Onder de titel 'Toekomstgerichte fruittelers, investeer in de oplossingen' publiceerde Arne Bac van de Rabobank zijn visie op ondernemerschap in de fruitteelt. Fruittelers zouden vergeten te investeren in oplossingen. Fruitteeltadviseur Wouter van Teeffelen reageert: dat is te kort door de bocht.
De column van Arne Bac is duidelijk, maar vraagt om weerwoord. Juist in het duidelijk benoemen van de knelpunten en in het voeren van een open discussie over dit soort 'oplossingen' ligt de echte oplossing.
Het zo duidelijk benoemen dat de markt onder druk blijft staan en niets doen geen optie is, onderschrijf ik direct. Het benoemen van stoppen als optie is logisch en zeker dat je het beter tijdig kunt doen zonder te grote kleerscheuren. Maar zonder kleerscheuren stoppen vind ik wat onhandig verwoord van Bac. Je loopt je als stopper altijd in meer of mindere mate kleerscheuren op. Het geeft altijd leed waarvan een deel te vaak onnodig is.
Huurhuisje
Helaas heb ik in adviestrajecten trieste voorbeelden mee gemaakt bij late stoppers. Ik ken helaas de nodige mensen die in een leuk eigen huis zonder financiering hadden kunnen blijven wonen, maar nu in een huurhuisje met restschuld zitten.
Om heel menselijke redenen gaan fruittelers met te weinig perspectief vaak te lang door. Sociale druk vanuit collega’s, de omgeving of een te grote eigen druk om als fruitteler niet te falen versterkt dat enorm.
Terwijl er vermoedelijk heel veel leed te nemen is omdat voor meer agrarische ondernemers geen wel een toekomst is weggelegd, ligt de nadruk in dit soort discussies altijd op de kansen voor de blijvers. Blijvers worden geportretteerd als 'goede ondernemers', stoppers als hun 'minderen' die de kansen en oplossingen maar niet willen zien.
Misschien klopt dat gedeeltelijk ook wel. Een topondernemer redt het onder alle omstandigheden en zal zich op tijd en op eigen initiatief zijn activiteiten vernieuwen of verleggen. Er zijn er zelfs toppers die het met het telen van appels en peren op een topniveau in de teelt en met zaken daarbuiten zo goed doen dat ze zich als persoon en bedrijf nog goed gezond ontwikkelen. Maar ik ken de aanmerkelijk grotere groep goede ondernemers in de fruitteelt en in de andere sectoren die op tijd de bakens verzet hebben, maar die nauwelijks nog een bijdrage aan hun inkomen halen uit de teelt van appels en peren die ze er niettemin nog steeds bij doen. Voor grote aantallen andere agrarische ondernemers geldt precies hetzelfde.
Ketensamenwerking zou een oplossing zijn voor agrarische ondernemers. Ook Bac zegt dat weer. Heel tactvol zwijgt hij over coöperaties want in een oproep om allemaal lid te worden van een afzetcoöperatie zodat we weer een echt collectief zijn, zit geen - zo leert de recente geschiedenis - geen oplossing. Dat communicatie tussen teler en afnemers een sleutelfactor is om in een lastige markt toch succesvol te zijn, onderschrijf ik. In de groep ondernemers die dat als individuele telers goed doen en daar ook het talent voor hebben, zie ik de meeste blijvers.
Bac wijst in zijn column op de kansen van nieuwe merkproducten, maar is onvoldoende kritisch. Zoals de mislukkingen van de Rubens- en Junami-appels van het mislukte Inova Fruit laten zien, garanderen ze geen meerwaarde voor de teler. Met zulke leerervaringen moet je de potentie van nieuwe rassen en merken niet overdrijven. Kennelijk komt er meer bij kijken.
En zo zou je een reeks van 'oplossingen' kunnen bespreken. Denk daarbij in de fruitteelt aan het afdekken van weerrisico’s, duurzamer en biologisch produceren, het volop blijven planten van Conference-peren omdat die het in ons klimaat zo goed doen, steenfruit als alternatief, de potentie van kleinfruit, kiezen voor directe afzet naar consumenten... en ga zo maar door.
Beu
Misschien klink ik wat negatief, maar ik geloof dat gewoon de realiteit onder ogen zien altijd het beste is. Dat is het kenmerk van echt goede ondernemers. Ze laten zich geen zand in de ogen strooien door mooie hoopvolle verhalen van gouden bergen die ze uiteindelijk niet kunnen realiseren. Knelpunten moet je dan ook gewoon benoemen. Ik kreeg ooit de kritiek na een realistische lezing negatief te zijn, want “na zeven slechte jaren volgen toch zeven vette jaren”. Wie zo denkt, steekt zijn kop in het zand. Ondernemers zijn realistisch en kijken met een voldoende positief slimme blik hoe ze van de omstandigheden gebruik kunnen maken in hun eigenbelang. Zulke mensen pakken de kansen die er voor echte ondernemers met nog voldoende financiële mogelijkheden en een drive altijd zijn.
De afgelopen jaren heb ik als bedrijfsadviseur veel te vaak onder druk staande fruitbedrijven naar de uitgang van de sector begeleid. Even vaak heb ik geprobeerd agrarische ondernemers te laten zien dat stoppen beter is dan doormodderen. Ik ben het eerlijk gezegd beu. Het is verdrietig makend werk waaraan veel behoefte is maar waar weinig geld voor beschikbaar is. Natuurlijk heb ik ook prachtige nieuwe perspectieven mogen helpen ontwikkelen en daar zou ik graag verder een positieve community van adviseurs en ondernemers voor willen maken. Maar dat gaat niet zonder ook de flinke pijn te zien, waar Nederland op vele fronten in zijn land- en tuinbouw voor staat. Daar zullen we ook in ons land het nodige aan moeten doen.
Agrarisch adviseur Wouter van Teeffelen schreef deze opinie op zijn Facebookpagina. Op ons verzoek bewerkte hij zijn tekst voor Foodlog.
Dit artikel afdrukken
Het zo duidelijk benoemen dat de markt onder druk blijft staan en niets doen geen optie is, onderschrijf ik direct. Het benoemen van stoppen als optie is logisch en zeker dat je het beter tijdig kunt doen zonder te grote kleerscheuren. Maar zonder kleerscheuren stoppen vind ik wat onhandig verwoord van Bac. Je loopt je als stopper altijd in meer of mindere mate kleerscheuren op. Het geeft altijd leed waarvan een deel te vaak onnodig is.
Huurhuisje
Helaas heb ik in adviestrajecten trieste voorbeelden mee gemaakt bij late stoppers. Ik ken helaas de nodige mensen die in een leuk eigen huis zonder financiering hadden kunnen blijven wonen, maar nu in een huurhuisje met restschuld zitten.
Om heel menselijke redenen gaan fruittelers met te weinig perspectief vaak te lang door. Sociale druk vanuit collega’s, de omgeving of een te grote eigen druk om als fruitteler niet te falen versterkt dat enorm.
Ik vind op tijd stoppen in de agrarische wereld van meer ondernemerschap en lef getuigen dan jaren blijven doormodderenOndernemen in de fruitteelt en in de landbouw in het algemeen is topsport. Dat vergt gewoon heel veel talent en een goede uitgangspositie om succesvol te kunnen zijn. Ik vergelijk het maar met een tiener die de ambitie heeft om topsporter te worden. Als later blijkt dat topsporter worden er toch niet in zit dan gaan we daar anders mee om dan bij een stoppende ondernemer in de landbouw. De “mislukte” topsporter zal niet als een loser gezien worden, maar als iemand die het geprobeerd heeft en met zijn talent op een andere plaats wel succesvol kan zijn. Ik ken genoeg telers die in zo'n lastige positie zitten dat het lastig blijft. Ze hebben wel het talent en regelmatig ook het ondernemerschap om in een andere positie wel succesvol te zijn. Zo zouden we ook veel meer over stoppers in de fruitteelt moeten denken. Ik vind op tijd stoppen in de agrarische wereld van meer ondernemerschap en lef getuigen dan jaren blijven doormodderen. Omdat het daar te vaak aan ontbreekt, hebben we als maatschappij in het algemeen en landbouwsector in het bijzonder een taak om stoppers meer bij te staan in het lastige proces. Waar onnodig veel psychisch leed bij agrarische ondernemers en hun familie voorkomen kan worden of rouw beter bejegend kan worden, hebben we de sociale plicht om daar voor te zorgen. Vlaamse Boeren op een Kruispunt is een uitstekend voorbeeld.
Terwijl er vermoedelijk heel veel leed te nemen is omdat voor meer agrarische ondernemers geen wel een toekomst is weggelegd, ligt de nadruk in dit soort discussies altijd op de kansen voor de blijvers. Blijvers worden geportretteerd als 'goede ondernemers', stoppers als hun 'minderen' die de kansen en oplossingen maar niet willen zien.
Misschien klopt dat gedeeltelijk ook wel. Een topondernemer redt het onder alle omstandigheden en zal zich op tijd en op eigen initiatief zijn activiteiten vernieuwen of verleggen. Er zijn er zelfs toppers die het met het telen van appels en peren op een topniveau in de teelt en met zaken daarbuiten zo goed doen dat ze zich als persoon en bedrijf nog goed gezond ontwikkelen. Maar ik ken de aanmerkelijk grotere groep goede ondernemers in de fruitteelt en in de andere sectoren die op tijd de bakens verzet hebben, maar die nauwelijks nog een bijdrage aan hun inkomen halen uit de teelt van appels en peren die ze er niettemin nog steeds bij doen. Voor grote aantallen andere agrarische ondernemers geldt precies hetzelfde.
Knelpunten moet je dan ook gewoon benoemen. Ik kreeg ooit de kritiek na een realistische lezing negatief te zijn, want “na zeven slechte jaren volgen toch zeven vette jaren”. Wie zo denkt, steekt zijn kop in het zandNiet overdrijven
Ketensamenwerking zou een oplossing zijn voor agrarische ondernemers. Ook Bac zegt dat weer. Heel tactvol zwijgt hij over coöperaties want in een oproep om allemaal lid te worden van een afzetcoöperatie zodat we weer een echt collectief zijn, zit geen - zo leert de recente geschiedenis - geen oplossing. Dat communicatie tussen teler en afnemers een sleutelfactor is om in een lastige markt toch succesvol te zijn, onderschrijf ik. In de groep ondernemers die dat als individuele telers goed doen en daar ook het talent voor hebben, zie ik de meeste blijvers.
Bac wijst in zijn column op de kansen van nieuwe merkproducten, maar is onvoldoende kritisch. Zoals de mislukkingen van de Rubens- en Junami-appels van het mislukte Inova Fruit laten zien, garanderen ze geen meerwaarde voor de teler. Met zulke leerervaringen moet je de potentie van nieuwe rassen en merken niet overdrijven. Kennelijk komt er meer bij kijken.
En zo zou je een reeks van 'oplossingen' kunnen bespreken. Denk daarbij in de fruitteelt aan het afdekken van weerrisico’s, duurzamer en biologisch produceren, het volop blijven planten van Conference-peren omdat die het in ons klimaat zo goed doen, steenfruit als alternatief, de potentie van kleinfruit, kiezen voor directe afzet naar consumenten... en ga zo maar door.
Beu
Misschien klink ik wat negatief, maar ik geloof dat gewoon de realiteit onder ogen zien altijd het beste is. Dat is het kenmerk van echt goede ondernemers. Ze laten zich geen zand in de ogen strooien door mooie hoopvolle verhalen van gouden bergen die ze uiteindelijk niet kunnen realiseren. Knelpunten moet je dan ook gewoon benoemen. Ik kreeg ooit de kritiek na een realistische lezing negatief te zijn, want “na zeven slechte jaren volgen toch zeven vette jaren”. Wie zo denkt, steekt zijn kop in het zand. Ondernemers zijn realistisch en kijken met een voldoende positief slimme blik hoe ze van de omstandigheden gebruik kunnen maken in hun eigenbelang. Zulke mensen pakken de kansen die er voor echte ondernemers met nog voldoende financiële mogelijkheden en een drive altijd zijn.
De afgelopen jaren heb ik als bedrijfsadviseur veel te vaak onder druk staande fruitbedrijven naar de uitgang van de sector begeleid. Even vaak heb ik geprobeerd agrarische ondernemers te laten zien dat stoppen beter is dan doormodderen. Ik ben het eerlijk gezegd beu. Het is verdrietig makend werk waaraan veel behoefte is maar waar weinig geld voor beschikbaar is. Natuurlijk heb ik ook prachtige nieuwe perspectieven mogen helpen ontwikkelen en daar zou ik graag verder een positieve community van adviseurs en ondernemers voor willen maken. Maar dat gaat niet zonder ook de flinke pijn te zien, waar Nederland op vele fronten in zijn land- en tuinbouw voor staat. Daar zullen we ook in ons land het nodige aan moeten doen.
Agrarisch adviseur Wouter van Teeffelen schreef deze opinie op zijn Facebookpagina. Op ons verzoek bewerkte hij zijn tekst voor Foodlog.
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 april krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 april krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Ik zet het maar even hier neer. Uit de nieuwsbrief van Marion Nestlé: Earl Blumenauer (Dem-OR), houdt zich bezig met the farm bill. In zijn document Growing Opportunities staan een paar intrigerende zinnen:
Even the name (farm bill) is a lost opportunity. At a minimum, it should be called the Food and Farm Bill. Not only is the Farm Bill costly and expensive, its resources are misdirected.
The legislation gives too much to the wrong people to grow the wrong food in the wrong places.
Gert #22, we schreven hier al eens over die verandering in de landbouw in Frankrijk (en Oost-Europa). Interessant is hoe de nieuwe regering in Frankrijk het beleid (mede in het kader van het nieuwe Landbouw/Voedselbeleid van de EU) nu zal vormgeven. Macron heeft een aantal duidelijke uitgangspunten geformuleerd.
Nederland heeft daar veel grotere moeite mee* omdat het voor ons pay time is in Europa. Wij hebben ons zo afhankelijk gemaakt van export naar buurlanden dat we de eigen productie van die landen in de weg zitten binnen het nieuwe beleid en burgers en het milieu in eigen land de grootschaligheid niet meer accepteren die nodig is om de boel concurrerend te houden.
* wij neigen naar kreten als innovatie en verduurzaming en bedoelen dan: we blijven intensivering van de landbouw ontwikkelen voor de rest van de wereld en hebben daar Nederland dan als ontwikkelplek voor nodig. Dat intensieve product valt alleen lastig marge te laten verdienen in een zo duur land als het onze.
Dick, dat is een heel klein bedrijfje vergeleken bij de krachten waar Jan Peter het over heeft.
Inderdaad, die partijen zijn al op de markt, Jan Peter: zie o.a. varkensbaron Straathof.
Wat zou toch de succesformule van deze varkensbedrijvendokter zijn?
In Frankrijk lijken Chinezen nogal aktief met aankoop van agrarische grond. De prijzen van grond daar, zijn wellicht aantrekkelijker dan in Nederland. Ik hoorde dat van verschillende Nederlanders die daar een huis hebben.
Het wordt bevestigd in de Franse pers.