De krant brengt vandaag een onderzoek van Questionmark en de Transitiecoalitie Voedsel. Ze analyseerden een half jaar lang tweewekelijks de online aanbiedingen van Albert Heijn, Jumbo, Plus, Coop, Dirk, Jan Linders en Ekoplaza. Daaruit concluderen ze dat 80% van de aanbiedingen in de supermarkt buiten de Schijf van Vijf van het Voedingscentrum valt. Volgens foodwatch campaigner Sjoerd van der Wouw gaat het vooral om 'zwaar bewerkte snackproducten'.

De onderzochte supermarktorganisaties dekken ongeveer twee derde van de markt. Het onderzoek laat dus representatief zien dat de aanbiedingen waarmee supermarkten klanten lokken vooral draaien om producten die als ongezond te boek staan.

Dat hadden de Transitiecoalitie en Questionmark ook best even mogen opmerken: de Staat zit klem tussen de markteconomische belangen van de industrie aan de ene kant en die van de supers aan de andere maar lijkt er ook alles aan te doen om daar zo lang mogelijk niet tussen te kiezen
Dat, concludeert de krant, strookt niet met de afspraken in het Nationale Preventieakkoord dat vorig jaar door de regering met de voedingsmiddelenindustrie werd gesloten. Supermarkten beloofden daarin op hun eigen manier een bijdrage te leveren aan het terugdringen van overgewicht en obesitas.

Markteconomie
Zijn supermarkten dus boeven die het publiek ziek willen maken?

Nee, zegt een woordvoerder namens het CBL, de brancheorganisatie voor supermarkten. Supermarkten strijden met elkaar om de klant en kiezen hun aanbiedingen in productgroepen die aantrekkelijk zijn om klanten weg te lokken bij de concurrentie. De woordvoerder wijst er bovendien op dat aanbiedingen voor het gehele assortiment worden gedaan. Een groot deel van het assortiment valt nu eenmaal buiten de Schijf van Vijf, maar ook de wortels en tomaten zijn met enige regelmaat in de aanbieding. Daar komt nog eens bij dat de supermarkten gezamenlijk het door foodwatch en de Consumentenbond omarmde Nutri-Score willen doorvoeren; Albert Heijn en fabrikant HAK doen dat al. Staatssecretaris Blokhuis (VWS) aarzelt echter over verplichte invoering. Vorige week liet een ambtenaar van zijn ministerie zelfs weten dat bedrijven die Nutri-Score nu al gebruiken mogelijk illegaal bezig zullen zijn omdat het straks een "niet toegelaten claim" kan blijken.

De Transitiecoalitie wil sneller en radicaler een gezonder aanbod. In een markteconomie moeten concurreren om de klant en al die als ongezond betitelde producten minder vet, zoet en zout maken, nu eenmaal gelijk opgaan. Dat kost tijd, zeggen de supermarkten, omdat het alleen in stapjes kan. Anders gezegd: wie zijn aanbod ineens radicaal verandert, jaagt zijn klanten naar de concurrentie omdat mensen gewoontedieren zijn. Dat zou dom zijn, want supers maken momenteel lagere marges dan 2%. Annet Roodenburg, lector voeding aan de HAS Hogeschool in Den Bosch, ziet niettemin bij vooruitstrevende supers een langzame verschuiving naar een gezonder aanbod. Maar uiteraard ook weer als strategie om klanten bij concurrenten weg te lokken. We leven nu eenmaal in een markteconomie en niet in een geleide.

Dat laatste zou je dat aan het gestoethaspel van het ministerie van VWS over Nutri-Score niet zeggen. Het ministerie zou hard moeten lobbyen in Brussel voor 1 Europees logo, het beste natuurlijk. Dat is wel zo handig voor onze industrie, want die heeft klanten die voornamelijk in andere Europese landen wonen. Zo'n logo kan de boel zich snel laten ontwikkelen.

Met Nutri-Score heeft staatssecretaris Blokhuis een kans voor open doel: Frankrijk, België en Spanje willen het en ook het in Duitsland machtige foodwatch staat er vierkant achter. Dat is een Europese alliantie van formaat. Waarom de staatssecretaris dan toch treuzelt? De Nederlandse levensmiddelenindustrie ziet liever een ander logo, want er rollen voornamelijk producten van de band die in de winkel geel, oranje en rood ('ongezond' volgens de definitie van het Voedingscentrum) uitslaan. Dat hadden de Transitiecoalitie en Questionmark ook best even mogen opmerken: de Staat zit klem tussen de markteconomische belangen van de industrie aan de ene kant en die van de supers aan de andere maar lijkt er ook alles aan te doen om daar zo lang mogelijk niet tussen te kiezen.
Dit artikel afdrukken