Normaal gesproken is de staart van een varken tussen de 20 en 25 centimeter lang en gekruld met een pluimpje aan het eind. De exacte lengte kan variëren afhankelijk van het ras en de individuele variatie onder varkens. Maar behalve bij biologische en 3-sterrenvarkens zul je bij de 23 miljoen biggen die jaarlijks in Nederland worden geboren, geen lange staarten aantreffen. Die worden namelijk bij 99% van de Nederlandse biggen binnen een paar dagen na de geboorte voor het grootste deel gecoupeerd.

Al sinds 1991 is in Europa het routinematig couperen van varkensstaarten verboden, in de Europese Varkensrichtlijn. Alleen als blijkt dat staarten en oren verwond zijn omdat er niet gecoupeerd is, en ook andere maatregelen (zoals het aantal dieren per hok) genomen zijn, mogen de staarten preventief verwijderd worden. Volgens de NVWA zitten er te grote mazen in deze regelgeving. Dat schrijft de NRC.

De in de Nederlandse wetgeving opgenomen Richtlijn zou "onvoldoende duidelijk beschrijven" onder welke precieze voorwaarden een varkenshouder toch mag couperen. Tevens is onduidelijk "welke mate van bijtschade couperen rechtvaardigt, waar dit moet worden geregistreerd, of welke maatregelen een varkenshouder moet nemen". Met als gevolg dat "handhaving van dit verbod voor de NVWA in de praktijk op dit moment niet mogelijk is.”

Een aantal jaren geleden, in 2018 om precies te zijn, stond de NVWA voor een vergelijkbaar vraagstuk, omdat de Autoriteit moest gaan handhaven op dierenwelzijn. In samenwerking met Wageningen Livestock Research werd een pilotonderzoek opgezet om de 'open norm' voor het stalklimaat in varkensstallen te definiëren. Zo'n open norm betekent dat in de wet- of regelgeving hoofdbeginselen zijn vastgelegd, maar geen inhoudelijk omschreven voorschriften. Dat vermindert de regeldruk en geeft boeren de vrijheid om doelen op hun eigen manier te realiseren. Zo'n aanpak zou mogelijk ook kunnen werken voor het handhaven van het verbod op het couperen van staarten; de WUR heeft al een fraai dossier staartbijten opgebouwd.

Staartbijten
Even terug naar het begin. Waarom bijten varkens in elkaars staarten en oren? Dat hangt samen met stress, doordat varkens met te veel dieren in te kleine stallen zitten, op betonnen vloeren waar niets te spelen valt. Wat begint als speels happen ontaardt in bijtwonden, die kunnen gaan infecteren met zieke en zwakke dieren tot gevolg. Op zo'n 50% van de Nederlandse varkensbedrijven komt staartbijten voor, stelde de WUR vast. Naast pijn voor de dieren, kost staartbijten de Nederlandse varkenssector jaarlijks vermoedelijk zo'n €8 miljoen. De extra kosten zijn echter veel hoger en verhogen de prijs van varkensvlees.

Met zowel de Europese regelgeving als de dit voorjaar aangenomen Wet Dieren als stokken achter de deur, zijn het kabinet en de veehouderij richtlijnen aan het opstellen voor meer dierenwelzijn. Die houden onder meer in dat dieren niet langer 'aangepast' worden aan hun omgeving, maar dat die omgeving geschikt moet zijn om dieren hun 'natuurlijk gedrag' te laten vertonen. Inclusief vrolijke krulstaarten van gezonde en tevreden varkens dus.

Schouten: er moet gewoon een keer iets geforceerd worden zodat het ook gebeurt
2030
Al in 2019 noemde toenmalig minister van Landbouw Carola Schouten het jaar 2030 als einddatum voor het couperen van varkensstaarten. Haar opvolger Femke Wiersma (BBB) noemt ook dat jaar. "Het aanpakken van staartbijten vergt in veel gevallen een fundamentele aanpassing van de bedrijfsvoering, de nodige investeringen, en een markt om de extra kosten hiervoor terug te kunnen verdienen”, licht Wiersma toe in de NRC. Die extra kosten zouden een vergoeding van €10-31 per varken-met-staart moeten rechtvaardigen, berekende de WUR vorig jaar. Ook in Duitsland, waar bijvoorbeeld in de deelstaat Nedersaksen een Ringelschwanzprämie bestaat, gaat het om vergelijkbare premiebedragen. De meerkosten hangen samen met extra arbeidskosten, door extra controle, ruwvoerverstrekking en reiniging van afleidingsmateriaal, hokinrichting en het afleidingsmateriaal zelf.

'Aanzet tot systeemverandering'
Varkens in Nood wil niet tot 2030 wachten. De afgelopen jaren heeft de organisatie al brieven gestuurd en petities ingediend, campagnes gevoerd en aandacht gevraagd. Al die tijd zonder effect. Varkens in Nood begint met een handhavingsverzoek gericht op 5 grote varkenshouders, die routinematig couperen. Daarmee hoopt de organisatie, als zij in het gelijk gesteld wordt, de hele Nederlandse varkenshouderij aan te pakken. Frederieke Schouten, directeur Varkens in Nood, verwacht niet dat ijzer met handen gebroken kan worden, maar stelt dat voortdurend uitstellen geen pas geeft voor de overheid. Schouten formuleert dat zo: "We zeggen niet: stop morgen direct met couperen, laat het maar een bloedbad onder varkens worden. We zeggen wel: begin als NVWA met handhaven, en als veehouderij met stallen verbeteren. Onze procedure is een aanzet tot een systeemverandering. Er moet gewoon een keer iets geforceerd worden zodat het ook gebeurt.”

Dit artikel afdrukken