In de regionale pers schenkt Annemieke van Dongen vandaag aandacht aan een probleem dat onder slagers, slachters en boeren al jaren onderwerp van gesprek is.

In de aanloop naar een complete castratie-stop per 1 januari aanstaande worden al sinds 2007 veel beren, mannelijke varkens, niet meer gecastreerd. Daardoor is duidelijk geworden waar non-castratie toe leidt: circa 5% van de dieren heeft berengeur.

Daar hebben slachters, slagers en supermarkten een hekel aan. Wie eenmaal berengeur aan zijn karbonade heeft geroken, aarzelt om nog varkensvlees te kopen.

Boeren en dierwelzijnsorganisaties wilden van castratie af
Net als mensen en andere dieren, worden varkens voor circa de helft als mannelijke dieren geboren. Dat zijn er dus heel wat, terwijl ze net zo goed vlees aanzetten als vrouwelijke dieren.

Castratie werd toegepast om de beruchte berengeur te vermijden die de dieren op weg naar volwassenwording ontwikkelen. Wie de ballen eraf haalt, is van dat probleem af. Zowel dierwelzijnsorganisaties als boeren willen graag van castratie af.
De boeren zitten rond castratie op één lijn met Wakker Dier en de Dierenbescherming omdat beren zonder castratie beter groeien. Daarnaast vindt ook de boer het geen pretje - en veel werk - om jaarlijks duizenden gillende biggen van hun ballen te moeten ontdoen. Maar het moest van het slachthuis om de gevreesde berengeur te voorkomen.

'Neuzen'
Voor besloten werd niet meer te castreren, wist niemand hoeveel 'stinkers' - zoals beren met berengeur ook wel worden genoemd - non-castratie zou opleveren. Na een jarenlang experiment staat het cijfer van 5% zo'n beetje vast. Dat is net te groot om consumenten een regelmatige negatieve ervaring met varkensvlees te besparen.

In slachterijen ruiken professioneel getrainde 'neuzen' (vrijwel altijd vrouwen) aan een met een gasvlam verwarmd stukje vlees van ieder karkas. Helaas zijn ze niet onfeilbaar, zodat 'stinkers' te vaak alsnog het schap van supermarkt en de toonbank van de slager bereiken. Thuis in de pan leidt dat tot een nare verrassing. Verhit vlees van een stinker ruikt naar de geur van oude urine in een pisbak zoals die vroeger in de steden stonden.

Strafkortingen
Inmiddels beginnen 'stinkende karbonaden' daardoor een onderwerp van gesprek te worden onder consumenten. De slachthuizen willen dat voorkomen en korten daarom boeren op de prijs voor beren. Bij een toch al dramatische slechte prijs, leveren mannelijke slachtdieren 3 tot 4 euro minder op dan een vrouwelijk dier. Slachter Van Rooi uit Helmond, na Vion de grootste varkensslachter van ons land, zou boeren bovendien een strafkorting van 11 euro opleggen als ze hem te veel beren leveren.

Terug naar af
Door deze ontwikkelingen concluderen boeren dat ze maar beter weer kunnen beginnen met castratie. Terug naar af dus. Wakker Dier zegt in een reactie dat welwillende boeren die zich aan de afspraak houden om vanaf 1 januari aanstaande nergens in Nederland meer te castreren de klos zijn.

Fotocredits: fokbeer, met 'ballen', agriflanders
Dit artikel afdrukken