Hieronder volgt de tekst die Jan Meijer afgelopen donderdag uitsprak tijdens het Jaarcongres Voedselveiligheid van SDU en Foodlog. Hij begon zijn bijdrage niet met woorden, maar met een blues-nummer op mondharmonica en begeleiding door Van - the Man - Morrison.

Dit was Van Morrison dames en heren, met 'Roll with the punches' van zijn voorlaatste CD. Van the Man, inmiddels 72, is de meester van de Belfast Blues. Beweeg mee als een bokser op de stoten van je tegenstander. 'It’s the only way to go', zingt hij met dwingende dictie zijn advies over situaties waarin het tegen zit. Als bluesliefhebber en mondharmonicaspeler kan ik er wel wat mee.

'Roll with the punches' is een Engelse uitdrukking. Het is straattaal. Volgens the Urban Dictionary betekent het: ‘When things don’t go your way, you adapt to the changes and keep moving instead of flipin out.’
Wat mij betreft mag u het beeld van de dansende bokser in de ring goed in u opnemen. Zie hem zwoegen. Zie hem uitdelen. Zie hem incasseren. Hoor het publiek joelen. Hij staat in de schijnwerpers. Hij wint veel partijen op punten. En dat vindt iedereen normaal. Hij is ervaren, maar het is hem aan te zien dat hij niet al zijn partijen op knock out wint.



Ik zou de vergelijking nog wel wat verder kunnen doordrijven, maar voor nu is het wel genoeg, want metaforen dragen het gevaar in zich dat ze je manier van kijken op een gegeven moment zo gaan beïnvloeden dat je niet meer los komt van het denkraam dat er bij hoort. Maar toch, roll with the punches.

Hoor het publiek joelen. Hij staat in de schijnwerpers. Hij wint veel partijen op punten. En dat vindt iedereen normaal. Hij is ervaren, maar het is hem aan te zien dat hij niet al zijn partijen op knock out wint
1. Waarom zit de NVWA in de hoek waar de klappen vallen?
Arseen in rijstwafels. Residuen van gewasbeschermingsmiddelen op aardbeien en gojibessen. De manier van keuren in slachthuizen. Fipronil in eieren. Vegetarisch kipstuckjes. Mestcontroles. Het is niet goed of het deugt niet.

De NVWA zit met enige regelmaat in de hoek waar de klappen vallen. Hoe komt dat? En hoe kan de NVWA daar het beste mee omgaan? Dick Veerman heeft namens Foodlog het initiatief genomen om over die vragen vandaag met elkaar in gesprek te gaan. Ik waardeer dat initiatief en ben blij dat u gekomen bent. Vanzelfsprekend ben ik benieuwd naar uw adviezen, zowel naar uw adviezen voor de NVWA, als die voor onze stakeholders. Ik zeg dat met nadruk zo, omdat ik ervan overtuigd ben dat iedere enigszins gedegen analyse duidelijk maakt dat het niet volstaat om te constateren dat de NVWA af en toe wat onhandig heeft geopereerd. Er is meer aan de hand.

2. Drieledige opdracht uit de congresbrochure
Maar voordat we aan het analyseren slaan en voorlopige conclusies trekken, is het misschien goed dat ik me eerst kwijt van mijn opdracht uit de congresbrochure. Er staat dat ik u informeer over de resultaten van de afgelopen jaren en de toekomstverwachtingen voor de korte en lange termijn. Ook is mij gevraagd u te vertellen hoe de NVWA de afgelopen jaren tot bepaalde stappen is gekomen en wat de achtergrond is geweest van onze beslissingen. Verder wilt u meer inzicht in de wijze waarop wij het extra budget voor de komende jaren gaan besteden.

Ik ben ervan overtuigd dat iedere enigszins gedegen analyse duidelijk maakt dat het niet volstaat om te constateren dat de NVWA af en toe wat onhandig heeft geopereerd. Er is meer aan de hand
3. Financiën
3a. 25 miljoen euro
In de brochure staat dat we op Prinsjesdag 25 miljoen euro erbij hebben gekregen. Het is misschien goed dat ik dit bedrag meteen in perspectief zet. Het is niet zo dat het budget van de NVWA de komende jaren structureel met 25 miljoen euro stijgt. Er komt niks bij, er gaat minder af. We krimpen geen 300 FTE, maar ruim 100 FTE.

4. De resultaten van de afgelopen jaren
Dat was de eerste en makkelijkste opdracht uit de congresbrochure. En eigenlijk heb ik daarmee ook al wat verteld over de toekomstverwachtingen. Door naar de tweede opdracht: de resultaten van de afgelopen jaren. Dat is wel erg ruim geformuleerd. En laat ik het dan ook maar ruim aanvliegen, zodat u, voor zover u dat nog niet heeft, enig gevoel krijgt voor het brede takenpakket van de NVWA.

4a. Naleefmonitor
De afgelopen jaren hebben we de teugels in de slachthuizen stevig aangehaald, ook al beweert EenVandaag iets anders. We voeren daar tegen betaling keuringen uit en houden daarnaast toezicht in het verlengde van die keuringen. We meten stelselmatig op allerlei onderdelen hoe het staat met de hygiëne en het dierenwelzijn. De resultaten ervan publiceren we ieder halfjaar, uitgesplitst naar pluimvee- en roodvleesslachthuizen en naar grote en kleine slachthuizen. De hygiëne van het vlees voordat het de koelcel in gaat is aantoonbaar gestegen. We publiceren de uitkomsten ieder halfjaar, zowel generiek, maar ook per bedrijf. En in 2018 gaan we dat met naam en toenaam doen. Over dit model hebben we uitgebreid overleg gehad met het bedrijfsleven. De wensen van de Centrale Organisatie van de Vleessector hebben we erin meegenomen. Toch blijft het spannend wat er gaat gebeuren als we over gaan tot volledige actieve openbaarmaking.

4b. Vogelgriep, ralstonia, export, buitenlandse audits, import
We dringen met succes het veterinaire antibioticagebruik terug. We zijn succesvol in de bestrijding van dierziekten. Daar zetten we fors op in, bijvoorbeeld bij de vogelgriep. En zoals we dierziekten aanpakken, pakken we ook plantenziekten aan, zoals bijvoorbeeld ralstonia in rozen. Deze bacteriebesmetting is in de EU een zogeheten quarantaine- organisme. Met fytosanitaire maatregelen houden we verdere verspreiding tegen. Economisch gezien is dit voor Nederland van belang. Bloemen vormen met een waarde van 8,3 miljard euro het grootste agrarische exportproduct.

De totale agrarische export bedraagt 82,5 miljard. Die certificeren wij, omdat landen met name buiten de Europese Unie van ons als overheid vragen dat wij er garant voor staan, dat de Nederlandse producten aan hun regels voldoen. Dat certificeren doen wij snel en goed, met behulp van een uitgebreide en actuele database van alle relevante regelgeving wereldwijd. Alleen Nieuw-Zeeland en Australië doen ons op dat vlak concurrentie aan. Het is een komen en gaan van groepen buitenlandse auditors die uitgebreid komen controleren of wij adequaat toezien op hun regels. Zo waren de Amerikanen eerder dit jaar drie man sterk drie weken over de vloer. We doen het zo goed dat de exportmogelijkheden voor kalfsvlees verruimd worden.

En de contramal van exportcontroles zijn de importcontroles. In de haven van Rotterdam en op Schiphol zijn daar 80 medewerkers mee bezig. Daar zien we ook toe op de Cites- wetgeving en pakken we de illegale handel in beschermde diersoorten aan. En onze visserijcontroles, zowel op de afslag als op volle zee, kun je ook als een vorm van bescherming van diersoorten zien.

4c. Rookverbod in de horeca
Wat we na een moeizame aanloop uiteindelijk ook succesvol hebben uitgevoerd is de handhaving van het rookverbod in de horeca. In cafés en discotheken bleek het handhaven van het rookverbod lange tijd problematisch. Er was veel verzet. Al die tijd heeft de NVWA in deze sector intensief en strikt gehandhaafd. Sinds op 1 januari 2015 de Tabakswet wijzigde en de uitzondering voor kleine cafés verdween, is de naleving ook bij cafés en discotheken gestegen tot boven de 90 procent. De gezondheidswinst is enorm. Zo blijkt uit onderzoek van het Erasmus Medisch Centrum dat door het rookverbod in de horeca het aantal kinderen dat met een te laag gewicht wordt geboren is gedaald. Ook nam het aantal kinderen dat extreem te vroeg werd geboren af. Eerder was door de handhaving van het rookverbod op de werkplek tussen 2004 en 2008 het aantal patiënten met een acute hartstilstand gedaald met ruim 3.000 per jaar. Die resultaten rechtvaardigen de ruim 22.000 rookinspecties.

4d. Paardenvleesaffaires
De paardenvleesaffaire kwam begin 2013 aan het licht. In het Verenigd Koninkrijk en Ierland werd paarden-DNA aangetroffen in rundvleesburgers. Grote Britse supermarkten waren bij het schandaal betrokken. Er was ook een vertakking naar Nederland. Selten ontving in 2011 en 2012 300.000 kilo paardenvlees uit Engeland en Ierland. Het bedrijf verkocht volgens de eigen administratie echter alleen maar rundvlees. In een van de karkassen werd de verboden zware pijnstiller en ontstekingsremmer fenylbutazon gevonden. Door de onduidelijke herkomst van de partijen vlees kon de voedselveiligheid van dit vlees niet worden gegarandeerd. Er werd circa 50.000 ton vlees teruggeroepen. De rechter veroordeelde Willy Selten tot 2,5 jaar cel. En in 2016 moest hij aan de curator, na een civiele procedure, nog eens een miljoen euro betalen.

Eveneens in 2016 moest Jan Fasen, een vleeshandelaar uit Breda, de Staat 2,6 miljoen euro betalen. Dat was de winst die hij heeft geboekt door paardenvlees uit Argentinië als halal geslacht rundvlees te verkopen, vooral in Frankrijk.

Voedselfraude is van alle tijden. Als je aan goedgelovigheid geld kunt verdienen, dan zijn er altijd wel een paar handige sodemieters die daar gebruik van maken; vroeger en nu
4e. Bestrijden voedselfraude lastige zaak
De paardenvleesaffaires staan niet op zichzelf. Er zijn allerlei vormen van voedselfraude. En Nederlandse consumenten maken zich daar gaandeweg steeds drukker over, blijkens een onderzoek van de Consumentenbond. Door alle bezuinigingen van de afgelopen vijftien jaar was de NVWA aan oneerlijkheid in de handel juist minder aandacht gaan besteden. Maar door alle commotie is er druk om dat bij te stellen. En daarmee gaan we terug naar het ontstaan van het overheidstoezicht op voedsel zoals dat ruim honderd jaar geleden vorm kreeg om een halt toe te roepen aan allerlei vormen van gerommel, waaronder het verkopen van bedorven kaas en boter, het aanlengen van melk met water en aanpassen van de kleur van gemalen koffie met gemalen baksteen. De paardenvleesaffaires moeten ook in dat licht worden gezien. Voedselfraude is van alle tijden. Als je aan goedgelovigheid geld kunt verdienen, dan zijn er altijd wel een paar handige sodemieters die daar gebruik van maken; vroeger en nu.



Voedselfraudes vinden op allerlei terreinen plaats. Gerommel met eieren, die omgekat worden tot vrije uitloop eieren. Regulier vlees dat het etiket biologisch krijgt. Ierse oesters die zogenaamd uit Zeeland komen. Toch niet zo erg zult u wellicht denken, totdat ze besmet zijn en niet meer te traceren zijn door het gerotzooi met de administraties. Onze collega’s, waaronder Karen Gussow en Yvonne Huigen (ja, dat zijn ze hierboven) hebben het er druk mee.

4f. Het gaat om veel meer dan alleen voedselveiligheid
Uit de voorbeelden die ik heb opgesomd mag duidelijk zijn dat het bij de NVWA om veel meer draait dan alleen voedselveiligheid. Het gaat ook om volksgezondheid in brede zin, om dierenwelzijn, om plantgezondheid, om het tegengaan van overbevissing, om exportbelangen, om eerlijkheid in de handel.

5. Wanneer laat de NVWA levensmiddelen uit de handel halen?
Dat was de tweede opdracht, de resultaten van de afgelopen jaren. En ik heb deels ook al voldaan aan de derde opdracht, aangeven hoe de NVWA de afgelopen jaren tot bepaalde stappen is gekomen en wat de achtergrond is geweest van onze beslissingen. Recalls voeren we uit op basis van de meldwijzer. Specifiek is de situatie bij overschrijding van MRL’s. Ik zal daar nog wat dieper op ingaan aan de hand van de fipronilcasus.

5a. MRL’s, ADI’s en acute referentie dosis
Op het gevaar af dat ik deze zaal vol deskundigen niks nieuws vertel, zet ik voor de goede orde toch nog even de kern neer van het wettelijke stelsel voor de resten van bestrijdingsmiddelen in voedingsmiddelen. Voor elk gewasbeschermingsmiddel is vastgesteld hoeveel ervan uiteindelijk in voedingsmiddelen mag achterblijven. Dit is een wettelijke norm: de maximale residulimiet, de MRL. De MRL’s worden vastgesteld op basis van twee overwegingen: bescherming volksgezondheid en goed landbouwkundig gebruik.

Producten die de MRL overschrijden mogen niet in het handelskanaal komen en worden dan ook teruggehaald. Niet vanwege volksgezondheidseffecten, maar om de natuur te beschermen
Goed landbouwkundig gebruik betekent dat bedrijven niet méér bestrijdingsmiddelen gebruiken dan nodig is om een ziekte of plaag te bestrijden. In de praktijk stelt met name het goed landbouwkundig gebruik de grens. Dit betekent dat MRL’s op een lager niveau liggen dan vanuit gezondheidsoogpunt noodzakelijk is. Producten die de MRL overschrijden mogen niet in het handelskanaal komen en worden dan ook teruggehaald. Niet vanwege volksgezondheidseffecten, maar om de natuur te beschermen.

Voor de humane gezondheid bestaan twee hoeveelheidsgrenzen. De eerste is de hoeveelheid die mensen hun leven lang dagelijks mogen binnenkrijgen, de Acceptabele Dagelijkse Inname, de ADI. De tweede is de hoeveelheid die een mens in één portie mag binnenkrijgen, de Acute Referentie Dosis, de ARfD. Een overschrijding van deze grenswaarden betekent dat op basis van de huidige wetenschappelijke kennis een risico voor consumenten niet valt uit te sluiten. Dit hoeft niet automatisch te betekenen dat er ook daadwerkelijke gezondheidseffecten optreden.

De grenswaarden zijn bepaald aan de hand van proeven met ratten. En die zijn met een factor 100 verhoogd.

5b. Fipronil in eierenWat betekent dit nu voor fipronil in eieren? De grenswaarde voor acute toxiciteit, de ARfD komt overeen met 0,72 mg per kg ei voor een volwassene van 80 kg. Dit is de norm van het European Food Safety Agency en het Bundesinstitut für Risikobewertung (BfR) waaraan het Buro Risicobeoordeling van de NVWA zich heeft geconformeerd. Het RIVM en enkele buitenlandse instituten vonden overigens dat de normen strenger moesten, maar dat terzijde.

De acceptabele dagelijkse inname komt overeen met 0,06 (6 honderdste) mg per kg ei voor een kind van 15 kg dat gemiddeld 1 ei per dag van 50 gram eet.

Vijf Microgram per kg ei is de MRL en de detectiegrens, want fipronil mag niet worden gebruikt op pluimveebedrijven.

Op 7 juli voert de NVWA een inspectie uit bij pluimveeservicebedrijf Chickfriend. Er wordt geen fipronil aangetroffen. Nadat het OM gegevens uit de inbeslaggenomen administratie levert aan de NVWA worden 19 juli 8 bedrijven bemonsterd. Een paar dagen later op 22 juli blijkt dat zij het voor pluimveebedrijven verboden fipronil hebben gebruikt. 26 juli is de NVWA gestart met het uit voorzorg blokkeren van andere pluimveebedrijven die door Chickfriend zijn behandeld. Binnen een paar dagen zijn dat er 180. Op 31 juli waarschuwt de NVWA consumenten eieren met specifieke eicodes niet te eten. In één geval betrof het een overschrijding van de acute referentiewaarde. Er waren indicaties dat er nog meer op til was. Op 1 augustus was plv. IG Freek van Zoeren bij Nieuwsuur, waar hij zich door Mariëlle Tweebeeke na wat getrek liet verleiden tot de uitspraak: ‘Als je tot zondag zonder eieren kan leven, dan zou ik dat aanraden.’ Daarmee ging hij volgens velen te ver en werd hij de bliksemafleider in een dossier dat inmiddels bol stond van de frustratie bij de getroffen pluimveehouders.

6. Analyse De NVWA zit met enige regelmaat in de hoek waar de klappen vallen. Hoe komt dat? Die vraag probeer ik te beantwoorden aan de hand van drie modellen. Het eerste model is van Malcolm Sparrow. Hij is de auteur van The Regulatory Craft. Dit boek is verplichte stof voor iedere zichzelf serieus nemende toezichthouder. Vervolgens wil ik het met u hebben over risicocommunicatie, en in het bijzonder over de spanning tussen feitelijke risico’s en gepercipieerde risico’s. Daarna wil ik met u nog stil staan bij the risk escalator van Ortwin Renn. Om er tot slot nog even kort op meer filosofische manier bovenuit te stijgen.



6a. Malcolm Sparrow
Het model van Malcolm Sparrow blinkt uit door eenvoud. Het bestaat uit twee cirkels. De linker staat voor situaties die gereguleerd zijn, waarvoor regels en normen zijn vastgelegd. De rechter omvat maatschappelijk ongewenste situaties. In de ideaal gereguleerde wereld liggen deze twee cirkels precies over elkaar heen. In de praktijk zit er vaak echter de nodige ruimte tussen. Gebied A is het gebied van de regels die geen risico’s afdekken. C is het gebied waarin maatschappelijke problemen optreden, maar er nog geen regels zijn gemaakt. Hieronder vallende zogenaamde emerging problems. Die moet je als toezichthouder tijdig signaleren. Doe je dat niet dan krijg je als er problemen ontstaan serieuze kritiek. Voorbeelden daarvan zijn de Nederlandse Bank die naar de smaak van velen te laat had ingegrepen bij Ice Save en DSB, ook al waren daar nauwelijks wettelijke mogelijkheden voor. Hetzelfde geldt voor de Inspectie Verkeer en Waterstaat bij de Fyra. En de pluimveehouders onder aanvoering van Hennie de Haan willen doen voorkomen dat de NVWA zich in dit veld heeft begeven door niet eerder aan het bedrijfsleven te melden dat Chickfriend zich mogelijk van dubieuze methoden bediende.



Rechtsonder is het evenmin aangenaam toeven. Veel van de dossiers waarmee de NVWA te maken heeft bevinden zich in dat veld. Arseen in rijstwafels is er zo een. E-nummers. Kleurstoffen. Clubs als Foodwatch bewegen zich in dit deel van het schema
6b. Risicocommunicatie
Het tweede model is iets ingewikkelder, maar nog steeds redelijk makkelijk te bevatten. Op de verticale as staat de hoogte van de feitelijke risico’s en op de horizontale as de gepercipieerde risico’s. Dat leidt tot een overzichtelijk kwadrant, dat in de risicocommunicatie veel wordt gebruikt.

Links onder en rechts boven zijn de situaties overzichtelijk, omdat feitelijke risico’s en gepercipieerde risico’s samenvallen. De wetenschappelijke werkelijkheid en de beleving van consumenten sluiten dan redelijk op elkaar aan. Ingewikkelder is het links boven en rechts onder. Links boven zitten overmatig zoutgebruik en roken. Dat zijn beide weliswaar zware risico’s voor de volksgezondheid, maar we pakken ze zeer omzichtig aan. Breng een nieuw product op de markt met vergelijkbare gezondheidsschade en je wordt afgevoerd als een zware crimineel. Consumenten zijn er aan gewend, hebben de illusie dat ze zich er zelf vrijwillig aan bloot stellen en vinden het lekker. Als dat het geval is dan verander je dat slechts stapje je voor stapje. Rechtsonder is het evenmin aangenaam toeven. Veel van de dossiers waarmee de NVWA te maken heeft bevinden zich in dat veld. Arseen in rijstwafels is er zo een. E-nummers. Kleurstoffen. Clubs als Foodwatch bewegen zich in dit deel van het schema. En dat geldt ook nogal eens voor zelfbenoemde deskundigen. Met dit deel van ons werk moeten we als NVWA anders zien om te gaan, maar daarover dadelijk meer.




Het algemene onbehagen onder burgers kan genoeg zijn om de wetenschappelijke ontwikkelingen voor jaren stil te leggen
6c. The Risk Escalator van Ortwin Renn
En dan nu het degelijke Duitse werk. The Risk Escalator van Ortwin Renn. Links staat de overzichtelijke wetenschappelijke wereld. Er is onderzoek gedaan. De MRL’s zijn bekend. We grijpen in. We schuiven een stap op naar rechts in het model als de deskundigen met elkaar beginnen te discussiëren. Bij fipronil gebeurde dat. Een aantal wetenschappers vond dat de gehanteerde normen niet streng genoeg waren. Anderen beweerden het tegendeel en vonden het blokkeren van bedrijven op basis van de MRL weer overtrokken. Sommige vertegenwoordigers van het bedrijfsleven gingen daarin mee en schoven nog verder naar rechts op. Hoe zeker zijn de effecten op de volksgezondheid? Wegen de ingrepen van de NVWA wel op tegen de economische schade? Wat weten we nu eigenlijk? In China heeft een vrouw een heel doosje rattengif met hoge dosis Fipronil gegeten en die is een dag duizelig geweest. Breng je daarvoor een hele bedrijfssector in de problemen? En het kan nog ingewikkelder. Dat geldt voor dossiers als genetische modificatie en nanotechnologie. Het algemene onbehagen onder burgers kan genoeg zijn om de wetenschappelijke ontwikkelingen voor jaren stil te leggen. In Nederland valt dat overigens mee, maar er zijn genoeg voorbeelden van landen waar dit serieus speelt.

6d. Het filosofische perspectief
Uit mijn betoog begrijpt u inmiddels wel dat de NVWA zich in haar werk op wetgeving en wetenschappelijke inzichten baseert. Maar er zijn meer perspectieven en daar schuurt de aanpak van de NVWA mee. Dat we optreden als een MRL wordt overschreden mag dan wel juridisch correct zijn, maar daarmee is dit legalisme nog niet voor iedereen legitiem. Wilt u meer weten over dit spanningsveld zoek dan even op Carl Schmitt, één van de meest controversiële denkers van de twintigste eeuw.



Hoe het schuurt tussen die verschillende perspectieven legt Niklas Luhmann u vervolgens uit. Wetenschappers zoeken naar de waarheid. Juristen naar recht en onrecht. Politici stellen de machtsvraag. Religieuzen willen weten wat we volgens God moeten geloven en doen. U vindt die laatste groep misschien minder relevant voor de NVWA, maar bij onbedwelmd slachten gaat het hier wel degelijk om. De balans tussen die invalshoeken verschilt van maatschappij tot maatschappij en van tijd tot tijd. De balans verschuift voortdurend.

En vooruit nog een derde, Jean-François Lyotard, de bedenker van het begrip post-modernisme. In zijn hoofdwerk Le Differend stelt hij dat verschillende deelterreinen hun eigen discours hebben. Een differend is een geschil dat niet kan worden opgelost door een rechter vanwege het ontbreken van een criterium dat in de argumentatie van verschillende partijen geldig is. Soms heb ik het gevoel dat de NVWA daarmee een beetje te maken heeft.

7. Voorlopige eerste conclusies
En hoe kan de NVWA daar het beste mee omgaan? Dat is de vraag waar u zich vandaag over gaat buigen. Ik heb nog een paar minuten, dus neem ik de vrijheid een doe u enkele suggesties.



De NVWA handhaaft de wet. Zacht waar het kan, hard waar het moet
‘Van mij mogen we het hebben over de kwaliteit van het toezicht van de NVWA. Maar voor mij staat of valt het met wat je als ondernemer zelf doet. Je moet, om het een tikkeltje zwaar te zeggen, die certificaatseisen en kwaliteitseisen verinnerlijken. Noem het wat mij betreft het morele kompas. Als dat niet functioneert, wordt het lastig om missers achteraf te corrigeren. In winkels kijk ik graag rond. Van sommige aanbiedingen denk ik: dat kan gewoon niet, dat is onder de kostprijs. Waar is dan je verantwoordelijkheid?’, zeg ik Harry Paul, de huidige SG van het ministerie van LNV, na. De NVWA spreekt ondernemers daarop aan. De NVWA handhaaft de wet. Zacht waar het kan, hard waar het moet.

Harry Paul geeft aan dat er altijd incidenten en affaires zullen blijven. ‘Dat is onvermijdelijk. Wat je van toezicht mag verwachten is dat het gespitst is op risico’s. En dat het luid en duidelijk van zich laat horen. Dat het signaleert, waarschuwt. Waar je op bedacht moet zijn, zijn sluipende processen, meestal verwaarlozing of uitholling. Wat nu fraude is, was misschien nog niet zo lang geleden wel acceptabel. De vraag is of je die verschuiving bijtijds onderkent.’

Van de politiek vraag ik dat zij niet te hoge verwachtingen van het toezicht koestert
Dat kunnen we als NVWA duidelijker doen. We zijn wat voorzichtig. We informeren vooral. Maar overtuigen en consulteren kunnen we meer doen. Variëren in onze communicatie afhankelijk van het vraagstuk. Met NGO’s en burgers over allerlei onderwerpen in gesprek gaan zoals onze Duitse collega’s van het BfR dat doen. Zonder daar overigens overspannen verwachtingen van te hebben. Uit onderzoek van de Food Standards Agency blijkt dat gesprekken tussen wetenschappers en burgers en andere vormen van consultatie in veel gevallen slechts tot bevestiging van de eerdere standpunten leiden. En met het bedrijfsleven moeten we vroegtijdig in gesprek en niet pas als onze ideeën al behoorlijk zijn uitgekristalliseerd.



Van de politiek vraag ik dat zij niet te hoge verwachtingen van het toezicht koestert. ‘We kunnen niet alles voorkomen of corrigeren. Toezicht speelt een rol, een belangrijke rol. Maar het heeft niet de eindverantwoordelijkheid.’

En voor de rest, luisteren naar de Belfast Cowboy: Niet bang zijn. De ring in. Blijven bewegen. De stoten ontwijken. 'Roll with the punches'.


Een aantal plaatjes uit de presentatie van Jan Meijer is hierboven opgenomen. De complete set is hier te downloaden. Een getekend verslag van de bijeenkomst en deelsessies is al beschikbaar (met pinchen kun je alle details bekijken):

Dit artikel afdrukken