image


Een melkveehouder wordt betaald op basis van de vet- en eiwitgehaltes in de melk. Met name meer eiwitten brengen het meeste op. Inmiddels zijn ook de Omega-3 vetzuren populaire prijsbepalers. Meer dan ooit is het nu een kwestie van de juiste stammoeders uitzoeken om zeker te zijn van de juiste melkkoe.

Zouden we nog 'gewone', sterke koeien overhouden?

De ene koe geeft melk geschikt om kaas te maken, de andere geeft juist melk met veel onverzadigde vetten of met ingrediënten voor geneesmiddelen. Met precisiefokkerij is het misschien mogelijk om dit soort koeien in de toekomst te fokken. Het eerste resultaat van het Milk Genomics-initiatief van Wageningen Universiteit is dat de samenstelling van het melkvet in koemelk voor een belangrijk deel erfelijk is bepaald. Centrale vraag van het onderzoek is of het mogelijk is door fokkerij de melksamenstelling te verbeteren. Erfelijk
Tot voor kort ging iedereen er vanuit dat het voer van de koe bepalend is voor de vetzuursamenstelling in melk. De Wageningse onderzoekers hebben uitgevonden dat ongeveer een kwart tot ruim tweederde van de verschillen tussen de koeien toe te schrijven is aan erfelijke aanleg. De genen hebben meer invloed op het gehalte van onverzadigde vetten, maar ook de invloed op de hoeveelheid verzadigde vetten is volgens de onderzoekers aanzienlijk.

Toekomst
Dat de koe zelf verantwoordelijk is voor de vetzuursamenstelling biedt perspectieven voor de zuivelindustrie. Het onderzoek naar vetzuursamenstelling van melk is nog niet afgerond. Ondertussen zijn er ook plannen om te kijken naar de gehalten aan mineralen, eventueel aanwezige afweerstoffen en de verhoudingen van eiwitten in koemelk. De agrarische sector is optimistisch, mits het publiek de ontwikkeling accepteert. “Dus bij het onderzoek hoort ook nog wel enige communicatie”, aldus Siem Jan Schenk, LTO Nederland


bron:Milk Genomics
Dit artikel afdrukken