In antwoord op de reacties op mijn eerdere posting over smaaklessen, heb ik besloten toch nog maar even 'door te pakken'. Ik verwonderde me over de ‘smaaklessen’ waar inenen zoveel animo en aanhang voor is, want ik kan zelf niet goed bedenken wat er geleerd zou moeten worden, er nog even vanaf gezien wie ze zou moeten geven. Waar zijn ze voor? Om dikke kinderen nog eens extra in te peperen dat ze ‘gezond’ moeten eten? Om uit te laten rekenen hoeveel voedselkilometers een Italiaanse houtovenpizza heeft afgelegd? Om te leren hoe een komkommer groeit, of om het verschil te proeven tussen een Tasty Tom en een Moneymaker? En moet die dan ook nog zon hebben gehad? En biologisch zijn? Ik voorzie eindeloze moeilijkheden en beren op de weg.
Maar de vragen stellen is van cynisme beschuldigd worden. Als ik een knapperige frisse Cox noem, dan ben ik bezig iets uit 1957 te betreuren. Zulke Coxen bestaan al niet meer, en die smaak komt nooit meer terug, mevrouwtje-pastinakenvrouwtje, en u moet niet zo gaan zitten dwingelanden wat andere mensen lekker moeten vinden. Zulke dwingelandij mondt uit in staatsterreur, want wat u wilt is zeker dat de onderwijzers zelf hun groente gaan telen! Allerlei stomme dingen die er vroeger waren zoals schooltuintjes zijn toch ook afgeschaft, net zoals de schoolgymnastiek, het schoolzwemmen, het schoolwandelen, en het halfjaarlijkse bezoek van de wijkverpleegster?
Een gerookte makreel is trouwens ook iets van vroeger (brood bakken zou ook leuk zijn, want het laatste van echt meel gebakken brood dateert ook wel zo ongeveer uit 1957), maar vroeger komt nooit meer terug, het ministerie dat zich vroeger met de V van Visserij bemoeide, heeft het nu druk met voedselkwaliteit, voedselhygiëne, voedselveiligheid én met de smaaklessen... Vooralsnog circuleren daarvoor de namen van ‘topkoks’ van hoog BN gehalte. Zou, bedenk ik nu pas, in plaats van koks het betere idee niet zijn om er visrokers, of bakkers, of slagers, of groentehandelaren, of kaasmakers voor uit te nodigen? Het zal, wat gerookte makreel betreft, nog knap lastig zijn om aan kinderen de forse Echte Smaak van een koudgerookte makreel aan te leren, net zo moeilijk als spruitjes of boerenkool, want een generatie die is opgegroeid met gewokte kweekzalm en Italiaanse roerbakgroente, beschouwt jou met je gerookte makreel als geheel uit de tijd. Uitspugen valt te vrezen, de mensen lusten dat niet meer. Spreek met een vishandelaar, en hij zal je vertellen dat hij in zijn winkel de zalm-, tonijn, tilapia- en pangafilets bijna niet weet aan te slepen, maar dat er in gerookte Noordzee-makreel of in die gouden bosjes gerookte sprot (die zo warm en zeer terecht zijn aanbevolen door Wouter Klootwijks Goede Visgids) helemaal geen omzet zit, dus nee, aan die bosjes sprot kan hij je niet meer helpen, nog wel aan pakjes gevacumeerde, gefileerde, en lichtelijk verzuurde sprot. Je kunt het hem niet kwalijk nemen, want hem spijt het net zoveel als jou, hij vindt ze óók zo lekker.
Mijn ‘cynisme’ over hoe moeilijk ‘smaaklessen’ te geven zijn, en de bange vraag die ik opperde dat het onderwijzend personeel er wellicht nog niet voor geëquipeerd is, komt uit de brief van een lezeres die ik eens kreeg. De briefschrijfster was ’s ochtends onthutst en teleurgesteld teruggekomen van de lagere school van haar kinderen:
‘Dochterlief was jarig geweest en mocht trakteren. Al jaren proberen we daar iets lekkers, gezonds, en origineels te geven aan de kinderen. Meestal draait het uit op een teleurstelling, maar ik blijf proberen. Vanochtend extra vroeg opgestaan om au-bain-marie pure chocola te smelten om daar vervolgens aardbeien in te dopen. Prachtige verse bonbons vonden we zelf. In de klas dachten zowel een aantal kinderen als de juf daar anders over. Aardbeiensmaak kennen ze van limonade, ijs of snoep, niet van de aardbei zelf. Tot hun grote schrik zat het kroontje er nog aan ook. De kinderen spuugden ze uit en de juf vond het maar een kliederboel, want chocola smelt, dus niet zo’n goed idee. Dat er andere kinderen zijn die trakteren op cornetto-ijsjes schijnt daarentegen wel de gewoonste zaak van de wereld te zijn.’
De briefschrijfster woont in een dorp, ‘waar een groot deel van de mensen nooit verder komt dan de supermarkt, maar tegelijk is dat ook weer heel raar. Heel veel produkten groeien om ons heen en veel mensen werken dus ook in de groenten of het fruit, maar als het op het eten van deze produkten aankomt vinden ze het maar raar, vooral de kinderen, die hoeven kennelijk ook niet zoveel. Laatst huilde er al een vriendinnetje omdat ze dacht dat ze bij ons moest eten: “Jullie eten altijd zo raar!” Dat terwijl ik net met trots de laatste artisjok uit eigen tuin als voorafje op tafel had gezet en onze eigen kinderen riepen: “Ha lekker, artisjok!”’
Op 2 oktober krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Smaaklessen op school -
Tijd voor eten " doet het " op een verleidelijke, educatieve, nuttige en nodige, eigenwijze, smakelijke manier.
Kinderen vinden het erg leuk en proeven van alles, drinken water, hebben rust tijdens de overblijf op school, gesprekken aan tafel over alles en nog wat - zo als het eigenlijk hoort.
Als mooi bijzaak leren de kinderen " het proeven" - smaakontwikkeling , het een en andere over de oorsprong van de producten en ook nog beetje wat over " het koken" - wij hebben alleen de besten koks en die kunnen en willen graag verleidelijk vertellen, wat ze allemaal voor onze kleine gasten van de Europachool in Amsterdam (groep 1 t/m 8 ) met veel plezier gekookt hebben.
vriendelijke groet,
Doris Voss
www.tijdvooreten.nl
@Diny, als we nu eens aan de doelgroepen waarvoor de smaaklessen bedoeld zijn vragen, wat zij lekker vinden en wat zij verwachten van de lessen? Met de uitkomsten hiervan vind je de aansluiting die je moet hebben om interesse los te maken.
Wouter, dat is een rake vergelijking. Culturen komen en gaan. Gebruiken/technieken verdwijnen en er komen nieuwe voor in de plaats. Daar gaan soms fantastische dingen mee verloren. Maar het is altijd zo geweest. Waarom dan getreurd, want dat verdriet is per definitie conservationistisch.
Slow Food is eigenlijk niets anders dan dat. Daarbij komt dat ze nog conservatief zijn ook: het oude product moet gemaakt worden zoals vroeger. De verworvenheden van nieuwe technieken om bijv. oude producten een langer leven te geven zijn verboden.
Maar ... is dat hier aan de orde of moet je de vraag net anders stellen: hoe bewust kan een mens met eten omgaan als hij niet meer weet waar het vandaan komt, hoe het reageert bij behandeling etc.?
Die is niet zo cultuurfilosofisch, maar heel praktisch en voorwaardelijk: wat heeft een jong mensje in zijn rugzakje nodig om te overleven in de moderne eetjungle?
Ik denk dat die vraag zelfs niets met kwaliteit of een 'gij-zult-gvd-dit-lekker-vinden' te maken heeft.
Het werd een tijdje terug bekend gemaakt dat de helft van de Pabo-studenten slechter in rekenen is dan een leerling van groep acht.
Dit is een potentiële ramp voor het land, maar nu we het weten en het probleem helder voor ogen hebben kunnen we er iets aan doen. Maar de oplossing zal niet een terugkeer naar de degelijke rekenboekjes van vroeger zijn. Die stap is te groot en we leven in andere (computer)tijden.
Het eet/proefprobleem is m.i. vergelijkbaar. Leraren en leerlingen hebben een tekort aan kennis en ervaring op dit gebied. Maar we leven nu eenmaal in supermarkttijden. Een simpele les waarin verschillende reguliere groentes worden benoemd (en evt. geproefd) is al een mooie stap. Met misschien een practicum waarin je zelf een Italiaanse roerbakschotel samenstelt...
Bij mijn weten zijn schooltuintjes overigens niet verboden. Een school kan ervoor kiezen daar budget in te steken.