Ook een geringe consumptie van vlees en vleeswaren zou de kans op hart- en vaatziekten en een voortijdige dood door andere oorzaken licht verhogen. Van bewerkt vlees alleen, krijg je echter niets. Dat is de opmerkelijke uitkomst van een onderzoek dat werd uitgevoerd door de Californische Loma Linda University.
Loma Linda is bekend om zijn grote populatie Zevendedagsadventisten. Het is een zogeheten Blue Zone, een gebied waar de inwoners opvallend oud worden en gezond zijn. Dat voordeel wordt toegeschreven aan hun eet- en leefgewoonten.
Zevendedagsadventisten zijn grotendeels vegetariër en onthouden zich om redenen van hun geloof ook van het gebruik van alcohol, tabak en drugs.
Als een Zevendedagsadventist al vlees eet, is dat heel weinig. Dat maakt een vergelijking met geheel vegetarisch etende geloofsgenoten interessant. De gegevens voor de studie kwamen van de Adventist Health Study-2, een prospectieve cohortstudie waarvoor tussen 2002 tot 2007 96.000 deelnemers werden geworven die regelmatig via een vragenlijst gegevens over hun eetpatroon en gezondheid delen met de universiteit.
Volgens een uitgebreide metastudie uit 2015 van de IARC, de kankerautoriteit van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO), is een statistisch significant verband vastgesteld tussen het eten van rood en bewerkt vlees en een vergrote kans op darmkanker. Volgens de IARC zou het risico op darmkanker met 18% kunnen worden verkleind door dagelijks 50 gram minder rood én bewerkt vlees te eten. Dat komt neer op 5 in plaats van 6 kankergevallen per 100 mensen. Boosdoeners van dat ene extra geval zouden vooral bewerkte vleessoorten, zoals vleeswaren en worst, zijn. Onder rood vlees wordt begrepen rund-, kalfs-, varkens-, lams- en geitenvlees; geen gevogelte (kip, kalkoen) of vis.
De meeste onderzoeken gaan uit van een gemiddelde tot stevige vleesconsumptie. De onderzoekers van Loma Linda denken dat ook een laag gebruik van vlees en vleesproducten (zoals worst, ham, frikadellen en hamburgers) het risico op een vroegtijdige dood verhoogt. Dat is opmerkelijk.
De onderzoekers wijzen er uiteraard op dat hun studie geen causale verbanden aantoont omdat het onderzoek gebaseerd is op de bewerking van data uit vragenlijsten.
Geen antwoord
Wat het onderzoek betekent? In ieder geval hebben we er nu een aantal raadsels bij. Waarom ga je niet eerder dood van vleeswaren en knakworst (bewerkt vlees), maar wel van rood vlees (onbewerkt)? En waarom zelfs nog iets eerder als je zowel onbewerkt als bewerkt vlees eet? Geldt dit wellicht alleen voor mensen die sowieso weinig vlees eten en waarom dan?
De conclusie moet luiden dat het onderzoek vooral vragen oplevert. Het geeft geen antwoord op de vraag of vlees schadelijk is en wat die schadelijkheid veroorzaakt.
Dit artikel afdrukken
Zevendedagsadventisten zijn grotendeels vegetariër en onthouden zich om redenen van hun geloof ook van het gebruik van alcohol, tabak en drugs.
Als een Zevendedagsadventist al vlees eet, is dat heel weinig. Dat maakt een vergelijking met geheel vegetarisch etende geloofsgenoten interessant. De gegevens voor de studie kwamen van de Adventist Health Study-2, een prospectieve cohortstudie waarvoor tussen 2002 tot 2007 96.000 deelnemers werden geworven die regelmatig via een vragenlijst gegevens over hun eetpatroon en gezondheid delen met de universiteit.
Volgens een uitgebreide metastudie uit 2015 van de IARC, de kankerautoriteit van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO), is een statistisch significant verband vastgesteld tussen het eten van rood en bewerkt vlees en een vergrote kans op darmkanker. Volgens de IARC zou het risico op darmkanker met 18% kunnen worden verkleind door dagelijks 50 gram minder rood én bewerkt vlees te eten. Dat komt neer op 5 in plaats van 6 kankergevallen per 100 mensen. Boosdoeners van dat ene extra geval zouden vooral bewerkte vleessoorten, zoals vleeswaren en worst, zijn. Onder rood vlees wordt begrepen rund-, kalfs-, varkens-, lams- en geitenvlees; geen gevogelte (kip, kalkoen) of vis.
De meeste onderzoeken gaan uit van een gemiddelde tot stevige vleesconsumptie. De onderzoekers van Loma Linda denken dat ook een laag gebruik van vlees en vleesproducten (zoals worst, ham, frikadellen en hamburgers) het risico op een vroegtijdige dood verhoogt. Dat is opmerkelijk.
Nog opmerkelijker is de bevinding dat het eten van uitsluitend bewerkt vlees onder matige tot kleine vleeseters geen verhoogd risico liet zien. Het onderzoek geeft niettemin geen antwoord op de vraag of vlees eten schadelijk is en wat die schadelijkheid veroorzaaktNog opmerkelijker is hun bevinding dat het eten van uitsluitend bewerkt vlees onder matige tot kleine vleeseters geen verhoogd risico liet zien. Het totale vleesgebruik onder kleine vleeseters, dus de combinatie van rood en bewerkt vlees, laat juist wél een hoger risico zien. De combinatie zou het risico op voortijdig overlijden aan onder meer hart- en vaatziekten "licht verhogen", concluderen de onderzoekers. Hun statistieken lieten geen significant overlijdensrisico voor bewerkt vlees zien. De gecombineerde consumptie van rood en bewerkt vlees liet weer wel een nog wat hogere vroegtijdige sterfte zien.
De onderzoekers wijzen er uiteraard op dat hun studie geen causale verbanden aantoont omdat het onderzoek gebaseerd is op de bewerking van data uit vragenlijsten.
Geen antwoord
Wat het onderzoek betekent? In ieder geval hebben we er nu een aantal raadsels bij. Waarom ga je niet eerder dood van vleeswaren en knakworst (bewerkt vlees), maar wel van rood vlees (onbewerkt)? En waarom zelfs nog iets eerder als je zowel onbewerkt als bewerkt vlees eet? Geldt dit wellicht alleen voor mensen die sowieso weinig vlees eten en waarom dan?
De conclusie moet luiden dat het onderzoek vooral vragen oplevert. Het geeft geen antwoord op de vraag of vlees schadelijk is en wat die schadelijkheid veroorzaakt.
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 april krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 april krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Sinds de jaren '50 is eigen tabaksteelt in Nederland uitgesloten Frank Buurman Een schimmel greep toen verbazend snel om zich heen en ruïneerde alle teelt. Ik herinner me als kind nog dat veel bewoners van de villawijk - waar ik opgegroeide - in hun moestuin ook tabaksplanten kweekten als overblijfsel uit de Tweede Wereldoorlog. Ik herinner me nog een gesprek met ook de huisarts als overbuurman, die ook zijn - accijnsvrije - tabaksteelt moest opgeven. In de jaren '60 deed mijn vader nog een verwoede poging, maar ook die ging aan schimmels ten onder.
Parallel aan die afgang van de eigen tabaksteelt herinner ik me ook de gesprekken over hele reeks aan nieuwe productiemethoden met veelal de verwijzing naar de toenemende verworvenheden van de chemie. Dat gold ook voor de gebruikers van de diverse rookwaar. Voor die generaties waren de ontwikkelingen werkelijk ongelofelijk. Vanwege het alom benadrukken van het "goedgekeurd zijn" van middelen was de lof over de nieuwe productvarianten vrijwel onbegrensd.
In mijn ouderlijk gezin was vrij fanatieke opgedeeld in twee kampen. Mijn vader en zus waren fan van de chemische vooruitgang. Mijn moeder en ik juist sceptisch. Het is veelzeggend dat mijn moeder mijn vader 20 jaar overleefde en ik mijn zus nu bijna 10 jaar. Mijn zus gaf op haar sterfbed aan dat zij toch ook de chemie als hoofdoorzaak van haar fatale kankeraandoeningen zag.
Een meest overtuigend oordeel over de effecten van tabaksgebruik in vroeger eeuwen geeft de Faculteit der Archeologie van de Universiteit Leiden:
"Pijpgebruik door jong en oud. Sporen van pijproken bij individuen van het Sint Janskerkhof, ‘s-Hertogenbosch", M.C. van Dijk, BE. Berkholst, B. Brozius, E.K. Kuijjer, EB. van Meel, N.H. Maller, T.K. Nielsen, P.JJ.F. Soffers, L.J. Sterner, L de Veth, en H.L. Mickleburgh'
[opgraving in 1984 en uitgebreid onderzocht vooral in 2010-2011]
Het toont aan dat er toen allerminst rookvrije generaties bestonden:
>> In de regel is een vrij langdurige periode van pijproken nodig om een duidelijke pipe notch in het gebit uit te slijten en het kan dus worden vastgesteld dat er in deze periode al voor het 15-16e jaar gerookt werd. Bij de individuen van 17-25 jaar waren er eveneens 2 (van de 6) met pipe notchus en bij de individuen van 25-45 jaarwaren dit er 8 (van de 11). Alhoewel het assemblage vrij klein is en hierdoor vertekening een rol kan spelen, lijkt het er op dat al vroeg begonnen werd met pijproken door sommige individuen waardoor pipe notches al zeer duidelijk zichtbaar werden met hun 15-16e levensjaar. Hoewel de individuen van 17-25 jaar slechts enkele deze pipe notches vertonen (2 van de 6) verschuift dit sterk bij 25-45 jaar (8 van de 11). Gebaseerd hierop kan gesteld worden dat, hoewel niet gebruikelijk, er door deze individuen soms al vroeg werd begonnen met roken en dat op latere leeftijd de meesten regelmatig pijp rookten.<<
De beschrijving van de conclusies toont verbazing over de afwezigheid van duidelijke schadelijke effecten. Daarvan staan de conclusies inzake tandbederf in schril contrast met wat nu veelvuldig als afschrikkend op foto's wordt gepresenteerd:
>> Uit ons onderzoek komt geen direct verband tussen roken en tandbederf, tandsteen of hypercementose naar voren. <<
Heel opvallend is dat een dergelijk onderzoek met deze resultaten nauwelijks bekend is. Het is veelzeggend dat het veelzeggende arrest van het Haagse Gerechtshof ook een dergelijk lot lijkt te treffen.
Duidelijk is dat deze informatie vooral commercieel, maar ook politiek-bestuurlijk als uitermate onwelgevallig wordt gezien vanwege de conflicterende strekking met politiek correcte opvattingen over de veiligheid van voedings- en genotmiddelen. De afstemming van gezondheidszorg op de ontstane ziekten en aandoeningen zullen daarbij - als robuuste verdienmodellen - ook een rol bij spelen.
Marcel Vossestein Mijn lieve opa - hardwerkende agrariër is op 69 jarige leeftijd overleden aan longkanker. Tot mijn immense verdriet. Terwijl hij uitsluitend sigaren rookte van tabak uit eigen teelt. Niet extreem veel, en zonder toevoegingen... Individuele gevoeligheden maken óók veel uit... Maar de factoren die ik benoemde - zeker ook wat verslavende werking betreft - óók! En nog meer in het algemeen, vermoed ik.
Goede samenvatting Frank Buurman #58 Een eeuw geleden waren er twee parallelle ontwikkelingen, die elkaar versterkende ontwikkelingen. Enerzijds de mogelijkheden voor grootschalige mechanische productie en anderzijds vooral ook synthetische middelen om de eigen producten een volledig eigen karakter te geven met onderscheidende kenmerken. Dat laatste vooral als zekerheid om de ontwikkelende productielijnen van een solide afzetmarkt te voorzien.
Het ontdekken en ontwikkelen van steeds meer mogelijkheden voor synthetische hulpstoffen had een vliegwieleffect. Steeds meer en ook complexere verbindingen, die men lange tijd als onaantastbaar en onfeilbaar beschouwde. Vanuit die optiek moesten kwalijke eigenschappen wel volledig aan de tabak worden toegeschreven.
In de debatten over de Volksgezondheidsnota 1966 overheersen ook de opvattingen van de onfeilbare en onmisbare hulpstoffentechnologie. Dokter Meinsma bleek dat slechts te verstoren met het "levensgevaarlijk zijn GEWORDEN van roken". Zijn inzet op meest vergaande preventie op het weren van synthetische verbindingen bij ZIJN kankerbestrijding zou ten koste gaan van de zo kansrijke verdienmodellen. Alleen behandeling en onderzoek mochten toen en ook nu nog de verdienmodellen van de kankerbestrijding vormen. Nadat dát Meinsma duidelijk was, haakte hij af.
De beschreven strategie geldt naast de kankerbestrijding ook voor de reeks aan nieuwe ziekten en aandoeningen die zich ook ontwikkeld hebben met hun aanduiding naar de naam van de ontdekker of een afkorting van de beschrijving ervan.
Hoe zeer onaantastbaar de strategie is, blijkt ook uit het uitblijven van de vervolgactie inzake de inzet van Sick of Smoking en de belangenorganisaties die zich ermee verbonden hebben. De overheden met hun (te) ruimhartige toelatingsbeleid en -praktijk aanspreken blijkt van totaal andere orde dan de tabaksproducenten voor de strafrechter slepen of deze in Europa via de burgerlijke rechter tot schadevergoedingen dwingen.
Een mogelijk meer overtuigend effect lijkt de uitspraak op de rokers te hebben gehad. Tabakswinkels blijken nu nog voortdurend moeite te hebben om aan de stijgende vraag naar rookwaar zonder chemische toevoegingen te voldoen.
De grote sprong in (long gerookte) sigarettenconsumptie is gemaakt in de eerste Wereldoorlog... toen soldaten massaal daarin voorzien werden. Daarvoor was daar eigenlijk geen sprake van. De gepoederde Agio's werden een goedkoop alternatief voor de echte sigaren - voor elk wat wils, van de Zuid Amerikaanse tabak tot de heel anders smakende Sumatra tabak... of gewoon de goedkope Nederlandse teelt. Zonder toevoegingen. Gekaramelliseerde pijp tabak maakte toen ook een grote sprong. De echte aromatische tabak uit bijv. Latakia was veel duurder.
Het kan zijn dat de sigaar in de mond bij lichamelijk werk door boeren leidde tot meer inhalatie op de longen. Daar staat tegenover dat dit werk ook een tegenwicht was voor die inhalatie...
Waarmee ik overigens geen pleidooi wil houden voor het roken van pure tabak. Ook daarin zitten schadelijke verbrandingsproducten. Maar de schadelijkheid (en verslavende werking) is door toevoegingen enorm vergroot.
De boeren rookten niet de hele dag door. De verslaafde rokers nu wel.
Daarbij komt het vervangen van cellulose gebaseerde filters in sigaretten door microplastic filters. Die het milieu enorm vervuilen. En het verbranden van papier (met lijm) als extra factor.
Inzake tabak is - mede door verschillen in waarneming van feiten - grote verdeeldheid op alle onderdelen een vast kenmerk. #55 en #56 De conclusies in het arrest van het Haagse Gerechtshof inzake toestaan van hulpstoffen lijken in voedings- en genotmiddelen hebben tot meer verdeeldheid te hebben geleid. De invloed lijkt verlammend te werken inzake het Preventieakkoord.
Een maand geleden - 26-03-2019 - concludeerde Trouw: “Volgens Legemate [voorzitter van de vereniging Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde (NTvG)] heeft de Alliantie ondertussen een slappe rol gespeeld in de onderhandelingen over het Nationaal Preventieakkoord en initiatieven van de Stichting Rookpreventie Jeugd en het NTvG ‘stelselmatig geboycot’. Een pleidooi voor het instellen van een tabaksverslavingsfonds en het opzetten van een stelsel van vergunningen voor tabaksverkoop, werd volgens Legemate zonder argumenten terzijde geschoven. […] De Alliantie heeft zich volgens Legemate naïef opgesteld en ‘veel te veel mee bewogen met de politiek. Daardoor ligt er nu een akkoord dat weinig gaat betekenen voor de strijd tegen de tabaksverslaving in Nederland.”
Opmerkelijk is dat "de politiek" vooral lijkt bij te dragen tot de verlammende uitwerking.