Enkele jaren geleden realiseerde de sector zich dat het Nederlandse publiek aanstoot neemt aan de hoge sterfte. Daarom zou er wat aan gedaan worden.
Nieuwsuur bracht maandagavond naar buiten dat het streven mislukt is. De sterfte blijkt opgelopen. In 2009 ging 12,8% van de pasgeboren varkens dood. Daarom werd de Stuurgroep Bigvitaliteit in het leven geroepen. In tien jaar zou de sterfte worden teruggedrongen. Inmiddels blijkt de sterfte op 13,2% te liggen; hoger dus dan 10 jaar geleden.
Volgens Wageningse dierethicus dr. Bart Gremmen is een daling tot 7% denkbaar. Dat lukt alleen, denkt hij, als de consument bereid is meer voor zijn vlees te betalen.
Het oordeel van Gremmen mag als naïef worden beoordeeld voor het belangrijkste deel van de Nederlandse biggen. De consument van Nederlands varkensvlees bevindt zich voor 70% buiten Nederland en heeft te maken met een varkensvleeskeuze die door internationale vleesprijzen en niet door het streven naar de reductie van biggensterfte in Nederland wordt bepaald. De sterfte in Nederland is een gevolg van de kostendruk die de varkenssector door een hoge productiviteit per dier heeft geprobeerd op te vangen. Dat heeft zich onder meer vertaald in een hoge sterfte onder biggen.
De Dierenbescherming wil iets aan de sterfte doen door zijn Beter Leven sterren ook criteria te laten bevatten die de biggensterfte terugdringen. Slechts een klein deel van de Nederlandse biggenproductie eindigt echter als sterrenvlees op het bord van de consument.
In de periode 1980-2018 is het aantal #zeugen in Nederland met ruim 100 duizend gedaald, tegelijkertijd steeg het aantal #biggen met ruim 2 miljoen.https://t.co/JQ1W5Kjor0#biggensterfte #varkens pic.twitter.com/nNNvV4Hy1W
— Cor Pierik (@CrPierik) January 9, 2019
Als aanvulling op de reactie van John van Kessel. Een bepaald sterftepercentage moet je gewoon accepteren. De verwende Nederlander wil een perfecte wereld. Al wat er ongemakkelijk uitziet , voelt of ruikt wordt niet meer geaccepteerd.
De dieren moeten op een meer natuurlijke manier gehouden worden want dat ziet er schattig uit. Beste mensen, hoe verder terug naar de natuur, hoe wreder, zo ook het sterftepercentage.
Een dier in de moderne veehouderij heeft een totaal ander leven dan in het wild, maar in ieder geval zeker niet slechter.
@ Dick,
in de gangbare veehouderij is er alles op ingesteld om zoveel mogelijk biggen in leven te houden en af te leveren. Daarom de kraambox en zelfs beweegbare vloeren om dooddrukken te voorkomen. Vitale biggen krijgen is vooral voeding en klimaat. Als alles in orde kom je als in ondernemer in positieve spiraal terecht waarbij de toomgrote toeneemt en er meer goede biggen geboren worden. De inzet op bigvitaliteit heeft dus niet zozeer geleid tot een lager uitvals% maar wel tot het feit dat we nu minder zeugen nodig hebben om dezelfde hoeveelheid biggen te maken.
In de bio houderij worden de zeugen op 42 dagen van de biggen gespeend. Een langere zoogperiode betekent een grotere toom biggen de worp erna. (Dit is natuurlijk en geen fokkerij) Dan worden de biggen geboren in huisvesting die er op ingericht is om het welzijn van de zeug te borgen en niet zozeer de focus heeft op bigoverleving. Over voeding valt te twisten maar ook die is goed te borgen bij biologische voeding.
persoonlijk denk ik gezien de aard van de uitval die 12 tot 14 % wel realistisch is en blijft.
Dick #7, ik denk dat de stelling klopt. Sterker nog, ik sluit niet uit dat ook mensen gevaar lopen door schimmelbesmettingen van grondstoffen voor voedsel, door domweg aan te nemen dat 'biologisch' ook 'vrij van smetten' betekent. Denk aan Moederkoren in granen, met name rogge, dat tot ver in de 19de eeuw voor veel slachtoffers zorgde door het verstoppen van bloedvaten in benen en armen. Bedelende kreupelen op oude schilderijen zijn waarschijnlijk slachtoffers van deze schimmel.
Arnold, is dat een zelfmengende varkenshouder? Daar ga ik even van uit als hij 'vrachten graan aangeboden krijgt'. Vraag me dan meteen af hoe hij aan die graan-aanbieder komt. Als die varkensfokker varkensvoer van een gecertificeerde producent/leverancier aankoopt, dan mag hij ervan uit gaan dat de gehalten aan mycotoxinen onder de wettelijke normen liggen.
Dus Arnold, jij bedoelt dat biologische biggen te giftig voer krijgen?
Gewaagde stelling.