Verzuring heeft een negatief effect op de kwaliteit van de bodem en daarmee op de biodiversiteit. De bodems van veel bossen op zandgronden zijn verzuurd door depositie van verzurende stoffen zoals zwavel- en stikstofverbindingen, waardoor kalkachtige stoffen uitspoelen naar het grondwater. Het verzuringsproces is nog altijd niet gestopt. De maatregelen tegen verzuring zijn tegenwoordig vooral gericht op stikstof. Maar daarmee wordt het verzuringsprobleem onder de bovenlaag van de bosbodems niet opgelost.
De precieze herkomst van het sulfaat is minder duidelijk. Het zou kunnen gaan om zwavel die in de vorige eeuw is neergekomen op het bos, zich heeft gebonden in de bodem en nu door veranderde omstandigheden weer vrijkomt. Het zou ook kunnen gaan om zwavel die van nature in de bodem is gebonden in de vorm van pyriet.
Uit deze studie blijkt dat er nog onvoldoende bekend is over de stoffen en processen die tot verzuring van bosbodems leiden. Daardoor is het niet goed mogelijk om de effectiviteit van maatregelen te voorspellen. Om te komen tot effectief, efficiënt, transparant en meetbaar beleid zal nauwkeuriger en langdurig gemeten moeten worden.
De studie ‘Verzuring van bossen niet alleen door stikstof’ verschijnt op 18 mei in het Vakblad Milieu. De auteurs zijn: ing. Geesje Rotgers, onderzoeksjournalist bij AgriMedia Wageningen, drs. Wouter van der Weijden, bioloog en directeur Stichting Centrum voor Landbouw en Milieu, prof. dr. ing. Jan Willem Erisman, hoogleraar Integrale Stikstofstudies aan de Vrije Universiteit te Amsterdam en directeur van het Louis Bolk Instituut. Deze studie is gefinancierd door Stichting Mesdag Zuivelfonds.
Op 30 december krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
@Jopie ea. - sorry voor de radiostilte maar ja, druk met dit soort dingen hè.
Yo, inhoud!
Ja, t gaat vooral om CaCO3, al speelt voor de strooiselkwaliteit en vertering wel n iets bredere aanwezigheid van basen mee; de boel is altijd weer complexer, en er is geheid nog meer te ontdekken. Als er ergens echt volstrekt geen Ca meer zit, zal ook de linde die er natuurlijk niet meer uit kunnen peuteren. Maar terreinen waar nu bos staat hebben verschillende histories, en in genoemd boek is die differentiatie expliciet te vinden. Veel dekzanden lijken (ik parafraseer) in de laatste ijstijd wel kalkrijk te zijn afgezet - maar na eeuwen van uitputting zal t op de Veluwe en elders idd niet meevallen. Waar door uitspoeling geen vrije kalk meer is maar nog wel n redelijke basenhuishouding, daar is mn. linde een sleutel, en die heb je nodig om de boel te ontsluiten. En dan niet de linde zelf, in isolatie, maar - wezenlijk, zoals bij alles in bos en andere ecosystemen - als teamspeler met het bodemleven (mycorrhizae!) dat zich onderweg in interactie ontwikkelt, dat calcium oppompt, die het - net zo wezenlijk - organisch bindt. Linde accumuleert die sterk in zn blad, en dus komt die Ca dan in de vorm van rijk strooisel op de bodem terecht waar het zo gemakkelijk verteert - je ziet nooit oud lindeblad liggen.
Dat werkt dus ook anders dan n scheut anorganische kalk: dat is strikt genomen natuurlijk n proxy. t Ligt subtiel maar we denken al gauw te smal, in deeltjes; kalk is dan de chemische actor om de zuurgraad (tijdelijk) te neutraliseren. n Kwestie van framing. Als de zuurgraad n probleem is, dan is n zak kalk wsch. n oplossing, en ach - in t verlengde daarvan ook n boom die kalk blijkt te leveren. Maar de matrix is ecologisch, en t gaat om veel meer - echte voeding is organisch gebonden, en natuurlijk gaat t vooral om wat er daarna van start kan gaan, dankzij een minder zuur klimaat en meer kalk in de bodem. t Gaat om de vormen waarin Ca deel gaat uitmaken van de microbiologie, die het zelf helpt aanzwengelen. En om wat dat dan weer betekent voor gezondheid, biodiversiteit - ook bovengronds - en (mensenperspectief) zoiets als productiviteit van t hele systeem. Maar zo leidt anorganische “bekalking in n beukenbos met dikke strooisellaag nauwelijks tot veranderingen in de koolstof- en nutriëntenhuishouding van de bodem”.
Voor t beeld: iha. wortelen veel bomen zelf natuurlijk dieper dan éénjarigen, en buiten de bosbouw zijn we wsch. niet gewend om dieper te kijken. Ergo, t kalkprofiel - als we dat al hebben - is msch. niet compleet. Maar vooral maakt linde volop gebruik van de symbiose met zwamvlokken en mycorrhizae. Daarmee vergroten bomen het volume van hun ‘reach’ tientallen malen. En dan gaat dus ook de verspreide Ca die op geen andere manier te bereiken valt alsnog meedoen, mogelijk t/m het moedermateriaal waaruit het ooit (door diep bodemleven) werd vrijgemaakt. Laat dat maar t referentiekader zijn, al zitten we daar ver vanaf.
Op basis van t boek is er idd op n paar plekken iets met linde gedaan. t Alhier best beschreven voorbeeld van t linde-effect ligt trouwens op de stuwwal bij Doorwerth maar dat is juist al ouder, van kort na de oorlog. Bij de aanplant is in de plantgaten zelf wel bekalkt; dat zorgde voor het overleven van de aanplant, niet voor rebooting van t gebied. Voor de hele opstand geldt dat de bio-activiteit onder linde eruit springt. Dit artikel laat de complexiteit mooi zien - en alleen bekalken maakt n bos er dus niet leuker van.
Echt geland is dit hele verhaal nog zeker niet; de linde als bosboom is nog ver weg. Maar ook de bosbouwsector zit behoorlijk conservatief in elkaar, en de tenen zijn lang als je aangeeft dat t wel wat rijker mag, met die natuur. Met mn club St. Voedselbosbouw NL doe ik nu mee aan n onderzoekje op een ‘hardcore’ stuk Veluwe dat echt verzuurd en ‘uitgemergeld’ (!) is. Sowieso gaan we de boel verrijken, met linde en andere (eetbare) loofsoorten, en we zijn benieuwd hoe er vanuit n minimum aan kalk muziek te maken is. Maar de mooiste kansen voor snelle verrijking (!) van het bos liggen uiteraard in de minder ‘grondig’ verzuurde gebieden, en ik mag hopen dat alle soorten spelers daar eindelijk s naar gaan kijken. Mogelijk helpt de net ‘ontdekte’ functie van bomen en bos als CO2-sinks de boel uit de impasse te trekken.
Aardigheidje? In t Engels heet de linde oa. ‘lime’ (term voor kalk); ik kon er niet direct iets over vinden maar dat zal geen toeval zijn.
Plantensoorten die aangepast zijn aan voedselarme groeiplaatsen scheiden met hun wortels zuren af, om voedingsstoffen vrij te maken uit de elementaire bodemdeeltjes (vooral de leemfractie). Ook andere stoffen komen dan vrij en spoelen uit. Struikheide is een voorbeeld en ik neem aan dat dennen deze truc ook toepassen. Als je verzuring van de bodem wilt stoppen is het verstandig op deze eigenschap te letten bij de keuze van vegetatie.
Wat onbesproken bleef zijn de bovengrondse effecten van verzurende neerslag. Bladeren, monumenten en mijn eigen zinken dakgoten vertonen versneld slijtage, wat bij planten betekent dat ze gevoeliger worden voor aantastingen door bijvoorbeeld schimmels. Beperking van de emissie van ammoniak dient dus een breder doel dan het voorkomen van verzuring van bodem of grondwater. De bovengrondse schade neemt onmiddellijk af als de emissie wordt beperkt. En de N-verrijking (vermesting) van de bovengrond natuurlijk ook, ten gunste van de biodiversiteit.
Ondanks alle opwinding, ik heb nog NIETS gelezen waarvan ik denk "en nu komt er radicaal ander beleid voor veehouderijen". Jan Cees Vogelaar maak je je niet blij met een dode mus? Stikstof blijft een belangrijke verzurende factor ook al zijn en blijven er andere verzurende oorzaken.
Fransjan de Waard , #4 , je schrijft dat linde kalk verzamelt. Wat bedoel je met kalk? In bosbodems op de hoge zandgronden komt kalk (Ca CO3) bij mijn weten niet voor en valt er niks te verzamelen. De enige bron die ik kan vinden is een project van Landschap Overijsel en Bosgroep NO Nederland, die in Twente 1300 lindes aanplanten tegen verzuring met als argumentatie: "Het lindeblad bevat namelijk calcium en kalium. Deze mineralen maken de bosbodem minder zuur." Kun je het verhaal over het effect van lindes op verzuring wat verder toelichten?
Heren, nu maar weer even terug naar de inhoud?