Lucette Faber ergert zich. Aan de hypes, die je maar voorschrijven wat wel en niet mag omdat het al dan niet gezond voor je is. Maar waar blijft het 'lekker'? Lucette houdt zich liever aan het adagium van Seneca: 'alles met mate'.
Vorig jaar kocht ik bij het biologisch boerenbedrijf La Vialla in Toscane volkorenpasta, omdat je wel eens wilt proeven wat gezondheidsprofeten ons aanraden. Ik vond het product tamelijk taai, er moest flink wat zout in het water en ook na lang koken (tot 15 minuten) bleef de structuur plakkerig in de mond. Bovendien waren de stroken tagliatelle dik en de fusilli stroef.
Dit jaar las ik in hun nieuwe catalogus dat La Vialla de trend van de tijd heeft opgepikt door pasta van speltmeel aan te bieden. Volkoren is uit, spelt is in. Braaf bestel ik zes zakken speltpasta, want speltproducten vind ik erg lekker. Ik moet zegen: een vooruitgang. De tagliatelle en fusilli zijn smaakvoller en iets minder taai.
Spelt moet. Spelt is goed.
Maar al etend blijf ik denken: waar ben ik mee bezig? Eet ik dit nu om mezelf een beter mens te voelen volgens de voorschriften van voedingshypes of omdat ik het echt lekker vind? Kan ik wel echt genieten van iets dat ik nooit op m'n bord zou hebben liggen als niet recentelijk een groep mensen in de geschiedenis van onze graansoorten was gedoken en had verkondigd: Spelt! Het nieuwe geluk! 'Spelt moet. Spelt is goed.' En zie: spelt sloeg aan. Wij eten spelt in brood, koekjes, pannekoeken, hartige taarten en – pasta.
Mijn eerste olijf...
Ik heb het altijd leuk gevonden om nieuwe producten te proeven. Ooit at ik mijn eerste olijf, aubergine, oester, inktvis en dronk ik mijn eerste sherry. Maar die producten uit andere landen en streken hebben stapsgewijze, vooral dankzij onze vakantielust een plekje op ons menu veroverd. Omdat we ze lekker vonden.
Geplugd
Nu worden ons nieuwe producten aangeboden – door de strot geduwd is misschien een beter woord – die ergens uit een ver land zijn gehaald omdat ze daar een bevolkingsgroep gezond houden. Of lang laten leven. Of misschien wel een opwindend seksleven laten hebben. Soja, quinoa, Japans broodkruim, quorn, spelt – de lijst is veel langer. Nooit wordt er in de marketingstrategiën voor die producten gezegd 'proef eens wat lekker', nee, het is gezond. Deze producten worden in ons dagelijks menu geïmplanteerd, niet omdat ze zo lekker waren tijdens onze vakantie in Japan of Peru of de Malediven. Geplugd heet dat geloof ik in popmuziekjargon.
Ik word ziek van al dat gezonde voer. Natuurlijk kan ik kiezen om het niet te eten, wat ik ook meestal doe, maar dat dit pluggen zoveel succes heeft gaat mij toch enigszins onder de huid zitten. Tegenwoordig lijkt het niet meer mogelijk onbevangen van het eten op je bord te genieten. Aan elk hapje hangt een verhaal en het is zelden leuk. Het doet meestal een appèl op een van onze schuldgevoelens, persoonlijk of maatschappelijk. Het wondermooie adagium van Loesje: Geniét nou eens! zou in elke keuken moeten hangen, liefst boven de boekenkast met kookboeken waarin oerdiëten, zandloperdiëten, rawfoodrecepten elkaar verdringen, maar een lekker kookboek met gewone kost waarmee tientallen generaties groot en gezond mee geworden zijn, ontbreekt.
Verketteren
Wat is er mis met ons wanneer het nieuwe voedsel alleen nog recht van bestaan heeft omdat het helpt (nou ja, pretendeert te helpen) tegen diabetes, kanker, migraine, gewrichtspijn en allergie? Of, erger nog: ons een bijna eeuwig leven belooft? Wanneer staan mensen eens op in protest tegen het verketteren van goed, mooi, voedsel omdat het 'slecht' zou zijn?
Diëetgoeroe's die brood verketteren, of aardappelen, of boter, verloochenen onze innigste en oudste banden met de gaven van Moeder Aarde. In naam van wat? Kunnen wij hun voorschriften bewijzen zolang wij ieder geen twee paralelle levens kunnen leven? Zijn de moderne voedselintoleranties waar veel eigentijdse kost voor lijkt ontworpen, niet vooral het gevolg van innerlijke leegte en mateloze hunkering naar nieuwe prikkels?
Ik weet het, Seneca is een saaie filosoof voor de meeste mensen. Maar zijn 'alles met mate' (of het nog veel oudere Griekse adagium (Niets teveel' ) is toch eigenlijk waar het om draait. Zolang je maar niet, zoals Seneca, door de keizer gedwongen wordt zelfmoord te plegen kun je daarmee heel oud worden. En alles eten!
Heb ik na al dit gemopper ook nog iets lekkers voor op tafel? Jawel, spelt dus: een overheerlijke salade van speltpasta met gerookte zalm. Want het moet ook weer niet te gezond zijn (of te lekker, volgens Maarten 't Hart).
Salade van speltpasta met gerookte zalm
- 300 gr fusilli van speltmeel (La Vialla)
- 3 rijpe tomaten
- 2 sjalotjes
- ½ komkommer
- 250 gr gerookte zalm
- 4 hardgekookte eieren
- wat rucola of veldsla
- 1 dl extra vergine olijfolie
- drupje balsamico
- takje verse dragon
- zout, vers gemalen peper
Kook de pasta in goed gezouten water (of met groentebouillontablet) in 10 min. gaar, giet hem af en voeg de olijfolie toe. Laat dit enkele uren intrekken. Kook en pel de eieren, snijd tomaten en komkommer (geschild) in kleine blokjes, snijd de sjalotjes fijn. Meng kort voor het serveren de pasta met de tomaat, sjalot en komkommer. Voeg blaadjes dragon en zout en peper toe en de rucola of veldsla, meng alles voorzichtig.
Doe er nog wat olijfolie en de balsamico bij. Schep de salade op een grote schaal en garneer hem met halve harde eieren en plakken gerookte zalm.
Lekker met een koele Orvieto of San Gimignano erbij, en een stukje boerenbrood. Omdat het kan.
Fotocredits: Lucette M. Faber
Dit artikel afdrukken
Dit jaar las ik in hun nieuwe catalogus dat La Vialla de trend van de tijd heeft opgepikt door pasta van speltmeel aan te bieden. Volkoren is uit, spelt is in. Braaf bestel ik zes zakken speltpasta, want speltproducten vind ik erg lekker. Ik moet zegen: een vooruitgang. De tagliatelle en fusilli zijn smaakvoller en iets minder taai.
Spelt moet. Spelt is goed.
Maar al etend blijf ik denken: waar ben ik mee bezig? Eet ik dit nu om mezelf een beter mens te voelen volgens de voorschriften van voedingshypes of omdat ik het echt lekker vind? Kan ik wel echt genieten van iets dat ik nooit op m'n bord zou hebben liggen als niet recentelijk een groep mensen in de geschiedenis van onze graansoorten was gedoken en had verkondigd: Spelt! Het nieuwe geluk! 'Spelt moet. Spelt is goed.' En zie: spelt sloeg aan. Wij eten spelt in brood, koekjes, pannekoeken, hartige taarten en – pasta.
Mijn eerste olijf...
Ik heb het altijd leuk gevonden om nieuwe producten te proeven. Ooit at ik mijn eerste olijf, aubergine, oester, inktvis en dronk ik mijn eerste sherry. Maar die producten uit andere landen en streken hebben stapsgewijze, vooral dankzij onze vakantielust een plekje op ons menu veroverd. Omdat we ze lekker vonden.
Geplugd
Nu worden ons nieuwe producten aangeboden – door de strot geduwd is misschien een beter woord – die ergens uit een ver land zijn gehaald omdat ze daar een bevolkingsgroep gezond houden. Of lang laten leven. Of misschien wel een opwindend seksleven laten hebben. Soja, quinoa, Japans broodkruim, quorn, spelt – de lijst is veel langer. Nooit wordt er in de marketingstrategiën voor die producten gezegd 'proef eens wat lekker', nee, het is gezond. Deze producten worden in ons dagelijks menu geïmplanteerd, niet omdat ze zo lekker waren tijdens onze vakantie in Japan of Peru of de Malediven. Geplugd heet dat geloof ik in popmuziekjargon.
Ik word ziek van al dat gezonde voer. Natuurlijk kan ik kiezen om het niet te eten, wat ik ook meestal doe, maar dat dit pluggen zoveel succes heeft gaat mij toch enigszins onder de huid zitten. Tegenwoordig lijkt het niet meer mogelijk onbevangen van het eten op je bord te genieten. Aan elk hapje hangt een verhaal en het is zelden leuk. Het doet meestal een appèl op een van onze schuldgevoelens, persoonlijk of maatschappelijk. Het wondermooie adagium van Loesje: Geniét nou eens! zou in elke keuken moeten hangen, liefst boven de boekenkast met kookboeken waarin oerdiëten, zandloperdiëten, rawfoodrecepten elkaar verdringen, maar een lekker kookboek met gewone kost waarmee tientallen generaties groot en gezond mee geworden zijn, ontbreekt.
Verketteren
Wat is er mis met ons wanneer het nieuwe voedsel alleen nog recht van bestaan heeft omdat het helpt (nou ja, pretendeert te helpen) tegen diabetes, kanker, migraine, gewrichtspijn en allergie? Of, erger nog: ons een bijna eeuwig leven belooft? Wanneer staan mensen eens op in protest tegen het verketteren van goed, mooi, voedsel omdat het 'slecht' zou zijn?
Diëetgoeroe's die brood verketteren, of aardappelen, of boter, verloochenen onze innigste en oudste banden met de gaven van Moeder Aarde. In naam van wat? Kunnen wij hun voorschriften bewijzen zolang wij ieder geen twee paralelle levens kunnen leven? Zijn de moderne voedselintoleranties waar veel eigentijdse kost voor lijkt ontworpen, niet vooral het gevolg van innerlijke leegte en mateloze hunkering naar nieuwe prikkels?
Ik weet het, Seneca is een saaie filosoof voor de meeste mensen. Maar zijn 'alles met mate' (of het nog veel oudere Griekse adagium (Niets teveel' ) is toch eigenlijk waar het om draait. Zolang je maar niet, zoals Seneca, door de keizer gedwongen wordt zelfmoord te plegen kun je daarmee heel oud worden. En alles eten!
Heb ik na al dit gemopper ook nog iets lekkers voor op tafel? Jawel, spelt dus: een overheerlijke salade van speltpasta met gerookte zalm. Want het moet ook weer niet te gezond zijn (of te lekker, volgens Maarten 't Hart).
Salade van speltpasta met gerookte zalm
- 300 gr fusilli van speltmeel (La Vialla)
- 3 rijpe tomaten
- 2 sjalotjes
- ½ komkommer
- 250 gr gerookte zalm
- 4 hardgekookte eieren
- wat rucola of veldsla
- 1 dl extra vergine olijfolie
- drupje balsamico
- takje verse dragon
- zout, vers gemalen peper
Kook de pasta in goed gezouten water (of met groentebouillontablet) in 10 min. gaar, giet hem af en voeg de olijfolie toe. Laat dit enkele uren intrekken. Kook en pel de eieren, snijd tomaten en komkommer (geschild) in kleine blokjes, snijd de sjalotjes fijn. Meng kort voor het serveren de pasta met de tomaat, sjalot en komkommer. Voeg blaadjes dragon en zout en peper toe en de rucola of veldsla, meng alles voorzichtig.
Doe er nog wat olijfolie en de balsamico bij. Schep de salade op een grote schaal en garneer hem met halve harde eieren en plakken gerookte zalm.
Lekker met een koele Orvieto of San Gimignano erbij, en een stukje boerenbrood. Omdat het kan.
Fotocredits: Lucette M. Faber
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 april krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 april krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
@14 Hendrik - zo kun je de vraag helemaal niet stellen.
De opbrengst per tarwesoort is sterk afhankelijk van bodem en klimaat en spelt gedijt in andere gebieden in Europa, dan waar tarwe-oogsten op zijn best uit de verf komen.
In Zuid-Duitsland waar van oudsher spelt wordt verbouwd variëert de opbrengst van 4 tot 7 ton p/ha.
Als je de gemiddelde tarweopbrengsten per ha in de EU vergelijkt variëert dat, van nauwelijks 3 ton tot 8,5 ton per ha. De gemiddelde tarwe opbrengst van de EU was ongeveer 5,5 ton per ha. (Cijfers productschap 2012), terwijl theoretisch onder gunstige omstandigheden opbrengsten van 10 ton of meer per ha kunnen worden bereikt. Met dit soort cijfers kan ik alle rekensommetjes maken, die je maar kan bedenken. Maar dat is weinig zinvol, zeker in de context, zoals ik die beschrijf in #12.
Misschien kan er eens wat beter nagedacht worden in de EU waar we wat verbouwen en of we landbouwgronden dan wel adequaat gebruiken, in plaats van het vuur te openen op gewassen als spelt, een sterk en gezond gewas met - vanuit milieuoogpunt - zeer gunstige productie-omstandigheden, wat bovendien maar een marginaal deel van het productie-areaal in Europa voor zijn rekening neemt.
#12 Vaclav Smil roept 50% dan klopt het antwoord van Zé redelijk precies.
Ik zou het getal nog scherper willen stellen. 30% wat denk je daar van?
Smil is een echte rekenaar, welke sommen zet jij daar tegenover?
Ikzelf denk niet dat de populariteit van spelt ites te maken hefet met gluten; maar eerder met zogenaamde FODMAPs (een verzamelnaam voor onverteerbare complexe suikers). Spelt bevat minder fructanen dan tarwe (oorgge juist meer!). Die FODMAPs veroorzaken wellicht bij een groep mensen darmklachten (http://www.med.monash.edu/cecs/gastro/fodmap/).
Antwoord op vraag Zé #9: „Hoe kijk jij eigenlijk tegen biologisch voedsel aan? Moet kunnen om in de toekomst 4 miljard mensen te vreten te geven en de andere 4 miljard te laten creperen ?”
Je stelt me een „Aalt-Dijkhuizen-vraag”, die eigenlijk geen vraag is, maar een stelling.
Je gaat uit van provocerende cijfers, die eigenlijk kant nog wal raken, als je de feitelijke situatie op de wereldvoedselmarkt ziet, en die de problemen in de voedselvoorziening ook nauwelijks raken:
Op dit moment zijn er ruim 7 miljard mensen op deze aardkloot. Ongeveer 1 miljard leeft regelmatig met honger. In caloriën wordt ongeveer 30% meer geproduceerd dan nodig is om iedereen te voeden. De verspilling in de keten is enorm (tientallen procenten). Veel mensen zien honger op dit moment dan ook meer als een verdeelprobleem dan als een productieprobleem.
Beschikbare grond zou heel anders benut kunnen worden (zie o.a #6). Veel mensen zien de oplossing in een verschuiving van ons voedingspatroon (minder vlees, meer plantaardig), zoals ook in het laatste rapport van het Planbureau voor de Leefomgeving.
Daartegenover staan enorme risico’s. Voor 25% van het totale landbouwareaal dreigt bodemuitputting (als gevolg van verkeerde - (niet biologische ?)- landbouwmethodes), er dreigt op korte termijn een groot tekort aan mineralen om de bodem „bij te voeren”, extreme weersomstandigheden - als gevolg van klimaatverandering - bedreigen belangrijke land- en tuinbouwgebieden (vandaag weer een bericht op foodlog over de zeer ernstige langdurige droogte in Californië - ga maar vast sparen. Ons fruit wordt fors duurder). Droogte, overstromingen, stormen en ziektes vernielen gewassen op grote schaal. Voedselzekerheid wordt dus om hele andere redenen bedreigd dan vanwege biologisch boeren (en in sommige gevallen juist door het ontbreken van biologisch boeren).
Maar misschien nog belangrijker is de vraag: hoe stuurbaar zijn de veranderingen. We leven in een vrije markt-economie. Binnen dat stelsel geldt de wet: "Waar een markt voor is, zal voor worden geproduceerd".
Rijkere en goed geïnformeerde burgers zullen kiezen voor het meest gezonde voedsel wat beschikbaar is en zijn bereid en in staat daarvoor (extra) te betalen. En zo zal er ook een markt aan de onderkant zijn. Waar consumenten weinig te besteden hebben, zal er ook goedkoop (en vermoedelijk minder kwalitatief) voedselaanbod zijn.
Terug naar jouw vraag: Hoe kijk ik aan tegen biologisch voedsel? Iedereen die zich een beetje in de kwaliteit van voedsel verdiept, zal tot de conclusie komen, dat vers en biologisch eten veel gezondheidsvoordelen heeft. Ik koop het ook. Ik gun het iedereen.
De realiteit is echter dat jouw zwart-witvraag in onze vrije markt nooit een overheersende rol kan spelen, zolang vooral de vrije markt de spelregels bepaalt en overheden niet gaan sturen op het gezondheidsbelang van onze burgers. De vraag bepaalt immers het aanbod en niet andersom.
(tjonge, en dit allemaal naar aanleiding van een recept voor speltpasta met zalm)
Peter, #10; de broodtarwe is doorveredeld op een hoog glutengehalte, zodat de bakker makkelijk een luchtig sponsbrood kan produceren.
En Zé, we moeten kritisch kijken hoe we de mensheid kunnen voeden; maar op langere termijn zal dat zonder (of met zeer beperkt) kunstmest moeten gebeuren, de voorraden mineralen raken op. Dan is het goed dat er soorten en rassen zijn die een behoorlijke opbrengst leveren zonder bemesting.