Is er al iemand van de WUR of de VU gepromoveerd, op “Chocolade en gender”? Wie eten in tv-commercials de aangeprezen chocolade en waarom? Welk type mens kruipt er genoeglijk op de bank met een schaaltje bonbons? Wie hapt er met geloken ogen, in milde extase, in een reep? De associaties tussen vrouwen en chocolade zijn talrijk, en daarom een dankbaar motief voor reclamemakers. Vrouwen zijn gek op chocola. Nee, ze zijn verslaafd aan chocola. Of op zijn minst kunnen ze er niet vanaf blijven. Chocoladegebruik is ernstig gefeminiseerd.

Waarom wordt het genotzuchtige dat met chocolade is geassocieerd altijd met een vrouwelijk model opgesierd? Chocolade eten is snoepen van de verboden vrucht, en dat is een vrouwelijke eigenschap, zoals jullie allemaal weten, mannenbroeders. Chocolade wordt verkocht als een beloning, een moment van troost, een gepermitteerd toegeven aan een zwakte. Een man zal niet gauw in een commercial met een doos Merci knus op het kleedje voor de open haard gaan kroelen.

Chocoladezwakte
Eerst deze vraag: klopt het stereotiepe beeld dat vrouwen meer zoetekauwen zijn dan mannen? Ja, zegt de wetenschap. En wanneer hebben ze meer troost van zoetigheid nodig en mogen ze toegeven aan hun chocoladezwakte? Gedurende de menstruatie.
De associatie tussen het ongemak van de menstruatie en het verzachtende effect van chocolade is een cliché. Helpt chocolade eten echt tegen pijn en kramp bij de maandstonde? Of wordt het tijd ook met dit stigmatiserende idee af te rekenen. Bestaat de relatie tussen menstruatie en chocolade alleen bij de gratie van marketing?

“Er is een zekere conditionering ontstaan waarbij vrouwen vanaf hun eerste menstruatie geleerd wordt in marketeers te geloven, in plaats van te vertrouwen op hun eigen honger- en verzadigingsgevoelens
Of zoals een diëtist het in een stuk van Forbes formuleert: “Er is een zekere conditionering ontstaan waarbij vrouwen vanaf hun eerste menstruatie geleerd wordt in marketeers te geloven, in plaats van te vertrouwen op hun eigen honger- en verzadigingsgevoelens."

PMS
Negentig procent van de vrouwen in de ‘reproductieve leeftijd’ heeft last van fysiologische en psychologische verschijnselen aan het begin van de menstruatie, maar ook later. Depressieve gevoelens, geïrriteerd zijn, extreme trek in bepaald voedsel. Pijn en kramp, in buik en rug, soms heel ernstig, elke maand weer. Het zijn de hormonen, zegt men dan. Suiker verhoogt de afgifte van serotonine, het hormoon dat de stemming beïnvloedt. Koolhydraten werken op de insuline-afgifte, en insuline reguleert ook serotonine in de hersenen. Dopamine verhoogt de trek in eten, dat is ook bekend.

Maar die hormonen worden ook ergens door aangestuurd, en hoe dat werkt in dit specifieke geval was nog niet goed onderzocht. Het wordt al langere tijd vermoed dat de ‘groep klachten of symptomen’ aan het begin van de cyclus, het premenstruele syndroom of PMS, verband houdt met hogere concentraties van inflammatiebiomarkers.

Dat zijn stofjes in het bloed die aangeven dat het immuunsysteem in een verhoogde staat van paraatheid is. Maar hoe werkt het dan dat inflammatie het snakken naar voedsel, chocolade in het bijzonder, beïnvloedt voorafgaand aan de menstruatieperiode? Dat het te maken heeft met de hoge concentratie anti-inflammatoire flavonoïden, fytochemicaliën die de resten van het oxidatieproces opruimen, is ook geen nieuws. Een indicatie van die sterke antioxidante werking van chocolade is dat chocolade niet ranzig wordt, het vet oxideert niet.

Immuunrespons
Onderzoekers van de Amerikaanse National Institutes of Health hebben dat mechanisme aangetoond. In de BioCycle Study werden 259 vrouwen van tussen 18 en 44 jaar gedurende twee volledige menstruatiecycli, in de verschillende fasen van de cyclus, in interviews uitgehoord en klinisch gemonitord.

Ze werden gevraagd naar hun food cravings, het snakken naar bepaalde voeding. Acht keer werd bij hen bloed afgenomen en geanalyseerd op biomarkers van inflammatie, waaronder hs-CRP, (high sensitive C-reactive protein, de bekendste maat voor de laaggradige systemische ontsteking), meerdere interleukines, die ontstaan na een immuunrespons, en andere cytokines, (signaal)stoffen die bij immuunreacties vrijkomen, maar ook een functie hebben bij de ontwikkeling van het embryo, als dat aangemaakt wordt na de bevruchting.

Hormoonspiegels
Bij de selectie van de vrouwen en bij de verwerking van de data werd met van alles rekening gehouden. De vrouwen mochten geen anticonceptiepil gebruiken, zwanger zijn of pogingen daartoe doen en moesten een regelmatige menstruatie hebben. Leeftijd, etniciteit, roken, alcoholgebruik, BMI, lichaamsbeweging en de ervaren mate van stress werden in de datamix verwerkt. Rekenmodellen werden gebruikt om de (subjectieve) ervaring van de cravings (van zwak tot sterk) te kunnen meenemen in de becijfering.

De conclusie is duidelijk: “Wij vonden dat ontstekingsmarkers verband hielden met de ernst van het snakken naar voedsel en de veranderingen in eetlust bij vrouwen tijdens de menstruatiecyclus, rekening houdend met fluctuerende hormoonspiegels. Zoals verwacht (…) werden trek in chocolade en zoetigheid vaak gerapporteerd gedurende de hele menstruatiecyclus, met de meeste meldingen tijdens de premenstruele fase.”

Flintertje
Mm. Dus de marketeers hebben toch gelijk. Er zijn echter wel een paar kanttekeningen te plaatsen, zowel bij het onderzoek als bij chocolade. Dit was een observationeel onderzoek, dat geen hard bewijs levert voor causaliteit tussen inflammatie en trek in chocolade. De vrouwen die meededen waren allemaal ‘voorbeeldig’: niet ziek, zwanger, dik of anderszins afwijkend van de eisen die gesteld werden aan deelnemers om ze goed te kunnen vergelijken. Niettemin noemen de onderzoekers de associaties die ze vonden sterk.

En dan de chocolade. Wat noemen we chocolade? Van repen puur met een cacaogehalte van 72% tot snoep met een flintertje cacao, maar vooral suiker. Dat zijn de meest verkochte verschijningen van chocolade, waar meestal maar heel weinig cacao in zit. Wetenschappelijk onderzoek naar de effecten van chocolade worden gedaan met gestandaardiseerde cacao-extracten, waarvan precies de samenstelling bekend is. Dat is heel ander spul dan er in een Milka’tje zit.

Mindful
Het gehalte flavonoïden in chocoladeproducten is niet alleen afhankelijk van het aandeel cacao ten opzichte van suiker en andere toevoegingen, maar ook van de gebruikte productietechniek. Het zogeheten ‘dutching’, of alkaliseren, van cacao is het binden en daardoor neutraliseren van bepaalde stoffen in de cacao met een base waardoor die minder bitter smaakt. En die bittere smaak, dat zijn de flavonoïden, die dus niet meer bioactief zijn. Met dank aan vader en zoon Van Houten, die ‘dutching’ begin 19e eeuw uitvonden.

De variabele samenstelling van de vele chocoladeproducten, de verschillen in de gehaltes bioactieve stoffen, die invloed kunnen hebben op cravings en andere fysiologische verschijnselen, maakt het ondoenlijk in het algemeen iets over het medische effect van chocolade te zeggen. Ja, elke dag een stukje pure chocolade heeft waarschijnlijk een geringe positieve anti-inflammatoire werking. Maar stop het medicaliseren van chocolade, eet chocolade voor smaak en plezier, desnoods mindful. Dat moeten mannen dan ook maar leren.
Dit artikel afdrukken