Uit het nog niet volledig afgeronde bron- en contactonderzoek door de GGD blijkt dat van de 105 geteste Vion-medewerkers in Boxtel (Brabant) er 18 positief besmet zijn (17%). De positief geteste medewerkers blijken te werken op specifieke afdelingen, de zogeheten 'koude ruimten' (snijzaal en veredeling). In de overige bedrijfsonderdelen, zoals de slachthal, zijn géén besmettingen aangetroffen, licht Vion toe in een persbericht.

Aanscherping maatregelen maar niet dicht
Vanaf vandaag gaat Vion dagelijks een grootschalige reiniging en desinfectie doorvoeren (met een desinfecterende luchtbehandeling om de mogelijke besmetting via aerosolen tegen te gaan). Ook komt er een dagelijkse gezondheidscontrole voor alle medewerkers, bezoekers en de controleurs die in het bedrijf werkzaam zijn. Bij het constateren van klachten wordt betrokkenen de toegang geweigerd en worden zij doorverwezen naar de GGD voor een test. Vion gaat structureel samenwerken met de GGD "op medisch-inhoudelijk gebied, op het gebied van onderzoek en surveillance en aangaande proces- en kwaliteitsafspraken."

Onder deze voorwaarden blijft Vion slachten op de productielocatie in Boxtel. Wel zullen er naar verwachting minder varkens geslacht worden. "Het is niet dusdanig minder dat er problemen ontstaan, de nieuwe situatie moet worden ingeregeld," laat een Vion-woordvoerder weten.

Twee weken quarantaine en beroepsverbod
Dat ligt anders bij de slachterij van Van Rooi Meat in Helmond die vorig week tot vandaag gesloten werd. Inmiddels is besloten dat die in elk geval tot 17 juni dicht moet blijven. Dat maakte John Jorritsma, voorzitter van de veiligheidsregio Noord-Brabant, na overleg met het RIVM bekend. Ook in Helmond bleek 17% van het personeel besmet en daarmee is de slachterij volgens de veiligheidsregio een 'brandhaard'. De 1.700 medewerkers gaan 14 dagen in quarantaine en krijgen een beroepsverbod, aldus Nieuwe Oogst. Ze mogen dus ook niet ergens anders gaan werken. Van Rooi Meat is verantwoordelijk voor zo'n 20% van de Nederlandse slachtcapaciteit.

Hoe kan het, dat de ene slachterij weliswaar minder varkens gaat slachten, maar toch in bedrijf blijft, en de andere de deuren moet sluiten? Het Algemeen Dagblad vroeg het na bij het ministerie van LNV. Een woordvoerder van minister Carola Schouten (LNV) is er kort over. Het al dan niet sluiten van slachterijen is een verantwoordelijkheid van de lokale autoriteiten. "Wij gaan niet over volksgezondheid.”
Dit artikel afdrukken