Een kort bericht over Aspergillus fumigatus, de resistente schimmel die via Nederlandse bloembollen de wereld overgaat, zorgde meteen voor een reactie aan de Koninklijke Algemeene Vereeniging voor Bloembollencultuur. In een mail liet adjunct-directeur Arjan Hoogendijk ons weten: "Wij nemen deze vondst uiteraard zeer serieus. Wij vinden de exclusieve link met bloembollen zoals gelegd in het Ierse artikel wel opmerkelijk, omdat ook deze resistente vormen van Aspergillus inmiddels wijdverspreid voorkomen. Ook de link met schimmelbestrijders in de bloem(boll)enteelt vinden wij niet direct voor de hand liggen". Woensdagmiddag bracht de organisatie een persbericht uit waarin zij dat nogmaals benadrukt: het is een algemeen en geen bollenprobleem.

Schimmelresistentie ernstiger dan antibioticaresistentie
Dat maakt het nieuws niet vrolijker. Integendeel. Hoe zit het met die resistente schimmels? Is het een algemeen Nederlands probleem? Wat is er aan te doen?

We ontdekten dat schimmelresistentie vrijwel zeker een nog groter probleem is dan antibioticaresistentie. Het komt overal in Nederland, maar ook in de rest van de wereld waar veel fungiciden worden gebruikt. En: het bedreigt mensenlevens. Toch is dat allemaal vrijwel onbekend bij het publiek.

Vermoedelijk nu al 1 dode per week door resistente aspergillus
Onbehandelbare patiënten
De Nijmeegse hoogleraar microbiologie dr. Paul Verweij kwam de resistente schimmels op het spoor. Hij behandelde in de jaren 2005-2006 een aantal patiënten die geïnfecteerd waren met de schimmel Aspergillus fumigatus. Het is geen standaard pathogeen (ziekmaker) maar kan bij mensen met een verzwakt immuunsysteem aspergillose, infectie van de long, veroorzaken.

Tot verrassing van Verweij bleken zijn patiënten niet te reageren op behandeling met de gebruikelijke middelen, de zogeheten azolen.

De consequentie van die resistentie is fors. Al in 2012 meldden Wouter van der Weijden en Erna van der Wal op Foodlog al dat in Nederland vermoedelijk 1 patiënt per week overlijdt als direct gevolg van resistente Aspergillus fumigatus. Verweij stelde vast dat bij patiënten die wel reageren op de behandeling, de sterfte aan schimmelinfecties (als complicatie bij bijvoorbeeld kanker- en leukemiepatiënten) rond de 30% ligt. Bij resistente infecties loopt het aantal overlijdensgevallen op tot rond de 80%. Uit de inmiddels opgezette screening van kweken in ziekenhuizen blijkt dat 10 tot 20% van de kweken resistentie tegen azolen vertoont. Daarvan is 80% te associëren met omgevingsfactoren en niet met de (behandelingshistorie van) de patiënt zelf.

De resistente schimmelvariant blijkt een wijdverbreid verschijnsel. Iedereen die gaat zoeken, vindt de schimmel wel ergens. Resistente aspergillus wordt ook gevonden in verschillende voedingsmiddelen
'Omgevingsroute'
Verweij ging op zoek naar wat hij de 'omgevingsroute' van deze resistente schimmel noemt. Wetenschappers noemen Aspergillus fumigatus een 'opportunist'. De schimmel groeit op plantenafval en natuurlijke materialen, maar maakt planten niet ziek. Hij houdt van hogere temperaturen zoals in composthopen en gedijt daarom uitstekend op 37 graden Celsius (vandaar dat hij zich ook gemakkelijk in bijvoorbeeld de mensenlong vestigt). Hij komt zowel in de bodem als in de lucht voor. Ook de resistente schimmelvariant blijkt een wijdverbreid verschijnsel. "Iedereen die gaat zoeken, vindt de schimmel wel ergens", zegt Verweij. Aspergillus fumigatus is wijdverspreid in onze leefomgeving. Verweij benadrukt dat het Ierse onderzoek geen één-op-éen causaal verband legt tussen bloembollen en resistente ziekte bij patiënten. Er zijn, zegt hij, veel andere potentiële bronnen, "zo wordt resistente aspergillus ook gevonden in verschillende voedingsmiddelen." Daarom moeten we voorzichtig zijn om er zomaar een schuldige als grote zondebok uit te pakken.

Verweijs bevindingen brachten de bal aan het rollen. Wageningen Universiteit en het Radboud UMC sloegen de handen ineen om de evolutionaire mechanismen van het ontstaan, behoud en verspreiding van azolenresistentie te onderzoeken. De onderzoekers richten hun aandacht meteen op het azolengebruik in de landbouw en startten gelijktijdig laboratoriumonderzoek. Ook het private onderzoeksbureau CLM maakte deel uit van deze samenwerking. De drie partners voeren samen met het RIVM een door de ministeries van VWS en EZ gefinancierd onderzoeksprogramma uit dat potentiële 'hotspots' van de schimmel moet opsporen.

Waarom zijn schimmelinfecties moeilijker te bestrijden dan bacteriële infecties? Dat komt doordat schimmels, net als planten en dieren, tot de eukaryoten behoren, organismen met een celkern. Bacteriën behoren tot de prokaryoten. Als je in een schimmelcel 'iets' doodmaakt, heb je grote kans dat dat ook in mensencellen op dezelfde manier uitpakt. In een bacterie speelt dat niet.


Hoewel Aspergillus fumigatus planten niet ziek maakt en dus niet bestreden hoeft te worden, krijgt deze algemeen voorkomende schimmel toch te maken met bestrijding. Hij is gewoon aanwezig als wél plantpathogene schimmels worden bestreden met landbouwfungiciden die triazolen als werkzame stof hebben. We noemen deze chemicaliën voor het gemak maar even 'landbouwazolen'. In het laboratorium van Bas Zwaan, hoogleraar Erfelijkheidsleer aan de WUR, is onderzocht of blootstelling van de schimmel aan landbouwazolen voor resistentie zorgt. De uitkomst bleek een ondubbelzinnig ja. Vervolgens bekeek de groep of die in het laboratorium ontstane resistente schimmels ook resistent waren tegen 'medische azolen'. Ook dat bleek het geval te zijn. Er is, zo vertelde Zwaan ons, sprake van zogeheten 'crossresistentie'.

Het resistente schimmelprobleem lijkt zelfs nog vóór te lopen op het dreigende 'einde van het antibioticatijdperk', ook al is het veel minder algemeen bekend. Zwaan verwacht dat daar op korte termijn geen verandering in zal komen
Onrust in samenleving
Dat is een zorgwekkende constatering, die voor veel onrust in de maatschappij kan zorgen. Het resistente schimmelprobleem lijkt zelfs nog vóór te lopen op het dreigende 'einde van het antibioticatijdperk', ook al is het veel minder algemeen bekend. Zwaan verwacht dat daar op korte termijn geen verandering in zal komen. De lopende onderzoeken zijn nog niet afgerond of gepubliceerd, maar zullen waarschijnlijk spoedig beschikbaar komen. Hopelijk zal dit op de langere termijn onderzoeksmiddelen vrijmaken om het probleem nog beter te begrijpen en om aanknopingspunten voor oplossingen te vinden.

Zelfs al is de problematiek bekend, is er dan iets tegen de oprukkende schimmelresistentie te doen? De belangen zijn groot, zo blijkt al uit de reactie van de bloembollentelers. Ze moeten iets doen tegen schimmels én zijn bepaald niet de enige praktijk die de resistentie veroorzaken, zeggen ze. Zwaan toont begrip. Hij wijst er op dat een verbod op landbouwazolen op dit moment nog niet realistisch is. De consequenties voor onze voedselproductie door de landbouw en de veiligheid van ons eten zijn te groot. Wel kan verder onderzoek naar het ontstaan van de resistentie mogelijk oplossingen bieden voor een adequate aanpak. Verweij onderstreept het belang daarvan en wil zo snel mogelijk weten wanneer er sprake is van resistentie. In combinatie met nieuwe behandelrichtlijnen kan dat (enig) soelaas bieden.

'Waarom zo defensief?'
Peter Maes en Harald Mikkelsen van Koppert Biological Systems, marktleider in biologische bestrijdingsmiddelen, maken ons duidelijk de ernst van het probleem te zien. Maes reageert heel direct: "ik ben het met de bollenmensen eens dat ze niet de enige oorzaak zijn, maar waarom zo defensief?" Bollen maken een belangrijk deel uit van ons imago in het buitenland. Als we daarmee de resistentie voor Aspergillus fumigatus verder verspreiden met als argument 'wij kunnen er ook niets aan doen', is dat niet bepaald sterk. Mikkelsen ziet een mogelijke oplossing. "We hebben inmiddels goede ervaringen met niet-pathogene schimmels die de kwade kunnen verdringen. Dat moet ook kunnen met Aspergillus fumigatus. Ik zie goede kansen en vind dat daar verder onderzoek op gericht zou moeten worden."

Bollen bepalen het imago van al het levende - en mogelijke mede besmette - uitgangsmateriaal dat Nederland exporteert, van bollen en rozen tot aardappelen. Dan toch maar daar beginnen? Offensief in plaats van defensief, want dit soort schimmels zijn bepaald een probleem voor de volksgezondheid.
Dit artikel afdrukken