De sector heeft het moeilijk door de horecasluitingen in heel Europa omdat kalfsvlees voornamelijk in restaurants wordt gegeten. De vraag is grotendeels stil komen te liggen zodat het vlees zich in vrieshuizen ophoopt.
In Nederland is de thuisconsumptie verwaarloosbaar. Elders in Europa wordt wel kalfsvlees thuis gegeten. In die buitenlandse markten trekt de vraag iets aan omdat consumenten de luxe vleessoorten die ze in restaurants aten, nu ook thuis gaan eten. Zulke consumenten hebben het liefste kalveren uit eigen land en kiezen traditioneel voor jongere, met voornamelijk melk afgemeste dieren. Rosékalveren, die tot 2 tot 5 maanden later worden geslacht dan blankvleeskalveren, hebben nog meer last van dit euvel omdat de vraag naar ouder kalfsvlees dat ook met ruwvoer is afgemest, gering blijft. Namens circa 650 rosékalverhouders, bericht De Rooij hoe zijn sector ervoor staat.

Noodklok
De Nederlandse rosékalverhouders luiden de noodklok. Door de coronacrisis lijden ze dermate grote verliezen dat het voortbestaan van hun bedrijven en de sector in gevaar komt. Ondanks het feit dat landbouwminister Carola Schouten verschillende land- en tuinbouwsectoren ruimhartig financieel ondersteunt, weigert ze de rosésector een helpende hand toe te steken.

Anders dan hun collega’s met blankvleeskalveren heeft het merendeel van de rosékalverhouders geen vast contract met een slachterij of integrator. Ongeveer 40% van alle kalverhouders in Nederland is rosékalverhouder en houdt voor eigen rekening en risico kalveren. Het gaat om ongeveer zeshonderd bedrijven. Vanaf 16 maart zijn de verliezen bij deze groep opgelopen naar 100.000 tot 300.000 euro per volwaardig gezinsbedrijf.

TVL niet van toepassing
Hoewel het kabinet gisteren bekend heeft gemaakt dat de subsidieregeling Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL) open wordt gesteld voor alle ondernemers uit alle bedrijfssectoren, kunnen rosékalverhouders hier geen gebruik van maken. De regeling stelt dat het omzetverlies minimaal 30 procent moet bedragen om in aanmerking te komen. Kalverhouders hebben te maken met een prijsdaling van 25 procent, maar omdat de winstmarges relatief klein zijn en de productiecyclus acht tot twaalf maanden duurt, zijn de kosten veel hoger dan de opbrengsten, wat leidt tot bovenstaande verliezen.

Rutte: niemand in de steek laten
De groep kalverhouders wil dat de overheid hun financiële zorgen serieus neemt. Premier Rutte deed in maart de belofte dat ondernemers niet in de steek gelaten worden. 140.000 bedrijven hebben ondertussen gebruik gemaakt van de NOW-regeling waarvoor de regering 8 miljard euro beschikbaar heeft gesteld. De regeling voorziet in een tegemoetkoming in het loon van medewerkers. Aangezien rosékalverhouders overwegend familiebedrijven zijn, zonder personeel, hebben zij geen gebruik kunnen maken van de NOW-regeling.

Rosékalverhouders werken niet op contractbasis voor een grote speler in de markt en voelen de gevolgen al meer dan een half jaar direct in hun portemonnee
Wel geld voor andere sectoren
Minister Schouten heeft in mei wel € 650 miljoen beschikbaar gesteld voor de sierteelt, onderdelen van de voedingstuinbouw en fritesaardappelen omdat in die sectoren de marktprijzen dramatisch kelderden. De aardappelsector heeft ruim gebruik gemaakt van hun deel van de regeling (€ 50 miljoen). In de andere sectoren is prijsherstel opgetreden waardoor van de overige € 600 miljoen nagenoeg geen gebruik gemaakt is. Het geld beschikbaar stellen voor de kalversector zou voor de hand gelegen hebben. De prijzen van kalfsvlees zijn immers vanaf begin april naar een historisch laag niveau gedaald en sindsdien nauwelijks gestegen. De minister heeft die keuze echter niet willen maken.

Weinig kennis van kalverhouderij
Ondanks verschillende oproepen door belangenverenigingen van kalverhouders en individuele kalverhouders richting het ministerie, de minister en de vaste Kamercommissie landbouw, geeft de minister aan dat ze haar standpunt niet wil heroverwegen. De argumenten die ze daarbij gebruikt, getuigt van weinig kennis van de kalverhouderij. Steeds wijst ze naar de grote marktpartijen (integraties/slachterijen) die de financiële klappen op zouden kunnen vangen voor kalverhouders. Rosékalverhouders werken niet op contractbasis voor een grote speler in de markt en voelen de gevolgen al meer dan een half jaar direct in hun portemonnee. Het einde van de verliezen is daarbij nog niet in zicht.

Liever steun dan lovende woorden
Kortom, rosékalverhouders dreigen tussen de wal en het schip te vallen. In haar ‘Voortgangsrapportage programma duurzame veehouderij’ van 22 oktober j.l spreekt de minister haar lof uit over de rosékalverhouderij die ze als innovatief bestempeld. Liever dan lovende woorden, ontvangen de rosékalverhouders een financiële vergoeding die hen door de coronacrisis kan helpen. Financieel gezonde kalverbedrijven zijn buiten hun toedoen in zwaar weer gekomen. Het is niet meer dan normaal dat de minister deze sector door de crisis helpt, net zo als ze andere sectoren geholpen heeft.

Investeren in verdere verduurzaming
De financiële verliezen bij rosékalverhouders zijn op dit moment dermate groot dat een periode van vijf jaar met normale prijzen nodig is om deze verliezen weg te werken. Van de andere kant vraagt de minister aan kalverhouders om verdere stappen te ondernemen in duurzaamheid. Die stappen kosten geld. Het is voor rosékalverhouders onmogelijk te voldoen aan nieuwe duurzaamheidseisen als de minister deze groep nu aan zijn lot over laat.
Dit artikel afdrukken