imageAan de Nederlandsche Koks en Keukenmeiden
Ziet hier een Boekje, klein en goed
Welk velen uwer zal behagen,
Als 't hen, eenvoudig, volgen doet
de beste Mode in onze dagen.
Al is 'r dan een overvloed
van die gelyke Tyt'len dragen,
Denkt maar, gelyk gy spreken moet,
't Zyn all' geen goede KOKS, die lange messen dragen.


Met dit gedicht opent De Nieuwe, Welervarene Utrechstsche Keuken-meid, Confituurmaakster en Huis-doctores. Een boek dat in 1771 gedrukt werd. Eerder dit jaar verscheen een facsimile versie bij uitgeverij Begijnenkade 18 in Utrecht.
Wat is er bijzonder aan dit boekje? Allereerst het feit dat er maar weinig exemplaren bekend zijn van deze druk. De eigenaar van het oorspronkelijke exemplaar, John Landwehr, stelde het boek ter beschikking, zodat nu velen van dit prachtige, typisch 18e eeuwse kookboek kunnen genieten. In de 18e eeuw was er een ware hausse in West-Europa aan nieuwe kookboeken en Nederland bleef niet achter. De Utrechtse keukenmeid heeft zusjes, zoals de Volmaakte Hollandsche Keukenmeid uit 1746, de Schrandere Stichtse Keuken-meid uit 1754, de Volmaakte Geldersche Keukenmeid uit 1761, het Volkomen Nederlandsch Kookkundig Woordenboek, voorgesteld in de Vriesche Keukenmeid en verstandige huishoudster uit 1772, en dan is er nog de Nieuwe Ervaerene Brusselse Keuken-meyd uit 1796. De Nieuwe, Welervarene Utrechtsche Keuken-meid uit 1771 is een verbeterde versie van de eerste uitgave uit 1754.

Wat is er typisch 18e eeuws aan de recepten? Nieuwe bereidingswijzen, zoals voor bouillonblokjes, de enorme hoeveelheid kleine koekjes voor bij de nieuwe dranken als thee, koffiie en chocola, maar ook een ander smaakpalet voor de sauzen en stoofpotten dan in de middeleeuwen gebruikelijk was. Smaak komt van morieljes, artisjokbodems, ansjovis, bieslook, citroenschil, truffel en kappertjes en in mindere mate van specerijen.
Sauzen worden deels nog gebonden met geraspt wit brood (nog erg middeleeuws), maar ook al met losgelopte eieren.

Het boek geeft een aardig inzicht in wat er zoal op tafel kwam en hoe de huishouding bezig was seizoensproducten in te maken voor de winter. Vlees, vis en groenten worden gezouten, gedroogd of in het zuur gelegd.
En er worden prettig veel worsten gemaakt. Een heel hoofdstuk is gewijd aan de slachttijd, het zouten en roken van vlees, hammen en spek, het maken van rollen, hooftvlees en allerhande worst. Van simpele Gelderse of Brabantse rookworst tot rolpens en rijstworst. Maar het kan ook chic: patrijzen- en hazenworst maak je in schapendarmen, 't is maar een weet.
Kortom: een smakelijk boek dat de ervaren kok of keukenprinses van nu veel inspiratie kan bieden. Enige, zeer overkomelijk minpuntje: de verklarende woordenlijst is niet altijd helemaal correct, maar een kniesoor die daar op let.

ISBN: 978-90-78019-08-4. www.begijnenkade18.nl

Dit artikel afdrukken