Hoofdredacteur Jago Kosolosky van Knack zegt dat commentaren op nieuwssites waardevol kunnen zijn, maar dat bij Knack niet waren. Hij zegt verder te weigeren om mensen online op te voeden.

Soms ontstaan parels van draden. Soms blijken die parels enkele uren later te verworden tot onleesbare en onlezenswaardige draken van draden. Ik zou graag eens van de lezers horen in hoeverre zij vinden dat Foodlog slaagt in zijn missie: een werkplaats zijn waarin het nieuws over voedsel en voeding wordt verwerkt tot 'wat we daarvan vinden en hoe het vermoedelijk echt zit'
De Belgische krant De Standaard schrijft die beslissing al lang geleden gemaakt te hebben om vergelijkbare redenen. Ook het Belgische Nieuwsblad volgt dat beleid. "Enkel in bepaalde gevallen zetten we de reactiemodule open, maar dan monitoren we de reacties. Daarnaast hebben we nog één algemeen forum waar mensen hun algemene commentaar kunnen achterlaten. Ook hier geldt dat de reactie gemonitord en gemodereerd worden", zegt Pascal Weiss, hoofdredacteur van Het Nieuwsblad.

Modereren betekent in dat geval niet veel meer dan het weghalen van ongepaste reacties of interacties.

De Tijd, vergelijkbaar met het Nederlandse Financiëele Dagblad, staat wel lezersreacties toe. "Wij geven onze community een stem op de site door hen toe te laten op de meeste artikels te reageren", zegt Roland Legrand, digitaal nieuwsmanager van De Tijd. "Ook organiseren we chatsessies over specifieke thema’s. We investeren wel in moderatie van de reacties. In vele gevallen is die moderatie achteraf, soms ook vooraf."

In Nederland sloot NUjij afgelopen zomer. De op het brede publiek gericht nieuwssite NU.nl staakte de site waarop gereageerd kon worden op artikelen van NU.nl. Gert-Jaap Hoekman verklaarde dat NUjij niet meer past bij NU.nl: "Het levert niet de inhoudelijke bijdrage op die we ons bedacht hadden toen we ermee begonnen. Het is een beetje een discussieplatform geworden. De subtiliteit is soms ver te zoeken. Dat is prima, maar het is gewoon heel veel werk om dat te modereren en wij willen die tijd liever in inhoudelijke aanvullende reacties stoppen."

Online discussies ontsporen gemakkelijk. Ik kan er over meepraten. Vooral over de tijd en sociale vaardigheden die het in alle registers vergt om discussies tot een productieve gedachtenontwikkeling te laten komen.

Ik snap dus de overwegingen van Kosolosky. Goed modereren is kostbaar en levert geen zinvolle content op als reageerders zich niet aan de spelregel houden om samen lezenswaardige en integere content te produceren voor lezers die zich willen informeren.
We hebben Foodlog opgezet om die inspanning wél te laten lukken door intensieve, inhoudelijke en procesmatige moderatie.

Soms ontstaan parels van draden. Soms blijken die parels enkele uren later te verworden tot onleesbare en onlezenswaardige draken. Toch blijven we Foodlog de moeite waard vinden als een werkplaats waarin het nieuws over voedsel en voeding wordt verwerkt tot 'wat we daarvan vinden en hoe het vermoedelijk echt zit'. Dat proberen we door wat afstand te creëren tot de dagelijkse gekte van de meningenindustrie die de oordeelsvorming en rationaliteit van de samenleving lijkt te hebben overgenomen.

Met onze uitgever had ik het over het besluit van Knack. Een goed besluit, vond hij, om populisme tegen te gaan, maar daar heeft Foodlog toch geen last van? Binnen Foodlog, zei ik terug, bestrijden vaak verschillende populismen en hardnekkige 'ik-wil-gelijk-hebbers' elkaar. Vaak word ik er moe en verdrietig van. Dat zijn van die momenten waarop ik de weigering van Kosolosky begrijp. Gelukkig zijn er ook voldoende andere momenten.

Ik zou graag eens van de lezers horen in hoeverre zij vinden dat Foodlog slaagt in zijn missie als werkplaats voor een niet-populistisch beeld van wat er dagelijks gebeurt op het gebied van voedsel en voeding.
Dit artikel afdrukken