Voor het eerst is in het gletsjerijs van de Mont Blanc gezocht naar loodvervuiling als gevolg van mijnbouw. Uit het onderzoek blijkt dat ten tijde van het Romeinse Rijk de loodconcentraties in de Europese lucht toenamen met een factor 10, schrijft Phys.org.

Ook de concentraties antimoon, een ander zwaar metaal, waren in die tijd 6 keer zo hoog als normaal. Beide vormen van vervuiling waren het gevolg van Romeinse mijnbouwactiviteiten, van 350 voor Chr. tot het jaar 175.

De Romeinen waren actieve mijnbouwers. Zij mijnden metaalhoudende ertsen om er zilver (munten) en lood (sanitaire systemen) uit te winnen. Bij het verhitten van de ertsen – tot hoge temperaturen – kwamen er verontreinigende stoffen zoals lood en antimoon in de lucht.

Om die Romeinse vervuiling in perspectief te plaatsen, vergelijken de onderzoekers het loodniveau met nu. In Europa werd van 1950 tot 1985 gelode benzine gebruikt. Hierdoor namen de loodconcentraties in de lucht toe met een factor 50 tot 100. De loodvervuiling van de Romeinen bereikte een factor 10 ten opzichte van het basisniveau. Daarmee moet wel rekening gehouden worden met het feit dat de Romeinen enkele eeuwen over hun vervuiling deden en wij een kleine 40 jaar.
Dit artikel afdrukken