In de brief beschrijft de minister welke acties zij wil ondernemen om de afstand tussen producent en consument te verkleinen. Ze ondersteunt daartoe onder meer de Taskforce Korte Keten, het Platform Multifunctionele Landbouw, voedselonderwijs, verbinding boer-burger en een eerlijke prijs.
Vooral voor streekproducten wil Schouten zich hard maken. Ze wil, om de waardering voor streekproducten te laten toenemen, samen met de provincies "onder andere een handelsmissie in eigen land organiseren."
Opvallend is het onderscheid dat de minister maakt tussen regio- en streekproducten: de eerste zijn "kenmerkende producten van de regio die regionaal gedistribueerd worden. Het zijn producten uit je eigen omgeving waarbij de afstand tot de teler in kilometers kort is".
Streekproducten mogen zich in haar warme belangstelling verheugen; dat zijn volgens de minister 'mooie, eerlijke en pure producten' die landelijk en zelfs internationaal gedistribueerd worden. "Streekproducten worden op een maatschappelijk verantwoorde manier geproduceerd, met toegevoegde waarde voor de streek en het streekeigen cultuurlandschap." Om productie en afzet te kunnen volgen, komt er een systeem van monitoring. Knelpunten in wet- en regelgeving voor de veelal kleinschalige producenten zullen in kaart gebracht en aangepakt worden - zonder afbreuk te doen aan voedselveiligheid, aldus de minister.
De conclusie over het exportdeel is wellicht idd om de boerenachterban te dienen maar het deel over dat je een eetcultuur niet zomaar kunt veranderen en alle Nederlanders aan de streekproducten krijgt, is denk ik wel terecht.
Mijn ervaring is dat Fransen, Italianen en Spanjaarden veel meer de smaak en het verhaal zoeken in hun maaltijd en daar als het moet en kan de prijs voor willen betalen.
Bij Nederlanders (niet iedereen, maar toch wel veel) gaat het in het algemeen voornamelijk om de prijs. Ikzelf ben opgegroeid met ondrinkbare magere melk, potjes aardbeienjam waar met geluk een halve aardbei in te vinden was en vlokfantasie waarbij je zelf maar moest bedenken dat het naar chocolade moest smaken. Lekker...goedkoop, dat wel.
Ter vergelijking: een Nederlander besteed 10 procent van zijn inkomen aan voedsel, een Fransman 20. Dat verschil is volgens mij niet alleen te verklaren omdat het voedsel zoveel duurder is in Frankrijk.
Dat ben ik met Jan Peter eens. Het stuk verraadt weinig commercieel-economisch verstand en gebruikt veel woorden om te zeggen dat Nederland goede kwaliteit waar het buitenland op zit te wachten om ons traditionele landbouw overeind te houden. Het is een wat clientelistisch stuk voor de lezersachterban van boeren.
Wat een zeurverhaal in Vonk. Wie heeft dat geschreven? Het is allemaal kansloos, zegt hij, maar voor het 'Holland Varken, De Hollandse aardbei, De Zeeuwse mossel, Nederlandse zuivel, de oer-Hollandse aardappel' ziet hij wel weer mogelijkheden. Niet in NL natuurlijk want daar zijn het allemaal laagbijdegrondse prijskopers. Nee, in het buitenland, daar hebben ze nog een mooie eetcultuur en geven ze ruim geld uit: "de Fransman betaalt zonder financiële gêne en met bijna een glimlach de ferme prijs van een streekproduct". Ik denk dat dit iets overdreven is.
In Vork een aardig artikel waarom de nieuwe handelsmissie met moeite zal slagen: Nederland heeft geen specifieke eetcultuur voor handelsmissie streekproducten.
Dan nog een klein beetje over het Lidl-kaasje.
Lidl betaalt de boeren beter (neemt echter max 25 procent van de totaalproductie vd zuivelfabriek af) en biedt het kaasje aan voor een lage prijs in de winkel. Tegelijkertijd wordt, van dezelfde zuivelfabriek, een gelijkwaardig kaasje (b-merk) voor een aanzienlijk hogere prijs aangeboden in de 'normale' supermarkten (1,15 euro vs 1,50 euro) en waarvoor de boeren een lagere melkprijs krijgen uitbetaald (reden waarom er voor 75 procent nog wordt gebromd).
De 'verborgen' prijs die boeren en burgers betalen om A-merken in een 'normale' super tegen een minimum marge (Frankrijk) of tegen verlies aan te bieden is best hoog en laat zien dat de 'onzichtbare hand' van de vrije markt niet automatisch tot het beste voor iedereen leidt. Een beetje inperken van die vrijheid pakt uiteindelijk misschien voor consument en boer beter uit.
Nog even bij #20, het kaasje van Lidl met twee Hollandse Franse boeren op verpakking.
Dat is een resultaat van de boerencrisis in 2015 en 2016. Lidl besloot als eerste varkensvlees en kip in Frankrijk in te kopen. Later volgde zuivel.
Nu het omgekeerde: waar kwamen die grondstoffen eerder vandaan? Ja precies: voor een niet onbelangrijk deel uit Nederland. Wij zetten het daar goedkoper af, dan de Franse boeren hoewel de kostprijs van de onze in zowel zuivel als varken hoger ligt. Over kip durf ik me niet direct uit te spreken.
Lidl is zeer geliefd geraakt door dit beleid onder Franse boeren en is - net als in Nederland - flink aan het groeien onder het betere en bewustere publiek. Het discounter-imago maakt plaats voor een heel-goed-en-toch-niet-duur-imago. En dat werkt en doet iets heel goeds voor Franse boeren. Het zet wel de onze buiten de deur. Terecht natuurlijk, vanuit het perspectief van Schouten zelf. Maar ook iets om goed over na te denken; je moet er wel een beetje voor kunnen rekenen aan markten ;-)