EenVandaag laat vandaag nog eens zien hoe kwetsbaar Blokhuis door zijn communicatiebeleid is geworden. Volgens hem hoort Coca-Cola mee te beslissen over het ambitieuze akkoord en is vooral de sigarettenindustrie de kwaaie pier die zijn mooie akkoord toch wat minder verstrekkend kan laten zijn. Dat is in ieder geval de indruk die zijn woorden wekken.
Het kabinet bespreekt een nieuw preventieakkoord dat de hoeveelheid suiker in levensmiddelen moet terugdringen. Aan tafel zitten onder meer @CocaCola en @UnileverNL.
— EenVandaag (@EenVandaag) October 31, 2018
"Ze hebben geen agenda om klanten de dood in te jagen", zegt @PaulBlokhuis.
https://t.co/AmUhcLSWup pic.twitter.com/L6judXrnZM
In een ietwat andere context las ik vandaag: Zelfregulering (door de industrie) is net zoiets als de wolf vragen vrijwillig van de schapen af te blijven.
Dat gaat niet gebeuren, het zit nu eenmaal in de aard van het beest om op die schapen af te gaan.
Dat argument "ze hebben geen agenda om klanten de dood in te jagen" hoor ik vaker (uit de industrie). Het is verrassend dat de staatssecretaris het ook gebruikt. En nee zo is de industrie er ook vast niet mee begonnen. Zelfs Philip Morris niet. Alleen is het nu wel degelijk zo dat het het geval wel is (door marketing en verslavende suikers, vetten en zouten). En dat ze daar maar moeilijk mee kunnen stoppen. Dus ik zou stoppen met ze te praten. En gewoon wat wetgeving maken en kijken of je die door de kamer krijgt. Wetgeving die bedrijven uitdaagt om lekker en gezonde producten te maken.
De staatssecretaris zou ook op een andere manier kunnen polderen: met voorlopers uit verschillende sectoren die wat willen i.p.v. met koepelorganisaties die óók leden vertegenwoordigen die helemaal niks willen.
Koepels zijn soms niet veel meer dan een hindermacht. Met hen wordt het zelden interessant, laat staan effectief. Ze gaan bijvoorbeeld zelden of nooit akkoord met een heffing of een wettelijke norm. Wil je een tandeloze tijger produceren, doe dan zaken met een koepel!
Dennis, dat doet hij omdat we in Nederland wonen. Een Fransman, bijvoorbeeld, poldert niet zoals wij.
Deze wat onhandige man zou - zo voelt hij aan - het liefst veel verbieden, maar denkt er niet aan om daar politieke consequenties aan te verbinden. Dat is inmiddels heel duidelijk.
Zijn collega op Landbouw doet niet anders: volhouden zonder budget.
Ook CU kiest, ondanks inhoudelijk andere keuzen, uit loyaliteit geen verandering. Dat zo aanpakken, is een bijzondere Nederlandse eigenschap die zich - al eeuwen - op heel opportunistische manieren uit. Voor politici met een scherp profiel is dat natuurlijk in deze tijden natuurlijk wel een beetje lastig.
Twee vragen:
1. Kan iemand uitleggen waarom de staatssecretaris, als hij voedings- en leefstijlgerelateerde ziekten preventief wil aanpakken, überhaupt bezig is met een akkoord met de industrie? Het is niet het enige gereedschap waar hij gebruik van kan maken, maar hij kiest er wel voor.
2. Als de staatssecretaris ervan overtuigd is dat een groot deel van de ziektelast terug te voeren is op specifieke soorten voeding (lees: enkel die soorten die afkomstig zijn van de industrie*), waarom wil hij het dan nou net met díe partijen op een akkoord gooien? Ik bedoel, als een bedrijf twee toeleveranciers heeft en één daarvan presteert ronduit beroerd en de ander gewoon goed, dan is het toch logisch dat dat bedrijf zijn banden met de laatstgenoemde versterkt ipv met de slecht presenterende partij?
------
* 'Echt eten' - zoals bijvoorbeeld peren, kip, spinazie, of tomaat - zit niet in het verdachtenbankje van ziekteoorzaken. Gek genoeg zijn de boeren en tuinders die dergelijke voedingsmiddelen leveren (bij mijn weten) nou juist geen onderdeel van het akkoord.