Fructose heeft een glycemische index (GI) van 19. Daarom is het uitermate geschikt voor mensen met een gemankeerd koolhydraatmetabolisme zoals diabetes mellitus type 2. Zo’n GI leidt immers niet tot stijging van hun bloedsuikers. Fructose is ook nog eens dubbel zo zoet als glucose, het lijkt dus logisch om onze suikerpatiënten te adviseren om glucose (= druivensuiker) vaarwel te zeggen en over te gaan op fructose (= vruchtensuiker).

Su, fru & glu
Even het geheugen opfrissen voor de niet-ingewijden: tafelsuiker heet sucrose en dat molecuul bestaat uit één glucose en één fructose molecuul. Glucose en fructose hebben een identieke chemische samenstelling (nl. C6H12O6), maar verschillen in structuurformules en daarom hebben ze ook verschillende biologische effecten. Glucose leidt tot een insuline response en fructose niet. Glucose wordt bij overmaat omgezet tot glycogeen (= een energievoorraad in lever en spieren) en fructose wordt bij overmaat voornamelijk omgezet tot een vet (triglyceriden) - dat proces noemt men de novo lipogenesis (DNL). Daarom wordt fructose, afhankelijk van langdurige overmaat, uiteindelijk gestapeld in de lever en vetweefsel. Als de glycogeen voorraden vol zijn, ondergaat ook glucose de omzetting tot vet (in de vetcel). In dat geval worden de simpele moleculen fructose en glucose - die voorkomen in tafelsuiker, frisdranken, honing en fruit - omgezet in vet en verhogen ze (langdurig en met overmaat ingenomen) de kans op insulineresistentie en suikerziekte.
Is er geen sprake van overmaat, in een hypocalorische situatie, wordt fructose in de lever eenvoudig omgezet tot glucose (50%), lactaat (25%) en de rest in glycogeen.

Fructose is als alcohol
Na vet, ligt nu suiker (sucrose) onder vuur. Al in 1980 verschenen er publicaties dat fructose bij overmaat leidt tot hypertrigliceridemie en hyperuricemie (jicht). Overigens vergelijkbaar met het metabolisme van alcohol. Maar fructose is pas echt berucht geworden nadat de Amerikaanse kinderarts prof. Robert Lustig een oorlog startte tegen suikers en met name fructose. Lustig beweert dat suikers de oorzaak zijn van overgewicht en net zo verslavend zijn als cocaïne en alcohol. Naast wetenschapper is Lustig een geniale spreker die op typisch Amerikaanse wijze zijn oneliners over het voetlicht weet te brengen: Fructose:// It’s alcohol without the buzz.

Lustig treedt regelmatig op in talkshows en op You Tube zijn zijn bevlogen verhalen over de gevaren van suikers en fructose veel bekeken. In zijn wetenschappelijk onderzoek toonde hij een verband dat voor iedere 150 gram suiker (= sucrose) die men per dag extra inneemt – het equivalent van ongeveer 1,5 liter frisdrank - de kans op suikerziekte met 2,75 % toeneemt

De commotie zorgt voor effect
Een positief resultaat van alle commotie rond suikers (fructose) is dat de Amerikaanse Hartstichting (AHA) inmiddels adviseert om minder producten met toegevoegde suikers te nuttigen, namelijk maximaal 100 kcal voor vrouwen en 150 kcal voor mannen aan toegevoegde suikers. Overigens neemt niemand dat advies in Amerika ter harte want 90% van de Amerikanen zit boven die grens

De AHA concludeert in hun rapport dat Amerikanen de afgelopen dertig jaar gemiddeld 300 kcal meer per dag aan suikers – in de zin van koolhydraten in het algemeen - zijn gaan gebruiken. De helft van die calorieën komt van frisdranken, dat wil zeggen uit suikers als sucrose, glucose en fructose.

Amerikaanse kinderen krijgen gemiddeld 155 kcal per dag aan deze suikers binnen via frisdranken; volwassenen 151 kcal/dag.
Nederlandse kinderen doen daar overigens nauwelijks voor onder. Volgens het rapport Consumptie van dranken met toegevoegd suiker door kinderen van de basisschoolleeftijd krijgen kinderen tussen de 6 en 11 jaar gemiddeld 200 kcal aan (extra) suikers binnen, in de vorm van 662 ml frisdrank per dag.

Robert Lustig versus David Ludwig & Fred Brouns
Professor Robert Lustig wist de wetenschappelijk gemeenschap ertoe te bewegen suikers - glucose en fructose - serieus te nemen. In een commentaar in een vooraanstaand medisch tijdschrift probeert een andere Amerikaanse professor, David Ludwig, de oorlog tegen de suikers en fruit te relativeren. Zo slecht zijn fructose en suikers nu ook weer niet vindt Ludwig. De argumentatie van Ludwig rammelt en de artikelen waaraan hij refereert zijn van slechte kwaliteit of niet ter zake doende. Ludwigs redenatie luidt: fruit bevat 10 gram fructose per 80 kcal en fruit is gezond, dus fructose kan niet ongezond zijn.

In een door professor Fred Brouns op Foodlog aangehaald overzichtsartikel concluderen Canadese onderzoekers dat er geen enkel bewijs is dat fructose in normale hoeveelheden ongezonder is dan glucose. Zij concluderen dat we moeten streven naar een vermindering van alle suikers in het westerse dieet. Opgemerkt zij, dat een van de onderzoekers gesponsord is door Coca Cola.

De hamvraag
Is er evidence voor de fructose hypothese?

Onderzoek waarbij suprafysiologische hoeveelheden fructose worden toegediend, toont aan dat er leververvetting ontstaat. Daardoor wordt de lever ongevoelig voor insuline. Die ongunstige situatie is onderdeel van het metabool syndroom, de voorloper van suikerziekte. Vaak wordt dit effect in discussies gebruikt om aan te tonen hoe gevaarlijk fructose is. Toch ontstaat die insulineresistentie slechts als je meer dan 100 gram fructose per dag nuttigt. Dat is aanzienlijk meer dan de gemiddelde mens dagelijks aan fructose binnenkrijgt. Ter geruststelling, in onderzoek werden geen nadelige effecten van gebruikelijke hoeveelheden glucose en fructose gevonden bij mensen met suikerziekte.

Een relatie is nog geen causaliteit: het gaat om de context
Een aantal wetenschappers hangt de fructose-hypothese aan. Zij vinden dat overgewicht, jicht, metabool syndroom, leververvetting en stoornissen in de vetten voornamelijk het gevolg zijn van (te veel) fructose in het dieet. Daarentegen vindt John White (zie zijn disclosures aan het eind van zijn free paper) dat fructose bij de huidige inname niet voor zulke ernstige metabole gevolgen kan zorgen.
Er bestaat beslist een relatie tussen een hoge inname van fructose en dyslipidemie, leververvetting en insulineresistentie. Twee overtuigende reviews daarvoor zijn Bizeau en Pagliasotti (2005) en Metin Basaranoglu, Gokcen Basaranoglu, Tevfik Sabuncu & Hakan Sentürk (2013).

Een relatie is echter nog geen causaliteit. Daarom is de vraag gerechtvaardigd of er ook onderzoek is verricht bij mensen naar de effecten van glucose versus fructose. Zo ja, is dat onderzoek ook gedaan bij jonge, slanke mensen, bij mensen met overgewicht, bij mensen met een metabool syndroom, bij mensen met diabetes en andere metabole aandoeningen die interfereren met het koolhydraat- en vetmetabolisme? En minstens zo belangrijk is de vraag of er een dose-response effect bestaat. De antwoorden op die contextuele vragen zijn er (nog) niet. Toch is er goed onderzoek beschikbaar.

Stanhope & Havel
De fraaiste onderzoeken wat mij betreft, zijn gedaan door Kimber Stanhope en Peter Havel (als je op pubmed op deze auteurs zoekt met de zoektermen Stanhope + Havel + fructose vind je vele (en vrije) papers.

Stanhope’s artikel in JCI 2009 voldoet aan veel van de bovenstaande criteria en maakt gebruik van state-of-the-art technieken (om DNL te meten, DEXA en vetbiopten). Dit artikel is tevens een free paper. Ik probeer zo kort mogelijk samen te vatten.

Onder 32 deelnemers met een gemiddelde leeftijd van 50 jaar en een BMI van 29) wat 25% En (=energieprocenten) is onderzocht welk effect pure glucose of pure fructose hebben op de vetproductie in de lever, diverse vetpartikeltjes in het bloed, insulineresistentie en viscerale (=buik)vet stapeling. In het kader van dit onderzoek kregen de deelnemers gedurende 10 weken een kwart (!) van al hun calorieën in de vorm van glucose of fructose. Dat is ruim meer dan een gemiddelde Nederlander of Amerikaan nuttigt aan glucose en fructose.

Zonder in detail te treden: de fructosegebruikers kregen meer buikvet, meer atherogene vetdeeltjes en werden minder gevoelig voor insuline dan de glucose gebruikers.
De studie van Stanhope bestudeerde de overconsumptie van fructose en glucose maar niet van sucrose. Wat de effecten zijn van een combinatie glucose/fructose (al of niet in de vorm van sucrose) ten opzichte van pure glucose of pure fructose is dus onbekend. De deelnemers kwamen in de 8 weken ad libitum fase van het onderzoek aan in gewicht (=overconsumptie). Of bij mensen met een hypocalorisch dieet dezelfde effecten worden gevonden van deze suikers is onbekend. Ook is nog niet duidelijk wat de lange termijn effecten zijn.

Mensen eten geen pure fructose, dus het is nog te vroeg de resultaten vanuit dit onderzoek te vertalen naar voedingsadviezen Wel heeft Stanhope een hard bewijs geleverd dat pure fructose (in overmaat) negatieve effecten heeft op het lipidenmetabolisme, voor meer atherogene vetdeeltjes zorgt, meer buikvet aanmaakt en insulineresistentie veroorzaakt. In dat opzicht lijkt fructose inderdaad op alcohol zoals Lustig stelt.

Het gaat om de doses
Er zijn slechts enkele onderzoeken waarbij de effecten van glucose versus fructose bij mensen met elkaar zijn vergeleken. De korte termijn studies met relatief (te) hoge hoeveelheden (meer dan 100 gram per dag) leveren voornamelijk negatieve effecten op van fructose ten opzichte van glucose. Onderzoek naar de effecten van fructose op de lange termijn zijn van onvoldoende kwaliteit om daaruit conclusies te trekken. Vooralsnog zijn er onvoldoende bewijzen dat een hoeveelheid fructose van minder dan 100 gram per dag voor gezonde mensen schadelijk is.
Terug naar de ook op Foodlog veelvuldig aangehaalde Robert Lustig. Hij ziet een overeenkomst tussen het metabolisme van fructose en dat van alcohol. Inderdaad zijn er op dat gebied grote overeenkomsten. Hij vergeet er bij te vertellen dat dat ook geldt voor de doses. Een beetje (10 gram = 1 consumptie) alcohol kan weinig kwaad, maar 100 gram alcohol per dag leidt onherroepelijk tot leververvetting en verbindweefseling. Zo is het ook met fructose, want een beetje fructose (minder dan 100 gram per dag) kan weinig kwaad, meer dan 100 gram pure fructose samen met een hypercalorisch dieet is schadelijk.

Truukje
Lustig heeft dus een punt. Toch moet me van het hart, dat - hoezeer ik ook geloof in de nadelige effecten van hoge doses pure fructose op ons metabolisme - het mij stoort dat een vooraanstaand wetenschapper als Robert Lustig een complex en multifactorieel probleem als obesitas probeert te reduceren tot één molecuul.
Dat riekt me teveel naar een truukje om de aandacht van het publiek te krijgen en vast te houden. Sommigen noemen dat ook wel fetisjisme, ook al komt Lustig de eer toe het suikervraagstuk - terecht - hoog op de agenda te hebben gezegd. Misschien huldigt dat doel zijn wat onwetenschappelijke middel.

Fotocredits: Robert Lustig, still, vimeo: The Trouble with Fructose
Dit artikel afdrukken