Op 28 juni 2021 zond RTL beelden uit die met een knoopcamera door een medewerker van Varkens in Nood waren gemaakt, bij slachterij Gosschalk in Epe. Er ontstond maatschappelijk en politiek grote ophef over de beelden die voor consumenten en beleidsmakers duidelijk zichtbaar dierenleed toonden. Minister Schouten noemde ze ‘gruwelijk’. Ze schrijft dat ‘deze excessen moeten stoppen.’ Slachterij Gosschalk ging tijdelijk dicht. Nadat de NVWA eindelijk het vijfde verbeterplan had goedgekeurd, ging het slachthuis in augustus 2021 weer open, onder verscherpt toezicht.

Corona, varkenspest, meer werk
In een uitzending van Met het Oog op Morgen lichtte Dick Veerman in juli 2021 de achtergronden van de situatie toe. Door corona kampten Nederlandse slachthuizen met een personeelstekort. Tegelijk kregen ze het drukker. Als gevolg van Afrikaanse varkenspest in Duitsland trokken Nederlandse boeren die gewoonlijk in Duitsland lieten slachten, hun varkens terug om dat in Nederland te laten doen. Dat veroorzaakte volgens onze hoofdredacteur extra werkdruk en leidde tot nieuw personeel in een periode van arbeidskrapte en ziekteverzuim.

Vertrouwen
Misstanden bij slachthuizen veroorzaken steevast grote verontwaardiging. Achter de dynamiek tussen NGO’s, media, politiek, consumenten en bedrijven, ligt de vraag naar vertrouwen. Het vertrouwen van consumenten, media, NGO’s, en een aantal politieke partijen in de vleessector als geheel is gering. Dat komt niet alleen door de gebeurtenissen bij slachterij Gosschalk. Het imago van de vleessector is slecht; iedere misstand bevestigt het wantrouwen en versterkt het waarschijnlijk ook.
Andersom werkt het net zo. Lees bijvoorbeeld een reactie van de Centrale Organisatie voor de Vleessector (COV) in Vleesmagazine op het recente Kamerdebat van 17 mei jl over misstanden in slachthuizen:
Vijf vega-Kamerleden schetsten een vals beeld over de ondernemingen in een poging de vleesproductie verder aan banden te leggen. Kamerleden van de Boer Burger Beweging, VVD en CDA gaven gezond tegengeluid.
(…)
Ook toen het debat over cameratoezicht ging sloegen de vega-Kamerleden de plank mis.


Argumenten en feiten helpen hier niet meer. De vraag is dan ook niet wie gelijk heeft, maar wat het vertrouwen kan herstellen.
Gelijk hebben versus vertrouwen creëren
Voor- en tegenstanders van de vleessector hanteren stereotype beelden van elkaar. De posities zijn over en weer ingenomen. Argumenten en feiten helpen hier niet meer.
De vraag is dan ook niet wie gelijk heeft, maar wat het vertrouwen kan herstellen. Wat kan consumenten het vertrouwen geven dat ze er vanuit kunnen gaan dat het vlees dat ze eten, afkomstig is van een dier dat met respect is behandeld en zo weinig mogelijk heeft geleden tot aan de dood?

We vragen Bennie Gosschalk, directeur slachthuis van slachterij Gosschalk, wat het bedrijf wil. Zijn antwoord is tweeledig. Het bedrijf wil niet stoppen, ondanks de beelden die het imago van Gosschalk ernstig hebben beschadigd. Maar de familie achter het bedrijf wil ook niet door op de oude voet. Bennie Gosschalk laat merken dat de directie erg geschrokken is van de beelden die ook voor het slachthuis zelf onaanvaardbaar zijn. Toch wijst Gosschalk nadrukkelijk de suggestie af dat de beelden representatief zouden zijn voor de dagelijkse gang van zaken. Bennie Gosschalk zegt dat het familiebedrijf door de gebeurtenissen anders naar zichzelf en zijn kwetsbaarheid voor incidenten is gaan kijken. Het familiebedrijf wil nu zichtbaar ‘het beste jongetje van de klas' worden qua dierenwelzijn. Ze gaan niet alleen door, ze willen het nu ook beter doen en daar open over zijn. Dat laatste is opmerkelijk, voor het bedrijf dat bekend staat om zijn geslotenheid.

Welfare Toezichthouder
Om die ambitie waar te maken heeft slachterij Gosschalk drie belangrijke veranderingen ingevoerd. Ten eerste is er een nieuwe functie gecreëerd. Voortaan controleert Welfare Toezichthouder Roy Melsert, geassisteerd door twee vervangers, het welzijn van dieren in de slachterij. Melsert heeft de opdracht het welzijn van de koeien en varkens in de slachterij voortdurend te verbeteren. Hij is binnen het bedrijf 'autonoom bevoegd'. Met die woorden bedoelt de directie van het bedrijf dat hij zonder overleg direct kan ingrijpen waar hij dat nodig vindt, maar ook dat hij processen naar zijn inzicht mag veranderen.

Melsert noemt zichzelf op zijn LinkedIn-profiel humane slaughter expert. Hij heeft een lange staat van dienst als troubleshooter in Nederlandse slachthuizen en werkt geregeld samen met Eyes on Animals. Hij heeft, zegt hij, volledige vrijheid. Dit betekent dat hij geen verantwoording aan Bennie, het hoofd van de slachterij, hoeft af te leggen. Hij rapporteert wel wekelijks aan de algemeen directeur Max Gosschalk. Doet Melsert een voorstel, dan zijn er drie opties: de directie gaat akkoord, er komt uitstel (bijvoorbeeld bij grote investeringen) of er wordt een alternatieve weg gezocht om hetzelfde te bereiken. Melsert vindt zijn motivatie in verbetering van het vak. Hij krijgt de ruimte om nieuwe werkwijzen uit te proberen en - indien ze werken - te introduceren. Zijn hoofddoel is zo weinig mogelijk leed bij de dieren.

Door Argus kan niemand meer onopgemerkt iets doen dat niet in de haak is. Ook wie een probleem niet goed oplost, is gezien.
Ten tweede werkt slachterij Gosschalk nu met een recent ontwikkeld camerasysteem van de firma Argus. Camera’s zijn uitgebreid met een AI-systeem dat mogelijke onregelmatigheden real time vastlegt en de welfare toezichthouders in het bedrijf meteen attendeert op een mogelijk incident. Indien nodig kan de slachtlijn meteen worden stopgezet, zodat de aanvoer van nieuwe dieren niet tot problemen leidt. Argus legt alle handelingen met dieren, maar ook het gebruik van materieel door slachters vast. Camera’s, 33 stuks, dekken de hele operatie tot aan het verbloeden van de dieren. Gedurende de dag bekijkt Melsert (of een van zijn collega’s) alles dat Argus heeft aangemerkt als afwijkend van de gebruikelijke routine. Niemand kan meer onopgemerkt iets doen dat niet in de haak is. Ook wie een probleem niet goed oplost, is gezien. "Je registreert alles en kunt real time of achteraf nagaan of iets goed opgelost wordt of niet," aldus Bennie Gosschalk. Melsert is positief over het systeem, dat nog steeds in ontwikkeling is: "Als iemand bijvoorbeeld een euthanasietang pakt en een varken schiet in de stress, dan moet het meteen geëuthanaseerd worden. Ik krijg dan real time een seintje en kan meteen ingrijpen, als dat nodig is." Ook worden nog steeds sensoren toegevoegd in de slachterij, om het beeld dat camera’s bieden completer te maken.

Eyes on Animals
Ten derde heeft Gosschalk afspraken gemaakt met Eyes on Animals (EoA), een dierenbeschermingsorganisatie die gespecialiseerd is in vervoer en de slacht van dieren. Al voor de opnames van Varkens in Nood probeerde EoA in gesprek te komen met Gosschalk, maar dat lukte niet. Lesley Moffat, directeur van EoA: "Toen Gosschalk contact met ons zocht nadat het bedrijf in moeilijkheden was gekomen, stonden we dan ook niet meteen te springen. We wilden ons niet laten gebruiken om het imago van Gosschalk weer op te poetsen." Gosschalk blijft echter aandringen en tot een afspraak komt het op een gegeven moment, na enkele maanden, toch.

Moffat zegt echter het dierenwelzijn niet te kunnen garanderen. Haar organisatie is te klein en heeft te veel ander werk om als controleur te kunnen optreden.
Ze gaan bij slachterij Gosschalk om de tafel na een rondleiding in de stal. Als Gosschalk merkt dat EoA - in zijn woorden - ‘opbouwend kritisch’ is en EoA op haar beurt merkt dat Gosschalk open staat voor verbeteringen, besluiten ze uiteindelijk een samenwerking aan te gaan. Die houdt in dat EoA onaangekondigd kan komen kijken naar de situatie in de slachterij en de camerabeelden. Moffat zegt echter het dierenwelzijn niet te kunnen garanderen. Haar organisatie is te klein en heeft te veel ander werk om als controleur te kunnen optreden. Ze is blij met de aanstelling van Melsert, maar relativeert zijn positie wel een beetje. "Zou Gosschalk werkelijk akkoord gaan, als Melsert voorstelt in plaats van 600, 100 dieren per uur te gaan slachten?" Moffat heeft het bovendien meer op de menselijke maat: “Een grote slachterij zoals Gosschalk kan nooit zo goed dierenwelzijn borgen als een kleine, waar je meer rust en minder stress kunt realiseren voor de dieren. Dat neemt niet weg dat ieder stapje de goede richting op er een is.”

Bennie Gosschalk is ervan overtuigd dat zijn slachterij de beste kan zijn. Melsert krijgt de ruimte en Moffat wijst kritische samenwerking niet af. Er is een stap gezet om de kloof van het wederzijdse wantrouwen te dichten.
Dit artikel afdrukken