De bevindingen zijn een soort 'bijvangst' van een groot onderzoek naar de beste manier om de oceanen te beschermen door de biodiversiteit te borgen, de koolstofemissies te verlagen en tegelijk de voedselproductie te verhogen. De onderzoekers maakten vele op modelbouw gebaseerde berekeningen. De resultaten verscheen in het gezaghebbende blad Nature.

"Het is duidelijk dat zowel de mensheid als de economie baat hebben bij een gezondere oceaan," zegt onderzoeksleider Enric Sala bij het verschijnen van de studie. "En we kunnen die voordelen snel realiseren als landen samenwerken om minstens 30% van de oceanen te beschermen in 2030." Op dit moment is 7% van de oceanen aangewezen als beschermd gebied. Slechts 2,7% is daadwerkelijk strikt beschermd.

'Carbon sink'
De zeebodem functioneert als een 'carbon sink', een plek waar koolstof in de bodem wordt opgenomen in plaats van te vervluchtigen naar de atmosfeer om daar zijn rol als klimaatveranderend gas te gaan vervullen. Mariene sedimenten vormen de grootste koolstofreservoirs ter wereld en zouden dat in principe ongestoord kunnen blijven.

Menselijke activiteiten (diepzee-trawlervissen, mijnbouw, olie- en gasboringen) verstoren de sedimenten. Dat resulteert in remineralisatie van de organische koolstof tot CO2, verzuring van het oceaanwater, vermindering van de buffercapaciteit en de opbouw van CO2 in de atmosfeer.

De onderzoekers berekenden dat de hoeveelheid CO2 die jaarlijks vrijkomt als gevolg van de zeebodemverstoringen circa 1 gigaton bedraagt. Dat is groter dan de uitstoot van de meeste landen ter wereld, op China, de VS, India, Rusland en Japan na, en ongeveer gelijk aan de uitstoot van de complete mondiale luchtvaart (918 miljoen ton in 2019, volgens Business AM).

"De oceaanbodem is 's werelds grootste opslagplaats voor koolstof. Als we erin willen slagen de opwarming van de aarde een halt toe te roepen, moeten we de koolstofrijke zeebodem ongemoeid laten," zegt Trisha Atwood van de Utah State University, een co-auteur van het artikel. "Toch vissen we elke dag met bodemtrawls op de zeebodem, waardoor de biodiversiteit wordt uitgeput en duizenden jaren oude koolstof wordt gemobiliseerd, waardoor de klimaatverandering wordt verergerd. Onze bevindingen over de klimaateffecten van bodemtrawlvisserij zullen ervoor zorgen dat de activiteiten op de zeebodem van de oceaan moeilijk te negeren zullen zijn in toekomstige klimaatplannen."

Scenario's voor onderhandelingen
En precies daarvoor biedt de nieuwe studie perspectief: de landen met het grootste potentieel om via de bescherming van koolstofvoorraden bij te dragen aan het tegengaan van klimaatverandering, zijn ook de landen met uitgestrekte nationale wateren en een omvangrijke industriële bodemtrawlvisserij. De studie laat zien dat door slechts 4% van de oceanen te beschermen, 90% van het huidige risico van koolstofverstoring door de visserij met bodemtrawls weggenomen kan worden. Die 4% bevinden zich hoofdzakelijk binnen de nationale wateren, waar toezicht en handhaving mogelijk zijn. Bovendien blijkt de bescherming van strategische oceaangebieden ook nog eens meer vis en schaaldieren op te kunnen leveren: tot wel 8 miljoen ton per jaar.

National Geographic maakt de verschillende afwegingen inzichtelijk in een YouTube-video:




2021 wordt een belangrijk jaar voor biodiversiteit, klimaat en de oceanen. Nadat de coronacrisis vorig jaar tot uitstel noopte, staan dit jaar een aantal grote Verenigde Naties-conferenties op de planning. Langzaam maar zeker wint de '30 x 30'-campagne aan momentum, schrijft Nature in een editorial met de titel 'Ocean protection needs a spirit of compromise'. De Campaign for Nature wil in 2030 30% van de aarde (land en zee) beschermd hebben. Dat streven gaat met de nodige (geopolitieke) spanningen gepaard omdat de belangen van natuurbescherming, voedselvoorziening en economie niet in elkaars verlengde liggen.

Het onderzoek van Enric Sala en zijn team zou kunnen helpen die spanningen rondom het instellen van beschermde gebieden te verlichten. Het door hen ontwikkelde model laat zien hoe de oceaan zo kan worden beschermd dat zowel het milieu als de visserij-industrie daar beter van worden. Dat kan landen helpen mooie compromissen te ontdekken.

Een plan dat 71% van de oceaan beschermt, zou 91% van de maximale biodiversiteitsvoordelen en 48% van de koolstofvoordelen kunnen opleveren, zonder gevolgen voor de bestaande vangsten. In een ander scenario zou door 28% van de oceaan te beschermen een maximale toename van de visvangsten te bereiken zijn, terwijl tegelijk 35% van de maximale biodiversiteitsvoordelen en 27% van de maximale koolstofvoordelen zouden worden veiliggesteld.

Het model maakt inzichtelijke dat het bereiken van het beste resultaat voor alle drie de doelstellingen (beschermen van de biodiversiteit, voedselvoorziening en koolstofopslag) een kwestie van geven en nemen is, maar dat de juiste combinaties winst opleveren. Daar zit de kracht. Landen en groepen belanghebbenden zullen moeten afwegen welk doel het zwaarste weegt. Dat zijn politieke, maar noodzakelijke afwegingen. Sommige landen zullen bijvoorbeeld een deel van hun winstgevende visserij moeten opgeven. De deelnemers aan de aankomende biodiversiteits- en klimaatconferenties staan dan ook voor een fikse uitdaging. Maar dit onderzoek laat zien dat het algemeen belang goed te dienen valt. Als de mensheid goed voor de oceanen zorgt, zorgen de oceanen voor ons.

Dit artikel afdrukken