Indonesië is de grootste palmolieproducent ter wereld. De EU Deforestation Regulation (EUDR) vereist dat onder meer palmolie, hout, soja, koffie en vee niet afkomstig zijn van ontbost of aangetast land dat na 31 december 2020 is ontgonnen. Als dat wel het geval is, mogen deze producten niet meer in de EU op de markt worden gebracht. Het uitstel van de wet zorgt voor zowel opluchting als bezorgdheid in Indonesië.
Waarom Indonesië blij is met het uitstel
Jakarta is blij met het uitstel vanwege de extra tijd die het land krijgt om zich voor te bereiden op de strenge EU-regelgeving. De overheid vindt de manier waarop de wet wordt ingevoerd minstens zo belangrijk als de tijdlijn.
Een van de grote zorgen in Indonesië is de eis van de EU voor gedetailleerde geolocatiedata van landbouwgrond. De Indonesische minister Airlangga Hartarto vindt dat toegang van buitenlandse partijen tot deze gegevens veiligheidsrisico’s met zich meebrengt. Bovendien heeft Indonesië zijn eigen duurzaamheidsnormen, zoals de Indonesia Sustainable Palm Oil (ISPO), die de EU niet erkent. Het uitstel geeft Indonesië meer tijd om te pleiten voor wederzijdse erkenning van hun standaarden en de bescherming van nationale belangen.
De vertraging biedt ook een kans voor Indonesië om op te roepen tot meer regionale samenwerking. Tijdens een bijeenkomst van de ASEAN Economic Community Council riep Airlangga de lidstaten op zich te verenigen tegen wat hij beschreef als discriminerende mondiale duurzaamheidsregels, zoals de EUDR, die volgens hem een negatieve impact hebben op de economie en het levensonderhoud van vele mensen. Dit versterkt Indonesië’s positie in internationale onderhandelingen en geeft het land meer tijd om zijn belangen te verdedigen.
Waarom Indonesië niet blij is met het uitstel
Ondanks de voordelen die extra tijd met zich meebrengt, stelt het uitstel commerciële spelers in de Indonesische palmoliesector teleur. De vertraging heeft negatieve gevolgen voor kleine boeren die al forse investeringen hebben gedaan om aan de EUDR-normen te voldoen. Volgens Marcel Andri, hoofd van de belangenbehartigingsafdeling van de Indonesische Palmolie Smallholders Union (SPKS), hebben veel kleine boeren sinds 2015 gewerkt aan het verbeteren van de governance en het vastleggen van coördinaten van hun plantages om aan de EU-eisen te kunnen voldoen. De kosten daarvan - $12,72 per hectare - kunnen ze nu niet terugverdienen. Dit brengt hen in een lastige positie, vooral omdat de export wordt beïnvloed door een overaanbod van andere plantaardige oliën, zoals zonnebloemolie, waardoor de vraag naar palmolie in China, India en Pakistan is gedaald.
Lastig parket
Het uitstel van de EU ontbossingswet plaatst Indonesië in een lastig parket. Aan de ene kant biedt de vertraging ruimte om verder te onderhandelen over de erkenning van Indonesische duurzaamheidsnormen en om bezorgdheden over nationale veiligheid en de kosten voor kleine boeren aan te pakken. Aan de andere kant vinden veel spelers in de sector dat het uitstel hen juist schaadt, omdat de extra marge die ze hoopten te kunnen verdienen verder uitzicht raakt.
De Indonesische palmolie-industrie biedt werk aan 16,2 miljoen mensen en produceerde vorig jaar 56 miljoen ton palmolie. Het land moet een balans vinden tussen het waarborgen van nationale belangen, de eisen van één van zijn grote afnemers (de EU) en moet tegelijkertijd concurreren op de wereldmarkt.
Op 30 november krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog