Grotere bedrijven krijgen te maken met hogere energiekosten. De prijs die zij moeten betalen voor het recht om een ton CO2 uit te stoten is begin deze week in Europa voor het eerst sinds de lancering van het Europese emissiehandelssysteem (EU ETS) in 2005 tot boven de €60 gestegen. Dat is een gevolg van de toegenomen vraag naar kolengestookte elektra, schrijft het Financieele Dagblad. Die is ontstaan doordat de wereld minder gas heeft om elektra van te maken door teruggevallen gasleveringen vanuit de VS. Dat jaagt de gasprijs zo omhoog dat vraag naar steenkolen sterk is gestegen.

Het tekort aan gas is zo groot dat steenkolencentrales weer geopend of bijgestookt worden. Dat gebeurt ondanks hun veel hogere uitstoot van klimaatkwalijke koolstof dan gascentrales en het feit dat ze daarmee de prijzen van CO2-rechten omhoog jagen.

De markt stemt beleidsmakers en -denkers optimistisch; zelf vrees ik dat de economie hen in verwarring brengt.

Bontenbal
Kamerlid Henri Bontenbal (CDA) is voor duurzame energie, waaronder nucleaire. Hij ziet de hoge prijs voor het recht om CO2 uit te stoten als een steun in zijn rug. Nederland wordt er duurzamer van. De staat hoeft er minder te subsidiëren omdat de markt vanwege hoge uitstootkosten vanzelf gaat verduurzamen, lijkt hij te denken blijkens een tweet (zie onder).

Er is echter domweg sprake van een tekort aan energie. De markt neemt in zo'n situatie de veel hogere prijzen voor vuile energie gewoon voor lief omdat de economie zich niets aantrekt van duurzaamheid. De markt wil dat er flink gestookt wordt om het verloren productiejaar 2020 en het begin van 2021 in te halen nu mensen hun opgespaarde middelen weer willen laten rollen. Dat kan de markt op dit moment ook gemakkelijk betalen. Door de geldpersen die tijdens de corona-crisis zijn aangezet om mensen salarissen uit te kunnen blijven betalen en bedrijven open te houden, zijn er bakken met vers gedrukt geld in omloop dat nog uitgegeven moet worden.

Visser
In het Financieele Dagblad ziet lector energietransitie Martien Visser (Hanzehogeschool Groningen) een voordeel in de hoge CO2-prijzen. Als ze zo hoog blijven, heeft het Nederlandse kabinet een meevaller omdat er minder subsidie in de energietransitie hoeft te worden gestoken. Dat is het gevolg van de rekenregels voor de subsidie op bijvoorbeeld CO2-opslag. Die wordt berekend op basis van de hoogte van de CO2-prijs. Hoe hoger die prijs, des te minder de Staat bijdraagt. De markt, luidt de redenering achter die regel, laat het dan wel uit zijn hoofd om vuile energie te gebruiken en gaat vanzelf aan de schone. Visser rekent voor dat bij een prijs van €60 voor een ton CO2 de Nederlandse Staat voor het afvangen en opslaan van CO2 geen ruim €2 miljard, maar slechts €900 miljoen hoeft te subsidiëren. Ook Visser lijkt te denken dat de markt vanzelf leidt tot duurzamer energiegebruik omdat extra vuile uitstoot te duur is. Vooralsnog laat de markt precies het omgekeerde zien.

Biden
Hoewel de uitstoot van gas van alle fossiele brandstoffen de laagste klimaatimpact heeft, wil president Biden van de VS de schaliegasproductie in zijn land niet verhogen maar eerder afbouwen omdat hij de winning ervan onduurzaam vindt. Daarom heeft hij weer een andere oplossing dan kolen: méér olie. En toch worden we duurzamer, denken de optimisten.

Dit artikel afdrukken