Dat denkt boerenblad Nieuwe Oogst. Het schrijft dat het nieuwe kabinet van VVD, CDA, D66 en ChristenUnie niet zal kiezen voor minder vee om de klimaatdoelen van Parijs te halen. Dat zou blijken uit uitlatingen van de landbouwwoordvoerders van VVD, CDA, D66 en ChristenUnie, de nieuwe kabinetspartners voor Rutte-III.
Donderdag debatteerde de Tweede Kamer over de vraag of krimp van de veestapel nodig is als Nederland de klimaatdoelen voor 2030 wil halen. GroenLinks, SP en de Partij voor de Dieren winden er geen doekjes om. "We moeten nu beginnen", aldus Rik Grashoff (GroenLinks). "Het is broodnodig", bevestigt Esther Ouwehand (Partij voor de Dieren). Volgens een advies van het Louis Bolk Instituut zou Nederland afscheid moeten nemen van circa een derde van de melkveestapel. De nieuwe coalitie vindt dat niet nodig en looft de verduurzaming die de sector al heeft ingezet. "De roep om krimp doet geen recht aan die inspanningen", zegt Carla Dik-Faber van kleinste coalitiepartner ChristenUnie.
Mestverwerking en luchtwassers
De verwachtingen over het beleid van het nieuwe kabinet zijn vermoedelijk terecht. Rutte-III zal vasthouden aan de staande belangen. Omdat er geen middelen zijn voor warme sanering en geen politieke visie bestaat voor een geleide herstructurering van de voor Nederland te duur geworden veestapel, is het logisch dat het nieuwe kabinet kiest voor een beleid dat:
- nog niet afgeschreven investeringen in met name bestaande varkensstallen en melkveehouderijstallen zichzelf zolang en zoveel mogelijk laat terugverdienen of laat overnemen door opschalende bedrijven elders in het land
- voldoende melk en vlees produceert voor de bestaande melkverwerkende en vleesverwerkende industrie zodat die zich geleidelijk met de markt mee kan ontwikkelen. Beide sectoren dragen nadrukkelijk bij aan het nationaal inkomen van ons land (zie beide links hiervoor).
De onduurzaamheid van het produceren van vele kilo's product op een beperkt oppervlak kan worden opgelost door mestverwerking (het voorgaande kabinet investeerde daar al €150 miljoen in) en andere technische oplossingen die fijnstof en ammoniakuitstoot en fosfaatvervuiling door intensieve dierhouderij tegengaan. Dat vergt grote investeringen in techniek waarmee de klimaatdoelstellingen van Parijs op een kunstmatige manier kunnen worden gehaald. Die hoge investeringen om iets te bereiken dat veel goedkoper kan worden gerealiseerd door niet-grondgebonden landbouw meer over de wereld te verspreiden, zijn de inspanningen die Dik-Faber beloond wil zien.
Of dat verstandig is, is zeer de vraag omdat nauwelijks voorstelbaar is hoe deze terugverdiend kunnen worden in de markt als gevolg van Nederlands exportpositie; grosso modo wordt 70% van de Nederlandse productie in het buitenland verkocht tegen internationaal geldende marktprijzen. Er zijn dan ook inmiddels tegenstanders van dit beleid te vinden binnen de klassieke boerenorganisaties. Mestverwerking en luchtwassers zijn dure middelen die de kostprijs van Nederlandse grondstoffen - want dat zijn melk en varkensvlees - nog verder verhogen en daarmee uit de markt prijzen. Omdat er vanuit zowel NGO's als de politiek en de ministeries geen inspanningen zijn om tot een coherente visie te komen op de omgang met de vastgelopen agrarische erfenis uit de vorige eeuw, is mestverwerking vooralsnog het meest rationele alternatief. Dat het teveel kosten toevoegt aan de internationaal toch al te dure Nederlandse landbouw is echter evident. Het nieuwe kabinet koopt tijd en gooit goed geld achter de zo langzamerhand verlopende erfenis aan in de hoop dat de gewonnen tijd tot een creatieve oplossing zal leiden.
Gisteren presenteerde Elzo Kannekens, Deputy Chief Veterinary Officer van Nederland (Ministerie van EZ), tijdens een bijeenkomst aan de Faculteit Diergeneeskunde in Utrecht de aantallen dieren die Nederland per tijdsmoment huisvest en waar die dieren verkeren. In totaal wordt jaarlijks ruim een half miljard dieren geslacht in ons land; kippen hebben daarin verreweg het grootste aandeel.
Dit artikel afdrukken
Omdat er vanuit de politiek en ministeries geen inspanningen zijn om tot een coherente visie op de omgang met de vastgelopen agrarische erfenis uit de vorige eeuw om te gaan, is mestverwerking vooralsnog het meest rationele alternatief. Dat het teveel kosten toevoegt aan de internationaal toch al te dure Nederlandse landbouw is echter evidentCDA landbouwwoordvoerder Jaco Geurts maakte op zijn Facebookpagina duidelijk hoe hij het advies van het Louis Bolk Instituut leest. Hij concludeert dat "het door Milieudefensie betaalde rapport, niet gaat over het voldoen aan de doelstellingen van het klimaatakkoord van Parijs. Maar vooral om wederom de agrarische sector zwart te maken en te positioneren als anti-duurzaam."
Mestverwerking en luchtwassers
De verwachtingen over het beleid van het nieuwe kabinet zijn vermoedelijk terecht. Rutte-III zal vasthouden aan de staande belangen. Omdat er geen middelen zijn voor warme sanering en geen politieke visie bestaat voor een geleide herstructurering van de voor Nederland te duur geworden veestapel, is het logisch dat het nieuwe kabinet kiest voor een beleid dat:
- nog niet afgeschreven investeringen in met name bestaande varkensstallen en melkveehouderijstallen zichzelf zolang en zoveel mogelijk laat terugverdienen of laat overnemen door opschalende bedrijven elders in het land
- voldoende melk en vlees produceert voor de bestaande melkverwerkende en vleesverwerkende industrie zodat die zich geleidelijk met de markt mee kan ontwikkelen. Beide sectoren dragen nadrukkelijk bij aan het nationaal inkomen van ons land (zie beide links hiervoor).
De onduurzaamheid van het produceren van vele kilo's product op een beperkt oppervlak kan worden opgelost door mestverwerking (het voorgaande kabinet investeerde daar al €150 miljoen in) en andere technische oplossingen die fijnstof en ammoniakuitstoot en fosfaatvervuiling door intensieve dierhouderij tegengaan. Dat vergt grote investeringen in techniek waarmee de klimaatdoelstellingen van Parijs op een kunstmatige manier kunnen worden gehaald. Die hoge investeringen om iets te bereiken dat veel goedkoper kan worden gerealiseerd door niet-grondgebonden landbouw meer over de wereld te verspreiden, zijn de inspanningen die Dik-Faber beloond wil zien.
Of dat verstandig is, is zeer de vraag omdat nauwelijks voorstelbaar is hoe deze terugverdiend kunnen worden in de markt als gevolg van Nederlands exportpositie; grosso modo wordt 70% van de Nederlandse productie in het buitenland verkocht tegen internationaal geldende marktprijzen. Er zijn dan ook inmiddels tegenstanders van dit beleid te vinden binnen de klassieke boerenorganisaties. Mestverwerking en luchtwassers zijn dure middelen die de kostprijs van Nederlandse grondstoffen - want dat zijn melk en varkensvlees - nog verder verhogen en daarmee uit de markt prijzen. Omdat er vanuit zowel NGO's als de politiek en de ministeries geen inspanningen zijn om tot een coherente visie te komen op de omgang met de vastgelopen agrarische erfenis uit de vorige eeuw, is mestverwerking vooralsnog het meest rationele alternatief. Dat het teveel kosten toevoegt aan de internationaal toch al te dure Nederlandse landbouw is echter evident. Het nieuwe kabinet koopt tijd en gooit goed geld achter de zo langzamerhand verlopende erfenis aan in de hoop dat de gewonnen tijd tot een creatieve oplossing zal leiden.
Gisteren presenteerde Elzo Kannekens, Deputy Chief Veterinary Officer van Nederland (Ministerie van EZ), tijdens een bijeenkomst aan de Faculteit Diergeneeskunde in Utrecht de aantallen dieren die Nederland per tijdsmoment huisvest en waar die dieren verkeren. In totaal wordt jaarlijks ruim een half miljard dieren geslacht in ons land; kippen hebben daarin verreweg het grootste aandeel.
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
John van Kessel,
Even voor de goede orde, de kringloop zoals jij die beschrijft word toch aangevuld met ontlasting van mensen die biologisch eten?
Dus opmerkingen als flink mee profiteren en het zijn zelfs parasieten zijn voor mensen die biologisch eten onwaar m.b.t. jouw kringloop.
Vlinderbloemigen geven overigens ook stikstof af tijdens de groei, dus niet alleen na onderwerken.
Marco Maas
het kringetje consument - rioolwaterzuivering - kunstmestfabriek - landbouw, zorgt er in ieder geval voor dat de N kringloop blijft lopen. In ieder geval op zodanige wijze dat we op weinig grond veel voedsel kunnen produceren.
17 gram N per inwoner / per dag produceert de rioolzuivering, die mogen we toch minimaal weer uit de lucht halen en op het land brengen. Dat zou betekenen dat we 1/3 van het land in moeten zaaien met vlinderbloemigen en de opbrengst daarvan volledig onder moeten werken als voeding voor de overige gewassen die we telen. De vlinderbloemigen eerst aan het vee voeren kan natuurlijk ook, dan hebben we alvast hoogwaardig eiwit en houden we ook meststoffen over.
John van Kessel,
Je trekt kennelijk een conclusie?
Maar mensen die niet-biologisch eten brengen die wel iets terug of brengen die meer terug?
de vraag is vooral wil je de beer van de met hormonen en medicijnen volgepropte mens nog op je land hebben? vorige week was de film 'the martian' op tv. Aardappels telen op mars van uitwerpselen van de medereizigers om te overleven.
Mensen die dus biologisch eten zijn de grote parasieten van de landbouw. flink meeprofiteren maar niets terugbrengen...
Hendrik #60 , je input- output berekening van een enkele boer klopt niet. Wanneer een boer niks verkoopt blijven alle nutriënten in de eigen omgeving van die boer. Zodra een boer een deel van zijn productie gaat verkopen verdwijnen er nutriënten naar elders en moet er gejat worden om aan voldoende nutriënten te komen voor een volgend jaar. Verkoop van productie van een boer verbreekt de nutriëntencyclus van zijn eigen omgeving.