image Het was gisteren wereldvoedseldag. Dan staan we stil bij eten voor onze auto.
Wat doen we vandaag en morgen?

Welk recht gaat vóór: het zuidelijke recht op voedsel of het noordelijke recht op brandstof? Sluit het een het ander uit? Dit mondiale vraagstuk bespraken bedrijven, overheid, onderzoekers en NGO’s, die op 16 oktober deelnamen aan het debat op Wereldvoedseldag in het Nutshuis Den Haag.

(Bio)divers publiek
Onder de circa 150 aanwezigen bevonden zich vertegenwoordigers van overheden, de ChristenUnie, verschillende ministeries, het Productschap MVO, Senternovem en voedingsmiddelenbedrijven waaronder DSM, Friesland Foods, H.J. Heinz B.V.en Unilever. Ook non-food bedrijven als ENECO Energie, onderzoeksinstellingen zoals het Landbouw Economisch Instituut, onderzoekers van Wageningen UR en NGO’s als Oxfam Novib, ICCO, LTO en Fairfood waren goed vertegenwoordigd. Het grootste debat op Wereldvoedseldag in Nederland werd gevoerd door een rijke combinatie van groepen met verschillende belangen.
Botsende belangen
Sommige organisaties waren het eens met elkaars standpunten, terwijl anderen met elkaar botsten. Zo verweet een deelnemer uit het publiek Willem-Jan Laan (directeur external affairs Unilever) dat hij zich “wel heel maatschappelijk opstelde”, toen Laan verkondigde dat “energievoorziening er niet toe mag leiden dat elders in de wereld honger wordt geleden.”

Brandstof én voedsel
Minister Verburg, als vertegenwoordiger van het publieke belang, was ervan overtuigd dat het recht op brandstof en voedsel elkaar niet hoeven te bijten. “Over één ding kan ik kort zijn: het moet afgelopen zijn met de honger in de wereld. Punt uit. Er is genoeg voedsel voor iedereen.” Verburg pleitte voor een snelle introductie van biobrandstoffen van de zogenoemde tweede generatie in de Nederlandse economie. Tweede generatie biobrandstoffen worden gemaakt uit niet-eetbare zaken zoals houtachtige gewassen en stengels. Volgens haar kunnen boeren in ontwikkelingslanden gebaat zijn bij een bio-based economy, omdat ze naast de voedselmarkt ook voor de brandstoffenmarkt kunnen produceren. Hans Bruning, directeur ICCO, zei met stichting Max Havelaar te kijken naar de ontwikkeling van een keurmerk dat de sociale- en voedselzekerheid van arbeiders in ontwikkelingslanden zeker stelt.

Noodzaak van onderzoek
Verschillende partijen stelden dat voorzichtigheid is geboden bij de overgang naar biobrandstoffen. Bruning pleitte voor sterke investering in R&D en Laan adviseerde de overheid de beschikbaarheid van biogassen lokaal en mondiaal grondig te onderzoeken. Eisso Woltjer, voorzitter van de stichting Wereldvoedselvraagstuk die deze dag organiseerde, adviseerde de regering meer onderzoek te laten uitvoeren naar de gevolgen van biobrandstofproductie. Gevolgen voor zowel het milieu als de armoede en honger in de wereld. De overheid zou de verplichte bijmenging van 20% biobrandstof in 2010 moeten heroverwegen.


bron: met dank aan VMT
Dit artikel afdrukken