De welvaart zoals we die kennen in Nederland danken we aan het beleid wat zeventig jaar geleden is ingezet. Naoorlogs was het een zoektocht naar groei van de welvaart. De opkomende industrie werd gezien als de kip met de gouden eieren. Met (fossiele) energie als brandstof van deze ontwikkeling. Voor een succesvolle industrie die kon concurreren met omliggende landen waren twee zaken voorwaardelijk: arbeid en lage loonkosten. Veel handjes waren werkzaam binnen de landbouw. Ze waren nodig voor de ontwikkeling van de industrie, uiteraard tegen lage loonkosten. Landbouw was de sleutel. Modernisering van landbouw betekende dat er arbeid vrij kwam en er veel betaalbaar en kwalitatief goed voedsel kon worden geproduceerd. Landbouw was een functioneel onderdeel van de ontwikkeling van de maatschappij.

Door een sterke focus op ontwikkeling en versnelling is de welvaart in Nederland hard gegroeid. Onze landbouwsector is tot op heden vernieuwend, vooruitstrevend en koploper in de wereld. Iets om oprecht trots op te zijn. Maar onder druk van de maatschappelijke opgaven ligt de landbouw onder een vergrootglas. Opgaven rondom grondstoffen, energie, klimaat en het voedselvraagstuk worden steeds urgenter maar er is geen simpele oplossing voor die uitdagingen. We proberen ze veelal geïsoleerd aan te pakken, maar moeten steeds vaker concluderen dat we de oplossing voor onze uitdagingen alleen samen kunnen invullen.

We hebben een voedselsysteem ontwikkeld dat 100% gefocust is op output
Wat het complex maakt is dat dit ook nog moet passen binnen de wetten van een lineair ingerichte economie. We hebben een voedselsysteem ontwikkeld dat 100% gefocust is op output. Immers landbouw wordt betaald voor alles wat het land verlaat - melk, uien, aardappelen en vlees. Daarom zijn we beland in een landbouwsysteem dat zijn geld moet verdienen met schaal (meer van hetzelfde) of een hogere waarde per eenheid. Bij gelijk blijvende opbrengsten is er binnen het huidige systeem maar één overlevingsmogelijkheid. Het tweede wordt namelijk vooral gevonden in een niche. De ironie wil dat zelfs het Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer (ANLb) output gedreven wordt benaderd. Immers elke hectarevergoeding wordt berekend vanuit gederfde product. De economische wetmatigheid zoals die voor iedereen geldt, geldt ook voor landbouw. Tot overmaat van ramp speelt dit zich allemaal af in een gepolariseerd maatschappelijk kader. We zijn beland in wij/zij denken en kunnen alleen nog maar communiceren vanuit goed of fout.

Een verbindende oplossing
Alle hiervoor genoemde opgaven (symptomen) en dilemma’s zijn onderling verbonden. Maar de oplossing laat zich niet vangen in een gesegmenteerde opgave of oplossing. Je zou zelfs kunnen zeggen dat de opgaven symptomen zijn van een scheef gelopen onderliggend systeem. In circulariteit schuilt een belangrijk verbindend puzzelstuk dat een systeemoplossing dichterbij brengt. Het heeft namelijk raakvlakken met vrijwel alle genoemde losse opgaven. Circulariteit als systeembenadering raakt op enigerlei manier alle uitdagingen waarvoor we staan.

Economie en circulariteit
Net als ons economische systeem is de economie van het voedselsysteem lineair ingericht. Elke stap in de keten voegt waarde toe aan een grondstof. We eten het eindproduct. En uiteindelijk eindigt alle waarde via onze ontlasting en de riolering en rioolwaterzuiveringen in Moerdijk in de verbrandingsovens.

Elke stap in de keten na de boer kan de ontwikkeling van zijn kostprijs corrigeren. De boer kan dat niet en corrigeert voor inflatie door zijn output te vergroten, vaste kosten uit te smeren over meer eenheden of waarde toe te voegen. Het zijn output gedreven incentives die de productie opdrijven.

Tot op de dag van vandaag is het excelleren op output de redding van het verdienmodel van de landbouw. De Nederlandse landbouw behoort mondiaal tot de meest efficiënte in termen van gerealiseerde output. Vermoedelijk zijn we zelfs wereldkampioen op dat gebied. Dat kon alleen door flink gebruik te maken van fossiele energie. We constateren nu dat we daardoor roofbouw hebben gepleegd op de bodem.

Perspectief van circulariteit
De één noemt het true pricing, de ander true value en nog een andere heeft het over biologisch, regeneratief etc. De uitdaging is om meer in balans te komen tussen wat we uit de bodem halen en wat we erin stoppen. Circulariteit is een belangrijk onderdeel om te komen tot een verbetering van het systeem. De bodem heeft daarin een cruciale rol.

In feite is de landbouwbodem binnen het voedselsysteem de enige plek waar je circulariteit kunt realiseren. Nergens anders in het hele systeem zijn we in staat producten te recyclen met een positieve energetische balans. Microleven breekt resten af, geeft nutriënten door aan planten, die onder begeleiding van zon, CO2 en water een nieuwe grondstof produceren. Die bijzondere en schaarse functie in het systeem zijn we vergeten. De bodem is het recyclevermogen van de samenleving. Dat geeft landbouw een unieke positie binnen een circulaire samenleving.

Landbouw levert niet alleen voedsel (output), maar zorgt tevens voor het recyclen van reststromen om verliezen vergaand te beperken ten gunste van alle duurzaamheidsopgaven
Wederkerigheid tussen stad en platteland
Om het potentieel van die positie waar te maken, is het noodzakelijk die een plek te geven binnen het economische systeem. Wie de bodem leert te zien als het recyclevermogen van onze samenleving ontdekt dat landbouw een nieuwe waarde krijgt die alleen het landelijk gebied kan verzilveren. Landbouw levert niet alleen voedsel (output), maar kan tevens het recyclen van reststromen verzorgen. Dat beperkt de verspilling van nutriënten en draagt daarmee bij aan nagenoeg alle duurzaamheidsopgaven en creëert een wederkerige verhouding tussen stad en platteland. Landbouw kan het recyclend vermogen van de samenleving zijn. Dat lukt alleen als we landbouw niet langer zien als een losstaand domein, maar als een functioneel onderdeel van de maatschappij. In bestaande ketens wordt duur betaald voor recycling. Nu moet de boer betalen om zijn eigen reststromen (mest) af te komen. Keer dat om en maak van het recyclerend vermogen van de bodem een functie waar alleen tegen betaling gebruik van gemaakt kan worden. Dit creëert grote waarde en waardering voor het werk van de boer.

Zoek mee
Stel dat we zouden zeggen dat het een zoektocht is. Dat we het nog niet precies weten, maar dat we er alles aan doen om niet langer de meest efficiënte landbouw te zijn, maar ons willen ontwikkelen tot de meest effectieve verwerker van reststromen tot nieuw voedsel. Landbouw krijgt er een economisch perspectief door omdat het een nieuwe dienst kan aanbieden. Als we nu eens met de knapste koppen zouden nadenken over welke reststromen van de samenleving op welke bodem het best benut kunnen worden, dan ontstaat een bodemgestuurd systeem en hebben we het ook niet meer over mest- maar bodembeleid. En als we hiermee wederkerigheid kunnen realiseren tussen stad en platteland, dan geven we het landelijk gebied sociaal én economisch perspectief. Als deze droom dan ook nog eens vanuit eigenaarschap en coöperatief door boeren zelf wordt geregeld, dan spekken we niet de beurs van één aandeelhouder, maar verdelen we het kapitaal over landelijke gebieden en pakken we de duurzaamheidsopgaven waar we als samenleving voor staan op systeemniveau aan. Met Agricycling zijn we onze zoektocht naar deze manier van denken gestart. Ik nodig u uit: doe mee!

In Wat is ...? gaan we met bekende en minder bekende mensen op zoek naar wat hen motiveert om te ontdekken of we elkaar van daaruit weer kunnen vinden. Waarom we dit doen lees je in De ontdekking van de ander. Bekijk ook de introductie tot de circulariteitreeks of het overzicht van de serie Wat is circulariteit?
Dit artikel afdrukken