Het nieuws dat Interchicken zijn zelfstandigheid opgeeft kwam afgelopen woensdag naar buiten. Windhorst werd het enfant terrible van de Nederlandse pluimveesector door sterrenkip voor Nederland uit het buitenland te gaan halen. Juist nu de Dierenbescherming en Wakker Dier vol inzetten op het einde van de plofkip, werd dat gezien als een schande. Windhorst zette door omdat hij wist dat het in Nederland niet opschiet. De sector is afwachtend. Het krijgen van vergunningen in Nederland is zo lastig dat het jaren duurt voor een kippenhouder hier verder kan. En … de bank heeft er ook bepaald niet altijd vertrouwen in. Daarom komt er een tekort aan Hollandse sterrenkip. Wat is er dan logischer om die in het buitenland te gaan maken? Daar kun je binnen drie maanden een nieuwe stal bouwen. Een paar maanden later heb je de eerste en ook nog eens betaalbare sterrenkip. Die ligt dan ook inmiddels bij de eerste supers, waaronder de Noord-Hollandse kwaliteitssuper DEEN.

Windhorst had het dus voor elkaar want zijn concurrenten waren nog niet zover. Ook de grootste, Plukon, niet. Dat bedrijf probeert de Nederlandse 1-ster kip die het ooit overnam van slachterij Flandrex tegen voldoende lage kosten bij supers op het schap te krijgen. Dat is niet zo makkelijk, want consumenten betalen niet graag meer. Daarom ging Interchicken naar Oost-Europa waar het een fors kostenvoordeel wist te realiseren. Plukon zou het er warm van kunnen krijgen. Een slimme zet dus, want nu neemt Plukon (€ 1,3 miljard omzet) het tienmaal kleinere Interchicken (€ 115 miljoen omzet) over.

Waarom verkocht Windhorst zijn Interchicken dan toch aan zijn grootste concurrent?

Windhorst: “Interchicken is alleen in Nederland actief. Met onze partners in Roemenië en inmiddels ook Polen kunnen en willen we meer. Daar kan het internationaal opererende Plukon ons bij helpen. Plukon biedt ons de mogelijkheid om snel op te schalen vanuit Oost-Europa. Daar komt bij dat supers zeker willen zijn dat we altijd kunnen leveren. Daar heb je eigen slachtlijnen voor nodig. Plukon heeft die, wij niet. Samen hebben we het beste van twee werelden.”

Plukon zou met deze deal ook gewoon een slimme, kleinere concurrent uit de markt kunnen willen halen. Daarom vroeg ik of het echt zeker is dat Roemenië en Polen doorgaan. Windhorst reageert lachend: “Nou en of! Plukon ziet dat het belangrijk is een betaalbare kip die aan alle welzijnseisen voldoet te kunnen leveren. Tegelijk zorgt zo’n kip ervoor dat de noodzakelijke schifting in de Nederlandse kipsector versneld gaat plaatsvinden.”

Hoe? Windhorst: “Als we op een betaalbare manier diervriendelijke kip kunnen produceren, dan ontstaat er ook een markt voor supers zoals bijv. Linders die graag een herkenbaar Nederlands product willen. ‘Nederland’ als merk heeft meerwaarde. Er zou ook de naam van een boer of een groep boeren op kunnen staan. Die zouden dat niet doen als ze niet echt betrouwbaar waren, want anders kost het hen letterlijk hun kop op die kip.” Boeren wilden daar steeds niet aan. Nu wel dan? “We zien nu al dat er meer boeren met kleinere stallen zijn die graag in zulke concepten willen stappen in plaats van op te schalen. Wie daar niet in wil, moet gewoon proberen op kostprijs zijn strijd te strijden. Dat zal niet makkelijk zijn, maar er is beslist ook ruimte voor heel goede grote ondernemers. Maar de tijd van geen vlees en geen vis is voorbij. Kip krijgt een aantal heldere, duidelijk onderscheiden concepten.”

Fotocredits: Sock Birdies, Sunset girl creations
Dit artikel afdrukken