varroa een zogeheten vector voor bijenziekten is; dit onderzoek bevestigt dat dit ook in het veld zo is. Ook Nosema lijkt de verspreiding van sommige virussen te bevorderen.

'Chronic Bee Paralysis Virus'
Tenslotte constateerden de onderzoekers dat het 'Chronic Bee Paralysis Virus' zich explosief verspreidt. Door dit virus verliezen bijen controle over hun motoriek en gaan ze binnen een aantal dagen dood. Het virus werd voor het eerst in 2010 aangetroffen, toen bij minder dan 1% van de bijenpopulaties. In 2014 was dit al opgelopen naar 16%. Varroa- of Nosema-besmetting lijkt geen verband te houden met de opkomst van dit virus.

Het onderzoek is een zogeheten baseline study naar ziekten in de bijenpopulatie, waardoor op termijn effecten van maatregelen tegen of oorzaken van bijensterfte beter te identificeren zijn. De onderzoekers zijn van plan eenzelfde onderzoek te verrichten naar de impact van pesticiden.

Dierhouderij
"Dit soort informatie bestaat al jaren voor de runder-, varkens- en kippenhouderij. Ik denk dat mensen die bijen gaan houden moeten weten dat daar onderhoud aan te pas komt. Je zou ook geen hond nemen en er dan niet mee naar de dierenarts gaan. Mensen moeten weten wat er aan de hand is met de dieren die zij onder hun hoede hebben", besluit hoofdauteur Kirsten Traynor.
Dit artikel afdrukken