Over de toestemming om de demonstratie in het boerenhart van de Gelderse Vallei te mogen houden, zijn nog onderhandelingen gaande tussen de gemeente Barneveld en ex-staatssecrateris van Landbouw Henk Bleker, die op dit moment voorzitter is van de Nederlandse Melkveehouders Vakbond (NMV). Bleker is op de achtergrond de organisator van een plan dat aanvankelijk werd gelanceerd door Bart Kemp, de voorzitter van boerenactiegroep Agractie die het 1 oktober-protest in 2019 organiseerde. Er worden inmiddels tussen de 30.000-50.000 boeren verwacht.

De FDF verwacht ook een toestroom van burgers. Dat is niet ondenkbaar, begin ik te vermoeden.

Nieuwe wending
De actie lijkt een nieuwe wending te nemen nu langzaam duidelijk wordt dat de plannen van Van der Wal zo willekeurig zijn dat zelfs de door stikstofexpert Jan-Willem Erisman geroemde boeren op Schiermonnikoog volgens de plannen moeten verdwijnen. Zo zijn er inmiddels vele voorbeelden van modelboeren die door het voorgenomen beleid zo hard worden aangepakt dat ze hun bedrijven niet rendabel kunnen krijgen. NRC-columnist Christiaan Weijts ervaart de plannen als technocratisch en bot om precies die reden.
Zo kweek je stikstofwappies, legt Weijts uit. Het beleid is niet meer uit te leggen aan het publiek, dat onder leiding van opiniemakers wel begint in te zien waarom plankgas- en biologische boeren schouder aan schouder protesteren tegen de plannen van het kabinet en dat netjes in de provincie willen houden.

Zo'n ouderwetse VVD kan onder Rutte's leiderschap niet meer ontstaan vanwege zijn regeerakkoord met D66. Het
congres van zijn partij deed Rutte als het ware cadeau aan Kaag
Sociale misser
Het jongste stikstofbeleid begint aan te voelen als alweer een sociale misser. Eentje die lijkt op de beruchte toeslagenaffaire waarin onschuldige mensen door een onrechtvaardige overheid doelbewust werden gestraft om aan de beleidsdoelen te voldoen. Die affaire was er eigenlijk al eentje te veel voor het premierschap van Rutte. De afdronk van de afgelopen week sinds de presentatie van de stikstofplannen, begint aan te voelen alsof het publiek de link legt en de druppel creëert die de spreekwoordelijke emmer laat overlopen.
Als dat gebeurt, dan wordt 22 juni een boer-en-burger oploop tegen de VVD van Rutte en Van der Wal en pro de behoudende ouderwetse rechtse VVD uit de provincies. Zo'n ouderwetse VVD kan onder Rutte's leiderschap niet meer ontstaan vanwege zijn regeerakkoord met D66. Na de stemming van het VVD-congres afgelopen zaterdag tegen de premier en zijn stikstofminister is niet meer ondenkbaar dat die er toch moet komen. Het congres deed Rutte als het ware cadeau aan Kaag en maakte ruimte voor een herkenbaar rechtse opvolger.

Logisch dus dat de demonstratie niet in Den Haag wordt georganiseerd. De plannen krijg je alleen om als je de VVD verder laat wankelen. En dat lukt alleen in de provincie.

Nog wat. De nodige provinciebesturen, legde Weijts uit, zijn klaar met het kabinet omdat het op de keper beschouwd helemaal geen stikstofplan blijkt te hebben. Het gooide een landkaart met strengere reductie-eisen voor stikstof over de heg naar de provincies. Zij mogen het probleem oplossen dat inmiddels een reeks van verschillende kabinetten Rutte niet heeft kunnen oplossen. Of zij dat toch even willen doen. Volgend jaar resultaat graag. Dat was het dictaat zonder recept of haalbare kaart aan de provincies.

Vooral Gelderland voelt de bui al hangen. Ook dat past weer bij Stroe in Barneveld dat in de Gelderse Vallei ligt. De plaats waar volgens Trouw nooit wat gebeurt, kan Rutte's Waterloo worden of inluiden.




In de pers verschenen vandaag drie andere, uiteenlopende duidingen van de betekenis van het boerenprotest van komende week. We zetten ze op een rij om de diversiteit van perspectieven te laten zien.

1. We zaten er allemaal bij en moeten nu ook weer met zijn allen kijken hoe het anders moet
Directievoorzitter Wiebe Draijer van Rabobank liet zich in twee verschillende Nederlandse kranten horen over het emotionele tekort van het kabinet. Het zou veel te weinig oog hebben voor het persoonlijk leed en de onzekerheid waar boeren mee te kampen hebben als gevolg van de huidige stikstofplannen.

"Deze plannen worden bij boeren aan de keukentafel als een enorme mokerslag ervaren”, zegt Draijer in een vraaggesprek met De Telegraaf. In het FD kiest hij voor de woorden "emotionele aanslag" en "ontreddering en een diepgaande emotie van verwoesting". Maar ook voor de provincies zijn de kabinetsplannen "onwerkbaar" en de voorgestelde tijdslijn van een jaar "onhaalbaar krap".

Als boerenbank van Nederland - met een marktaandeel van circa 75% en ruim €35 miljard aan kredieten aan 35.000 Nederlandse boeren, waarvan €10 miljard aan melkveehouders - ziet Rabobank het als zijn verantwoordelijkheid om mee te denken met boer en overheid. Volgens berekeningen van het Planbureau voor de Leefomgeving leiden de plannen tot 30% minder koeien, 20% minder pluimvee en 10% minder varkens in Nederland. Maar het gaat niet alleen om een substantiële vermindering van het aantal boeren. "Het einde van het huidige exportmodel van de Nederlandse landbouw" dient zich volgens de bankman aan als de plannen op deze wijze doorgedrukt worden.

'Onzekerheden'
Draijer verwijt stikstofminister Christianne van der Wal dat haar detailkaart "onleesbaar voor individuele gevallen" is, en tot grote onzekerheid voor boeren leidt. Scherper nog is hij over de tientallen pagina's tellende perspectiefnota van landbouwminister Henk Staghouwer. Die "biedt boeren geen perspectief" en dat fnuikt bij voorbaat elke bereidheid van boeren om met Van der Wal mee te bewegen. Boeren zien bovendien ook nog eens klimaatdoelen, waterbeleid en biodiversiteitsbeleid op zich afkomen. Nog meer onzekerheden dus.

De huidige kabinetsplannen gaan volgens Draijer "te eendimensionaal over de veestapelreductie". Het moet juist gaan om de reductie van de stikstofuitstoot, in gebieden waar dit het meest beklemmend is. En daarom moeten ook sectoren als de industrie, transport en de bouw meehelpen met het zoeken naar een oplossing. "Als iets nodig is, is dat het reduceren van onzekerheid", aldus Draijer. En als bankman ziet hij dat er "voldoende geld is om iets mogelijk te maken." Er is nog steeds ruimte voor "een heel vitale Nederlandse landbouwsector, maar wel een die in te passen is in die grenzen die nu zijn gesteld".

Volgens Draijer moet Nederland "naar een wereld waarbij er weer een faire vergoeding is voor de totale belasting van alles wat we maken, inclusief duurzame landbouw. Consumenten moeten daar ook bereid zijn voor te betalen. De hele keten moet op de schop en daar moet iedereen bij aan tafel. Dus ik vind de hele discussie over wie is verantwoordelijk eigenlijk misplaatst. We zaten er allemaal bij. En nu moeten we ook met zijn allen weer kijken hoe dit anders moet.”

2. De protesterende boeren leven in een bubbel van onredelijkheid, daar moeten we niet aan toegeven
Aan de linkerzijde van het politieke spectrum liet zich in de Volkskrant emeritus hoogleraar plattelandssociologie Jan-Douwe van der Ploeg horen. Hij komt tot een heel andere conclusie dan Draijer. Dat doet Van der Ploeg vanuit een denken dat gebaseerd is op autonomie voor boeren. Boeren moeten zich zelfstandig naast het systeem van de grote industrie en detailhandel kunnen bewegen. Ze hebben niet tot taak om de wereld te voeden, maar moeten deel uit kunnen maken van gemeenschappen die op basis van gedeelde waarden samenwerken en elkaar onderling respecteren.

Van der Ploeg ziet in de protesten de hand van plankgasboeren die hij situeert aan de kant van de Farmers Defence Force (FDF). Zij marginaliseerden de kleinschalige boer die in harmonie met de natuur wil werken en die weer volop aan het terugkomen zijn. Zij ontkennen wetenschap om hun nietsontziende opschaling te kunnen voortzetten. Die trend ziet Van der Ploeg met name belichaamd in FDF. De kern van zijn betoog is verwoord in de volgende paragrafen.

De strijdwijze van de Farmers Defence Force is mede gestoeld op de vroegere beweging van boze varkenshouders die zich indertijd onder leiding van Wien van den Brink verzetten tegen de reductie van de varkensstapel en daarbij geweld niet schuwden. Programmatisch draaide die beweging om de belangen van de grote, intensieve varkenshouderij. Maar men hoedde zich er zorgvuldig voor dit te laten blijken. Integendeel: kleinere varkenshouders en de huilende boerinnen werden naar voren geschoven. Zo verscheen de varkenshouderij in de publieke opinie als slachtoffer – de dupe van een totaal verkeerd beleid. Deze kenmerkende omkering wordt nu weer herhaald.

Het consequent opteren voor een doorgaande schaalvergroting in de landbouw (en gelijktijdig negeren van mogelijke alternatieven) heeft een protestbeweging gecreëerd waarin de redelijkheid zoek is – een beweging waarin men meent anderen te mogen dwingen tot acceptatie van het eigen deelbelang. Waar van buigen geen sprake is; de anderen moeten maar barsten.


3. Rijke families maken de dienst uit binnen een Empire-structuur
In de NRC maakt politiek commentator Tom-Jan Meeus een analyse van de agrobedrijven van vermogende families die volgens hem overvloedig meedelen in rijkssubsidies en het boerenprotest voeden. Hij denkt dat de actie van 22 juni draait om "politieke moed versus minipolitiek, particulier eigenbelang versus nationaal natuurbelang". Meeus ziet op de achtergrond de familiebedrijven De Heus (veevoer), Van Drie (kalverhouderij) en Anker (A-ware, de sterk opgekomen private zuivelverwerker die coöperatie FrieslandCampina zijn beste leden afsnoept) als grote intriganten de boeren opjutten. Anders dan Volkskrant-opiniemaker Mac van Dinther 2 weken geleden wijst hij niet naar de coöperaties Agrifirm en FrieslandCampina, die niettemin net als de familiebedrijven ook achter hun boeren gaan staan omdat ze door boeren gerund worden. Van Dinther ziet geen verschil tussen de rijke familiebedrijven en de grote coöperaties.
Meeus deelt de verontwaardiging van Weijts niet, maar ziet net als Van Dinther een complot tegen de boer die gevangen zit in een systeem (voor Van Dinther zijn er kennelijk 'valse' opperboeren die met de rijke families samenspannen om de boer steeds dieper te onderwerpen aan hun belang). Net als dat van Van Dinther lijkt Meeus' denken beïnvloed door de Empire-gedachte die de bekende post-Marxisten Negri en Hardt ontwikkelden in de jaren '90 van de vorige eeuw. Daarin laat een aantal nauw verweven centrale krachten alle macht en geld stromen naar een beperkt aantal partijen die samen een oligarchie vormen waarin uiteindelijk het winner takes it all-principe alle macht concentreert.
Meeus ziet de macht van de VVD echter verkruimelen en vreest de periode na de val van Rutte IV. De politiek zal er zo versplinterd door raken dat geen kabinet meer te vormen valt en Nederland in een bestuurlijk vacuüm komt waarin de overblijvende kapitalistische Empire-krachten dansen als volgevreten oppermuizen op de tafel in het huis waaruit de kat die het spul moest reguleren is verdwenen.
Dit artikel afdrukken