Door de eeuwen heen zijn landbouwgewassen steeds aangepast aan geldende klimaatomstandigheden. De internationale organisatie ICARDAInternational Center for Agricultural Research in the Dry Areas- houdt zich al sinds 1977 bezig met onderzoek naar landbouw in droge gebieden. Zaadbeschermers maken deel uit van de organisatie. Zij verzamelen zaden van de oorspronkelijke, wilde verwanten van de gewassen waar we nu van eten. Die zaden zouden meer bestand kunnen zijn tegen hete, droge omstandigheden en kunnen daarom van groot belang kunnen zijn voor voedselvoorziening in de toekomst.

Tot een paar jaar geleden werden de zaden opgeslagen in een grote zaadbank in Aleppo, Syrië. In totaal lagen daar 155.000 varianten van de belangrijkste gewassen uit de regio opgeslagen. Door de Syrische burgeroorlog die in 2011 begon, moesten de wetenschappers van ICARDA vluchten; de zaadbank bleef achter. Voor hun vertrek konden ze de zaden redden door ze naar Turkije en Libanon te brengen. Ook stuurden de wetenschappers al sinds 2008 zaden op naar de wereldzaadbank in Spitsbergen. Zodoende was er voldoende back-up.

Tussen Libanon, Marokko en Spitsbergen
Hoe de zaadbank in Aleppo er intussen bij ligt weet niemand, maar de redding van de zaden was in ieder geval niet voor niets. In 2015 zijn de ICARDA wetenschappers begonnen aan een wederopbouw. Om in de toekomst niet weer met dezelfde problemen te kampen, kozen ze ervoor om dit keer twee zaadbanken op te zetten: een in Marokko en een in Libanon, niet ver van de Syrische grens. Voor de wederopbouw leenden de wetenschappers de zaden die zij eerder in de wereldzaadbank hadden opgeslagen. Inmiddels bevat de Libanese zaadbank 39.000 zaden en die in Marokko ook nog eens 32.000. Van de meeste zaden heeft de wereldzaadbank ook een aantal exemplaren in de collectie en ook de geleende zaden worden weer aangevuld in Spitsbergen. Begin september verzonden de wetenschappers nog 31 dozen zaad richting Spitsbergen.

In Soedan introduceerde ICARDA een graansoort die naar verwachting beter tegen droogte en hitte kan. Ook werkt de organisatie aan een tuinboon die resistent is tegen parasitair onkruid en aan linzen die met een korter groeiseizoen toe kunnen. Volgens Andrew Noble, tot voor kort adjunct-directeur voor onderzoek, zullen steeds meer gebieden te maken krijgen met de droge, hete zomers die het Midden-Oosten kenmerken. De ‘taaie’ zaden uit het verleden kunnen dan een belangrijke rol gaan spelen bij het voeden van de wereld.
Dit artikel afdrukken