Onderzoek naar de botsamenstelling van 22 gladiatoren toont aan dat zij vegetarisch aten, meldt BBC News Education and Family.

Sportdrank 'avant la lettre'
Wetenschappers van de universiteiten van Wenen en Bern onderzochten de bijna 2000 jaar oude botten die werden gevonden op een gladiatorenkerkhof in de Romeinse stad Ephesus (nu Turkije).

Op grond van de stabiele isotopen en sporenelementen in de botten konden ze vaststellen dat zij vooral granen en peulvruchten en geen vlees en zuivel hadden gegeten. Ook kon uit de botanalyse worden afgeleid dat ze een plantaardig 'sportdrankje' avant la lettre dronken, gemaakt van de as van planten, om sneller te herstellen na hun fysieke inspanning.

Romeinen aten granen en peulvruchten
Het dagelijkse menu van de gladiatoren bestond voorts uit tarwe, gerst en bonen. Dat menu blijkt bovendien overeen te stemmen met wat andere inwoners van Ephesus aten. Wel week de strontium-calcium verhouding bij de gladiatoren duidelijk af van de gewone Romeinen. Dat versterkt de hypothese dat het in de literatuur overgeleverde 'asdrankje' daadwerkelijk bestond.
Bij twee skeletten werd een ander voedingspatroon aangetroffen, met meer dierlijke eiwitten en minder bonen en peulvruchten. Dat zou er op kunnen wijzen dat deze inwoners van Ephesus oorspronkelijk uit andere delen van het Romeinse rijk afkomstig waren, waar mensen anders aten.
Dat willen de onderzoekers in hun vervolgonderzoek proberen uit vinden. Aangezien de meeste gladiatoren krijgsgevangenen, slaven of veroordeelde criminelen waren, kan die herkomst heel divers zijn,

Prestatiebevorderend of gewoon goedkoper?
De onderzoekers zijn opgetogen over hun bevindingen, schrijft de BBC. Gladiatoren werden ook wel aangeduid als 'hordearii', gerst-eters. De isotopensamenstelling in de botten bevestigt dat. Blijft de vraag of de gladiatoren hun vegetarische dieet uit prestatiebevorderende overwegingen aten, of dat het, gezien hun status en lage levensverwachting, gewoon goedkoper was.

Het onderzoek is verschenen in PLoS ONE.

Fotocredits: Clemens Schleinzer
Dit artikel afdrukken