‘Van neuspeuteren word je niet dik’

Neuspeuteren zou vies en ongezond zijn. Maar is dat ook echt zo? Misschien zitten er wel volop voedingsstoffen in ons snot. In De Standaard zoekt wetenschapsjournalist Thomas de Smet het uit.

Een veelgehoord argument vóór het eten van snot, dat het je weerstand zou verhogen, gaat om die reden ook niet op

Van de mensen die regelmatig neuspeutert, geeft 10% toe het snot ook wel eens op te eten. De smaak, 'lekker zout', zou voor hen een overweging zijn, zegt Dirk Devroey, voorzitter van de vakgroep huisartsgeneeskunde en chronische zorg van de VUB desgevraagd. Maar is het niet juist ongezond je snot op te eten? Dat barst toch van de ziekteverwekkers: de snotproductie komt immers met name op gang als we verkouden of ziek zijn. Devroey: "Die ziekteverwekkers zitten toch al in je lichaam. Het meeste snot slik je door zonder dat het eerst je neus heeft verlaten. Het glijdt ongemerkt de keel in. Een veelgehoord argument vóór het eten van snot, dat het je weerstand zou verhogen, gaat om die reden ook niet op."

Hoe zit het de voedingswaarde van snot, is de volgende vraag. Misschien zit het wel vol interessante micronutriënten. Voedingsexpert Theo Niewold van de KU Leuven zegt er het volgende over: "De voedingswaarde is minimaal. Er zitten ook niet veel vitaminen in snot. De samenstelling is dezelfde als die van het slijm in de longen en darmen". Je hoeft dus niet bang te zijn dik te worden van 'mucofagie', de wetenschappelijke naam voor snot eten.

Is het eten uit je neus ongezond? Nee, concludeert de krant. Het zijn eerder de sociale conventies die je ermee schaadt. En de bloedvaatjes in je neus, want die kun je beschadigen en zelfs infecteren met de ziekteverwekkers op je vingers.