Onderzocht werd hoe goed kinderen na het kijken naar SpongeBob Squarepants problemen op konden lossen, dingen konden onthouden en of ze zich aan regels hielden. Ook werd gekeken of de kinderen een beloning konden uitstellen of deze direct wilden hebben. De onderzoekers constateerden dat SpongeBob-kijkertjes slechter presteerden dan kinderen die aan het tekenen waren of naar realistischer TV-programma's met een lager tempo keken. Onderzoeker Angeline Lillard legt uit: “Het is mogelijk dat het hoge tempo (karakters zijn continu in beweging) en de extreme fantasie (waarbij de karakters dingen doen die in de echte wereld nergens op slaan) het vermogen van het kind om zich direct daarna te concentreren, verstoren. Een andere mogelijkheid is dat kinderen zich identificeren met de niet gefocuste en hectische karakters en die eigenschappen overnemen.”

Scientias:
“Ouders zouden moeten weten dat kinderen die net SpongeBob SquarePants of een soortgelijke show hebben gezien minder goed kunnen leren en zichzelf ook minder goed kunnen beheersen.” De onderzoekers benadrukken dat hun studie zich enkel op het moment kort na de televisieshow richtte: het is niet bewezen dat de uitzending een blijvend effect heeft. Overigens is dat laatste niet ondenkbaar. Kleuters zijn op een leeftijd waarop ze leren hoe ze zich moeten gedragen en hoe ze moeten leren. “Als een kind een programma kijkt dat deze vaardigheden aantast, kunnen we niet verwachten dat het kind zich in alledaagse situaties normaal gedraagt.”

Ouders zouden hun kinderen dan ook niet al te snel voor de tv moeten zetten. Kinderen moeten op een andere manier geprikkeld worden. Bijvoorbeeld door ze te laten tekenen, spelletjes te laten spelen of dingen te laten bouwen.


In Nederland staan interpretaties van psychologisch onderzoek deze maand extra in de belangstelling als gevolg van de affaire Stapel/Vonk. De onderzoekers creëerden onderzoeksgegevens zonder veldwerk te doen en interpreteerden die volgens de gewenste ideologische boodschap die zij wilden uitzenden. De vraag die blijft hangen is, luidt: hoe kritisch staan andere menswetenschappelijke onderzoekers tegenover de mogelijk ideologische interpretaties die zij aan hun onderzoeksresultaten meegeven?

In dit geval zou de vraag gesteld moeten worden welke methoden de onderzoekers hebben gebruikt om uit te sluiten dat hun interpretaties slechts als meningen worden opgevat.
Dit artikel afdrukken