Op evmi.nl valt vandaag te lezen dat gewoon plat water enorm in de lift zit. Niet dat met die gemeen zure bubbels. Noch dat met lekkere, zoetige of zachte bubbels. Gewoon plat water. Dus wat de geluksvogels in Bunnik e.o. uit de kraan drinken en anderen uit een pak.
Dat is toch geweldig!
Back to basics. Terug naar de bron.
Gisteravond had ik een lange discussie met een gerespecteerd hooggeleerd wiskundige die tevens theoretisch fysicus is en zijn Italiaanse vrouw. We zouden even de ' Presskopf' en salami's van haar neef proeven, maar het werd toch wat later.
We kwamen te praten over de wetenschappelijke principes van de bio-wetenschappen (' life sciences' ), waarvan voedingsleer deel uitmaakt. Een onderwerp waarover Frans Kok eind december zo duidelijk was.
Het is een onderwerp waarop ik nog altijd moet terugkomen. Dat heb ik tenslotte Melchior Meijer beloofd. Vandaar dat ik me moet oefenen aan scherpe geesten ;-)
De conclusie die we trokken: de life sciences weten bar weinig in vergelijking tot de natuurwetenschappen. De laatste hebben duidelijke wetten weten te formuleren. Wetten die waar zijn en op basis waarvan je nieuwe theorieën en solide producten (constructies zoals bruggen, hoge flats, ruimteveren) kunt bouwen. Water stroomt naar beneden en je kunt uitrekenen met welke snelheid.
Verzadigd vet is slecht voor je hart - een theorie die we zien op hetzelfde niveau als de zwaartekracht die ervoor zorgt water niet opstijgt. Toch kun je niet uitrekenen wanneer iemand er dood aan gaat of ziek van wordt. Sterker nog, er zijn de nodige tegenvoorbeelden. Nog sterker, er is een concurrende theorie die het omgekeerde beweert en dat met statistisch materiaal kan staven. Zeg maar dat die beweert dat water wel opstijgt.
As je met dergelijke theorieën een flat zou bouwen is de kans groot dat die bij een briesje al omwaait, laat staan bij de stormen van de afgelopen weken.
Daarom ben ik zo blij met dat waternieuws.
Mensen deden het 'vroeger' prima op het eten dat ze zelf maakten. Waarom weten we ook niet echt, want nogmaals: de life sciences weten niet zoveel. Ze hebben m.n. wat relevante statistische verbanden maar nauwelijks steekhoudende verklarende theorieen.
Als mensen nu zelf al blijken terug te keren tot de bron, dan is de stap tot dat ' gewone' eten gauw gezet. En het is een rationele. We weten - sorry: ervaren - wat 'moderne'voeding met ons doet en ook wat die ouderwetse met ons deed. Als je moet kiezen tussen die kwaden is het rationeel te kiezen voor ons 'oude' voedingspatroon. Die redenering is onweerlegbaar!
Marketeers van de goeie slagers, visboeren, groenten- en fruithandel: oppakken dit aardige nieuws.
De voedingsindustrie zit zo diep in het probleem van de communicerende vaten zout-suiker-vet dat die er zelf nauwelijks meer uit kan komen zonder enorme veren te laten. Dat is bedrijfseconomisch onacceptabel en dus moeilijk te realiseren. Dat geldt zowel van binnenuit als via overheidsregulering. Zo zie ik dat tenminste.
Marketeers van Philips, Siemens, Kenwood en alle anderen: oppakken dat nieuws want het moet natuurlijk wel makkelijk kunnen. Daar zijn makkelijke en makkelijk schoon te maken apparaten voor nodig. Back to basics en back to the future dus.
Het echte nieuws luidt dat het echte heil eten moet komen van de apparatenmakers, de boeren en de mensen die verstand hebben van een goed basisproduct en dat op hun schap leggen. AH en de Lidl blijven goed zitten. Philips en Siemens nog beter. De Unilever's en Nestlé's gaan het moeilijk krijgen.
Niet voor niks is de wetenschappelijke basis van bedrijven als Philips .... de natuurkunde, niet de nog zo povere 'life sciences' ;-)
De prachtige foto is van Wester
Op 2 oktober krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Ik wist van je achtergrond en ziektegeschiedenis via je blog, maar wist nog niet dat je ook professioneel werrkt als bioloog.
Dank voor het weerwoord! want alleen zo is zo'n punt steeds duidelijker te isoleren van de aanpalende onderwerpen.
Dick,
Ben zeker als (moleculair) bioloog opgeleid en aan het werk. Gen en celtherapie voor leverziekten, de culinaire aspecten van dit orgaan komen thuis pas aan de orde...
Overigens kun je op het lab ook leuke dingen doen met eten, bv met vloeibare stikstof, daar zet ik nog wel eens wat van op mijn blog.
Jurgen, volstrekt eens. De nodige hoogleraren in de bio-sfeer verzuchten dan ook dat ze het liefst 'irrelevant' onderzoek zouden doen.
Het grappige is dat zelfs iedere redelijk opgeleide krantenlezer nu zijn wenkbrouwen al ophaalt. ' Hoe kan irrelevant nou goed zijn?'
Beschouw dit niet als een aanval op wetenschap, maar als een kritische benadering van de communicatie van bedrijven, van alleen-nog-maar belangengeleide communicatie van onderzoeksresultaten en van de mogelijk klakkeloze omzetting daarvan in wetgeving en regulering.
Inmiddels is eea een discussie geworden in food sciences, die noodzakelijk afhankelijk zijn van die mooie derde geldstroom, Ik vind het overigens prinicpieel onjuist daarop op af te geven: beoordeel de resultaten op hun wetenschappelijkheid en het is prima. Het onderzoek moet tenslotte wel gefinancieerd worden. Het daarvoor benodigde geld komt niet uit publieke middelen. Het moet dus wel uit een door belangen geinspireerde bron komen. Alles wat nodig is, is een juiste ethiek. Die wordt vwb waarachtigheid simpelweg geregeld door de eis van wetenschappelijke intersubjectiviteit.
Melchior Meijer heeft hier meerdere malen aangeven dat die regel met de voeten getreden wordt. Sommige niet onbelangrijke resultaten worden kennelijk zorgvuldig onbeoordeelbaar gehouden.
Ploeter dus vooral voort! Ik begrijp dat je niet alleen als micro-bioloog bent opgeleid maar ook als zodanig werkzaam bent?
Dick,
Of onderzoek maatschappelijk relevant is kun je niet van te voren weten. Doorbraken die later maatschappelijk belangrijk blijken te zijn komen altijd van mensen die zich met iets heel fundamenteels bezighouden. Onderzoek waar echt iets uit komt, wat is dat dus? Als ik het wist ging ik het doen, nu ploeter ik voort zoals alle wetenschappers.
Wouter,
Tuurlijk, je hebt beroerde wetenschappers die claims verspreiden die nergens op gebaseerd zijn. Wetenschappers staan graag in de belangstelling, ik heb daar ook voorbeelden van gezien. Maar, als je onzin verkoopt wordt het je wel nagedragen en tast dit je geloofwaardigheid sterk aan. Uiteindelijk is het heel dom en nadelig om je onderzoek op te blazen. In het instituut waar ik werk (een groot academisch ziekenhuis in het Westen van het land) is het eerste waar de afdeling voorlichting op hamert dat je heel voorzichtig moet zijn met claims over je onderzoek. Altijd interviews etc doorlezen voor publicatie en zelfs dan kan er nog op het laatst een te sensationele kop boven gezet worden door een enthousiaste redacteur.
Het punt is ook niet de serieuze pers, want die leveren over het algemeen goed werk, zie het voorbeeld van Wouter. De meeste mensen halen helaas hun informatie uit het journaal en gratis krantjes en deze kanalen blinken nu juist niet uit in genuanceerde berichtgeving over de wetenschap. Vaak alleen een sensationele kop en een soundbite van 10 seconden. Komt er ooit een wetenschapper aan het woord voor wat achtergrond? Zelden, want dat is te moeilijk denkt men.
Ik moet - hachelijk, want Melchior Meijer geeft op deze site zo bitter af op journalisten - toch voor 'de pers' opkomen.
Eerst een citaat van hierboven:
'Een ander punt is dat je berichtgeving in de pers niet moet verwarren met wetenschappelijke literatuur. Neem nu dat broccoli tomatenverhaal elders op deze site, gepubliceerd in een wetenschappelijk blad met een zeer goede reputatie.
De onderzoekers zullen zeggen: In ons modelsysteem lijkt de groei van prostaatkanker geremd te worden door broccoli en tomaat. Wat dit betekent voor de menselijke situatie weten we niet maar het is interessant genoeg om vervolg onderzoek uit te voeren. In de pers wordt dit: tomaat en broccoli helpen tegen kanker.'
Zo gaat dat niet (zo gaat dat zelden). Onderzoekers en hun hulp (persvoorlichters) versimpelen naar buiten doelbewust resultaten van onderzoek om er tenminste enige aandacht voor te krijgen.
Journalisten, of ze nu zelfbenoemd wetenschapsjournalist zijn of gewone, zoals ik, kunnen lang niet altijd goed doorzien wat een bericht precies betekent. De luie schrijven het over. De enthousiaste maken er een potje van, maar de schuld voor verkeerde interpretatie van de betekenis van het bericht ligt bij degene die het naar buiten brengt.
Voorbeeld?
Voorbeeld.
De persdienst van de universiteit van Groningen verspreidde vorig jaar een sensationeel bericht.
Kindjes van moeders die tijdens de zwangerschap vette vis aten zijn leniger dan kindjes van moeders die geen vis lusten.
Om de ernst van het drama (en dus de waarde van de onderzoeksresultaten) te benadrukken werd een voorbeeld gegeven. Kindjes van visloze moeders struikelen over speelgoed dat ze zelf eerder ergens achterlieten. Viskindjes kijken wel uit, die dansen er elegant omheen.
Ik maak nu zelf het oorspronkelijke persbericht wat leuker.
Maar collega's tuinden er in gretig in. Ik heb me er in verdiept en kan samen met de leidster van het onderzoek zeggen dat het resultaat (zo goed als) geen hout snijdt.
Ze was wel blij met alle aandacht en hoopte dat iemand – liefst een visboer – geld in vervolgonderzoek zou stoppen.
Maar het persbericht van de universiteit was het dat collega's er zo enthousiast fout over konden berichten.