In oktober waarschuwden de Belgische autoriteiten via het Rapid Alert System for Food and Feed (RASFF) dat zij een niet-toegelaten genetisch gemodificeerde bacterie (Bacillus subtilis KCCM-10445) hadden aangetroffen in een diervoersupplement. Het gaat om vitamine B2, riboflavine.

Fermentatie
Vroeger werd deze in diervoer essentiële vitamine chemisch geproduceerd, maar tegenwoordig gaat dat met fermentatie door speciaal aangepaste micro-organismen, zoals de Bacillus subtilis KCCM-10445. Van deze bacterievariant is bekend dat deze resistent is tegen een viertal antibiotica.

Fermenteren door genetisch gemodificeerde micro-organismen is legaal, als er in het eindproduct maar geen sporen van de genetische wijziging terug te vinden zijn en zolang de betreffende bacterie buiten het productieproces niet kan overleven. Volgens de Belgische autoriteiten was aan beide voorwaarden niet voldaan; vandaar de melding in RASFF.

1,6 miljoen ton veevoer
De besmette riboflavine is (deels) getraceerd naar Trouw Nutrition, de diervoedertak van Nutreco, die het supplement uit China haalde. Volgens de Franse krant Le Monde zou tussen april en juni van dit jaar 8 ton vitamine B2 geïmporteerd zijn en in Polen, Italië en Nederland terecht zijn gekomen. Genoeg om in potentie een hoeveelheid van 1,6 miljoen ton veevoer voor varkens en runderen te besmetten en via die weg in de voedselketen terecht te komen, schrijft Spiegel Online. In RASFF zijn 20 landen betrokken, waaronder Duitsland, Noorwegen, Rusland, Finland, IJsland en Frankrijk.

Inmiddels zouden grote hoeveelheden mogelijk besmet diervoer teruggehaald zijn, meldt een woordvoerder van de Europese Commissie in FeedNavigator. De zaak staat in december op de agenda van de betreffende EC-commissie. Trouw Nutrition benadrukt samen te werken met de autoriteiten en de voortgang continu te bewaken.

Gezondheidsrisico onbekend
De Europese voedingsautoriteit EFSA verbood begin dit jaar (sporen van) zowel de bacterie KCCM-10445 als het bacterie-DNA in voedingsingrediënten, om te voorkomen dat levende cellen of DNA zich verspreiden en het risico op antibioticaresistentie vergroten. Hoe groot het risico is, blijft onduidelijk. Dieren scheiden het merendeel van de bacteriën weer uit; in de buitenwereld zouden die niet levensvatbaar mogen zijn. Nu dat toch het geval blijkt, weet niemand wat dat betekent voor de gezondheid van dier én mens.
Dit artikel afdrukken