Neem Tunesië. Zelfs vóór de hete zomermaanden is de grond droog en stoffig. De boeren daar zetten zich schrap voor een catastrofaal slechte oogst. Normaal komt tweederde van de 3 miljoen ton graan die ze jaarlijks nodig hebben uit het buitenland. Maar met een productie die naar nul dreigt te gaan, komt de voedselzekerheid van het arme land nog meer in gevaar. Want de import van granen is nu (te) duur of zelfs onmogelijk.

Business model klopt niet meer
Ondertussen wordt de komende weken een groot deel van de Oekraïense graanvelden niet ingezaaid. Ze liggen aan de 2.000 kilometerslange frontlinie. Andere boeren in het land ploegen verder. Maar de markt van de graanhandel is zo door elkaar geschud dat hun businessmodel niet meer klopt.

De graanproductie in Oekraïne kan dalen tot 47 miljoen ton. Dat is ongeveer de helft van het vooroorlogse niveau. Dat voorspelt de International Grains Council, schrijft Bloomberg. De daling zal bijdragen tot de kleinste wereldwijde voorraden in bijna 10 jaar, zoals de prognoses van de Wasde prognoses van het Amerikaanse ministerie van landbouw laten zien.

Daar komen de wazige vooruitzichten over de graanovereenkomst uit het Zwarte Zeegebied nog eens bij. Als gevolg van de graandeal die sinds 1 augustus geldt, voerde Oekraïne bijna 27 miljoen ton graan via Odessa en twee andere kleinere havens uit. Dat is ongeveer de helft van de graanexport van voor de oorlog.

Er is een overvloed aan graan in Europa en terwijl andere markten worstelen met stijgende voedselimportrekeningen en explosieve aflossingen van schulden: nieuwe hongergolven dreigen. Het systeem lijkt er niet in te slagen het voedsel op de juiste plek te krijgen
De laatste onderhandelingen over de graandeal verliepen al moeizaam. Afgelopen week bleek hoe precair de situatie is. Dinsdag vonden er geen Russische inspecties plaats op Oekraïense graanschepen. Yurii Vaskov, de Oekraïense onderminister van Infrastructuur, sprak van een blokkade, schrijft Vilt. Onderwijl spreekt Rusland herhaaldelijk zijn onvrede uit over de deal. Onder meer omdat het bij zijn eigen export zou worden gehinderd door Westerse sancties. Woensdag zette Rusland opnieuw vraagtekens bij een verlenging van de graandeal. Tegen Interfax zei Kremlinwoordvoerder Dmitri Peskov dat "de vooruitzichten voor een verlenging niet zo goed zijn, als men kijkt naar de huidige stand van zaken". Afgelopen week woensdag werden de controles van exporterende graanschepen niettemin hervat.

Oekraïense boeren hekelen juist weer de lange en dure wachttijden. Binnenkomende schepen zouden wel 2 tot 3 weken moeten wachten voordat Russische controleurs checken of ze geen wapens hebben meegebracht. Daarna duurt het weer een tweetal weken voordat ze gecontroleerd uit mogen varen. De Russen controleren zo’n 2 tot 3 schepen per dag. “Iedereen weet dat dit veel sneller kan”, zegt de Oekraïense boer Oleksander Tsjoemak in De Standaard.

Het graan zoekt andere routes om het land te verlaten: het gaat veel minder via de Bosporus richting China of Afrika, maar nu via de solidariteitsroutes naar Moldavië, Polen of Roemenië­. Vandaaruit zou het dan verder moeten reizen de wereld in. Alle tarieven en quota voor de EU werden opgeheven om ervoor te zorgen dat het graan niet vast komt te zitten en verloren zou gaan.

Maar het graan blijft in Oost-Europa hangen doordat lokale handelshuizen het goedkope graan massaal opkopen. Dat maakt de Oost-Europese boeren boos. Het drukt de graanprijs die de lokale boeren krijgen, die hierdoor hun eigen inkomsten zien slinken. Ze gingen de afgelopen tijd massaal de straat op en het kostte de Poolse minister van Landbouw, Henryk Kowalczyk, zelfs zijn baan. Polen besloot zijn grenzen voor Oekraïens graan te sluiten. Dat leverde een boze reactie van de Europese Commissie op.

Er is een gekke situatie ontstaan. Op de Europese markt is een overvloed aan graan te koop die de prijzen drukt. Tegelijk worstelen elders in de wereld andere markten met stijgende kosten voor hun voedselimport en explosief oplopende schulden en de rente daarop. Daardoor dreigen nieuwe hongergolven. Het systeem lijkt er niet in te slagen het voedsel op de juiste plek te krijgen en zelfs de productie te knijpen.

Bart de Steenhuijsen Piters, onderzoeker van voedselsystemen aan Wageningen Universiteit, denkt niet dat de productiedaling in Oekraïne zal leiden tot meer honger in de wereld
'Prijs bepaalt de honger'
Bart de Steenhuijsen Piters, onderzoeker van voedselsystemen aan Wageningen Universiteit, denkt niet dat de productiedaling in Oekraïne zal leiden tot meer honger in de wereld. “Naar verwachting zullen andere grote producenten, zoals Canada, de Verenigde Staten, Frankrijk en Brazilië, dit jaar meer graan oogsten dan in 2022”, zei hij twee weken geleden in NRC.
“Dat is te kort door de bocht”, vindt de Groninger Kees Huizinga die boert in Oekraïne in de Volkskrant. “Je moet kijken naar het effect op de wereldmarkt. Er is betrekkelijk weinig tarwe gekocht door Afrikaanse handelaren omdat het te duur was. En dat raakt wel degelijk de voedselvoorziening.” Consumenten beperken hun consumptie als producten te duur zijn. Handelaren op landen waar de prijzen te hoog zijn, remmen de import in die landen bij een te hoog prijsniveau op de wereldmarkt.

Huizinga boert al 20 jaar in Oekraïne, heeft bijna 400 werknemers en een jaaromzet van €35 miljoen met 15 duizend hectare land en naast zijn graanakkers 2.000 koeien en 450 varkens. Huizinga ziet hoeveel moeite collegaboeren hebben bij het begin van het zaaiseizoen in de ‘graanschuur van Europa’. Je hebt maar één kans per jaar om te zaaien. Daarom blijft hij waarschuwen voor een voedselcrisis.

Boeren in Oekraïne beperken het gebruik van kunstmest en gewasbescherming en kiezen voor andere gewassen in een poging om kosten te besparen, aldus Dmitry Skornyakov, Chief Executive Officer van HarvEast. Zonnebloemen en sojabonen hebben minder kunstmest nodig dan granen, zodat boeren overstappen en de graanteelt daalt.

Huizinga is er niet gerust op en waarschuwt: een mondiale voedselcrisis is als een sluipend gif
Volgens Huizinga is er 50% minder kunstmest verkocht dan in voorgaande jaren. “Het heeft een directe invloed op de opbrengst en de kwaliteit van de tarwe. Je kunt er alleen brood van bakken als de tarwekorrel voldoende eiwit bevat. Anders is het alleen geschikt voor varkens- en koeienvoer.” De verwachting van graanhandelaren is dat Oekraïne dit jaar tussen 12- en 16 miljoen ton aan tarwe gaat produceren. Onder normale omstandigheden is dat ver boven de 20 miljoen ton. Naar schatting zal 80% van de tarwe niet geschikt zijn om brood van te bakken. "Normaal gesproken was het fiftyfifty", aldus Huizinga. Zo komt er minder baktarwe op de internationale markt. "Dat stuwt de prijs omhoog en dat voelen de arme landen meteen."

Dat andere grote graanproducenten als Canada, Amerika en Argentinië meer zullen oogsten dan in 2022 is nog onzeker. Zo kampt Argentinië met de ergste droogte in 60 jaar, naast mindere productie lijkt ook hier het eiwitgehalte laag uit te vallen. In India is 40% van de oogst beschadigd door hevige regenval. Ook in Zuid-Spanje, Zuidwest-Frankrijk en Zuid-Italië is het droog. Als dat aanhoudt, zal er een kleinere oogst in de Europese Unie zijn. Amerika voorziet wel een groter areaal, maar tegelijk is het areaal zomertarwe met 10,57 miljoen hectare het kleinst sinds 1972. Ook is de opbrengst onzeker door aanhoudende droogte. De VS vestigt zijn hoop op zomertarwetelers in Canada. In alle landen speelt het zuinige gebruik van dure kunstmest van het afgelopen productiejaar mee als beperkende factor voor de oogst.

Huizinga is er niet gerust op en waarschuwt: een mondiale voedselcrisis is als een sluipend gif. "De voorraden raken langzaam op en hoe kleiner de reserves zijn, des te nijpender kan de situatie worden. Er kan gerust nog een jaar overheen gaan, tot er een gebrek aan tarwe is. Maar de VN hebben al berekend dat meer mensen in Afrika honger lijden dan vorig jaar."
Dit artikel afdrukken