Aardbeien zijn zes keer giftiger dan ander fruit, schrijft de krant volgens de NOS. Zo onzorgvuldig formuleerde Trouw het zelf niet. Het dagblad zelf heeft het over "zes keer zoveel schadelijke stoffen als ander fruit." Het is een klein nuanceverschil, maar de toon is snel gezet.

Die toon klinkt, in Trouw, als volgt: "Uit steekproeven naar diverse soorten groenten en fruit die vorig jaar zijn genomen door de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) blijkt dat elke aardbei is bespoten met gemiddeld zeven tot acht schadelijke stoffen. Een partij aardbeien bevatte zelfs zeventien verschillende stoffen, zo blijkt uit een analyse van de NVWA-cijfers door Trouw. De toezichthouder greep niet in omdat de regels niet werden overschreden. Dat laat volgens deskundigen precies zien dat de regels niet kloppen en de consument niet is beschermd tegen inname van te veel schadelijke stoffen."

Alle voedsel 'giftig'?
Vervolgens geven deskundigen in de krant aan dat het gebruik van veel verschillende middelen aardbeien "een stuk giftiger' maakt dan ander fruit door het sterke zogeheten cocktaileffect. Volgens de krant heeft goed afspoelen geen zin "omdat de schadelijke stoffen in het fruit zijn opgenomen."

De aard van het cocktaileffect is onzorgvuldig beschreven. Er is sprake van onzekerheid, maar niet noodzakelijk van extra 'giftigheid'. De cocktaileffecten zijn onbekend. We weten niet of ze er zijn, wat ze zijn en hoe sterk ze zijn. We weten bovendien niet of ze schadelijker zijn als wanneer we verschillende producten eten die allemaal 1 stof binnen veilige residulimiet bevatten. Wie de redeneringen van de krant en de geciteerde deskundigen volgt, moet strict genomen dan ook alle voedsel potentieel giftig verklaren.

Voor de menigmaal in Zembla over gifgebruik in de landbouw geïnterviewde toxicoloog professor Martin van den Berg (Universiteit van Utrecht) was het aanleiding om op te merken dat hij gewoon aardbeien blijft eten en overgaat tot de orde van de dag.

Trouw en de geciteerde deskundigen verwijten de NVWA de cocktaileffecten niet te onderzoeken, ook niet in geval van het gebruik van 17 bestrijdingsmiddelen. De vraag is wat de NVWA zou moeten doen. De organisatie maakt de normen niet maar handhaaft ze. De normen zijn gesteld in maximale residulimieten (MRL) per stof per gewicht eindproduct. Formeel kan de NVWA dus alleen ingrijpen als een enkelvoudige MRL is overschreden. Uiteraard is het denkbaar dat de Autoriteit ingrijpt in een geval waar de wet geen regels voor heeft vastgesteld omdat het gezonde verstand en wetenschappelijke inzichten dat redelijk en billijk laten zijn. Volgens Van den Berg is er geen reden voor ingrijpen. Wel vindt hij het een goede zaak om de potentieel wel hogere risico's van gecombineerde stoffen met dezelfde werkingsmechanismen beter in kaart te brengen. Dat is echter geen handhavingstaak, maar onderzoek ten behoeve van aangescherpte regelgeving.
Dit artikel afdrukken